1. Algemeen Voorwoord Allereerst wil Kongskilde u bij deze feliciteren met uw nieuwe EcoLine zaaimachine wij zijn overtuigd dat deze u voor vele jaren een goede dienst zal bewijzen. Om de machine correct en veilig te gebruiken adviseren wij u deze gebruiksaanwijzing grondig door...
Accesoires De zaaimachine kan worden uitgevoerd met de volgende accessoires: Zachte nokkeradzaaiwielen voor zaaien van grote zaden Na-eg type “Max-flow'. De na-eg heeft naar achter als erwten mais etc. wijzende rechte tanden welke ervoor zorgen dat planten resten zoals stro en soort gelijke materialen zich niet verzamelen.
Veiligheidsinstructies Veiligheids afstand Veiligheidsinstructies voor parkeren De veiligheidsafstand tot de zaaimachine wanneer deze in werking is bedraagt 4 meter. In geen enkel Plaats de zaaimachine altijd op stevige, horizontale geval zijn personen op de zaaimachine wanneer deze ondergrond wanneer deze van de tractor wordt in werking is geoorloofd.
2.Montage en afstelling Aflevering Luchtdruk in de banden De juiste luchtdruk in de banden van de zaaimachine Onmiddellijk na ontvangst van de zaaimachine dient bedraagt 1,2 Bar (kg/cm ) = 0,12 MPa = 17 lb. deze samen met meegeleverde onderdelen te worden De luchtdruk in de banden regelmatig controleren.
Koppelen aan tractor Koppelen aan tractor De zaaimachine dient aan de hefarmen van de tractor te worden bevestigd. De hefinrichting dient in zweefpositie te staan. Zodat de hefarmen binnen hun bereik kunnen bewegen. Stabilisator stangen of kettingen dienen te worden gebruikt Om zijdelingse beweging te minimaliseren Afbeelding 2A.
Rijenafstand Rijenafstand Het bijstellen of veranderen van de rijafstand kan worden gedaan door de bevestigingsstrop van de kouterarm los te maken waardoor de kouterarmen over de kouterbalk zijdelings zijn te verschuiven. Zie afbeelding 2D. Bij het verstellen van de rijafstand moet er altijd worden gemeten bij de kouters zelf.
Mechanische markeurautomaat Mechanische markeurautomaat De zaaimachine kan als optie voorzien worden met een mechanische markeurautomaat. Deze wordt telkens geactiveerd zodra de zaaimachine opgetild wordt. Om ervoor te zorgen dat het markeurautomaat goed werkt, moet het op de juiste wijze ingesteld zijn. Zie afbeelding 2F.
3. Zaaimachine afstellen Afdraaiproef Algemeen Voordat men met werkzaamheden begint, dient men de onderstaande handelingen uit te voeren: Afdraaien van de zaaimachine Afstelling van de kouterdruk/diepte Afstelling markeurs. Afdraaien van de zaaimachine De afdraaiproef dient volgens de onderstaande procedure uitgevoerd te worden. Roeras Bij het zaaien van grote zaden, zoals bonen of erwten, dient de roeras onderin de zaadbak uitgeschakeld te...
Calibration Zaaipijpen laten zakken Zaadschuiven Voor het afdraaien dient u de zaaipijpen te laten zakken Alle zaadschuiven moeten zo ver mogelijk open staan zodat er ruimte onder de zaaihuizen onstaat voor de zonder dat er zaad over de zaaiwielen loopt. afdraaibakken.
Draai met de slinger het aantal omwentelingen AANTAL GEWASSEN PER M2 X DKG overeenkomstig met onderstaande tabel. KG / HECTARE ONTKIEMINGSKRACHT IN HET VELD IN % EcoLine 250 EcoLine 300 1/20 ha TCW = weight of 1000 kernels 1/40 ha Zaadbak vullen...
Als de berekende zaaihoeveelheid niet overeen komt met de gewenste hoeveelheid, moet deze gewijzigd worden door de hendel op de schaalverdeling te verplaatsen. EcoLine 250 EcoLine 300 Indien de zaaihoeveelheid vergroot moet worden, dient 1/20 ha 200m 166,7m de hendel op een hogere waarde van de schaalverdeling te worden geplaatst.
Zaaien van bijzondere zaden Het zaaien van bijzondere zaden vergt een aantal voorzorgsmaatregelen. Gras zaaien Het zaaien van graszaad vergt extra aandacht omdat er brugvorming in de tank kan ontstaan en dit zal effect hebben op de zaaiafgifte van het graszaad. Dit probleem wordt verergerd wanneer de tank bloot staat aan vibraties.
Kouterdruk/zaaidiepte Kouterdruk/zaaidiepte Naast centrale afstelling van de kouterdruk is elke Om de juiste zaaidiepte te bereiken, is het mogelijk de kouter ook nog onafhankelijk in te stellen door de positie spanning van de kouter bij te stellen. van de veer op de kouterarm te wijzigen. Ook bestaat de mogelijkheid om de buitenste kouter De grootste kouterdruk wordt verkregen door de veer in met sporenwisser individueel bij te stellen.
Sporenwissers Om de sporen van de tractor te wissen zijn er optioneel sporenwissers verkrijgbaar. Zie afbeelding 3R. De sporenwissers worden aan de framebalk gemonteerd en kunnen zowel in diepte als zijdelings ingesteld worden. De sporenwissers dienen zo ondiep mogelijk te worden ingesteld.
Markeurs Afstellen markeurs De markeurs worden gebruikt om een spoor te markeren. Dit spoor zorgt dat de buitenste kouter in een rij zowel evenwijdig aan als op de juiste afstand van de vorige rij beweegt. Markering op het midden van de trekker De markeurs kunnen worden ingesteld op markering op het midden van de trekker.
Afstelling naloopeg (optie) De Max flow naloopeg kan worden ingesteld op licht of intensief eggen. Dit wordt afgesteld door de gehele naloopeg op zijn armen te draaien. Hij kan in de gewenste stand worden vastgezet met pen onder de armen. Voor de Wing flow naloopeg is deze verstelling ook mogelijk, hier is het noodzakelijk om er voor te zorgen dat de naloopeg vlak loopt.
4. Gebruik Algemeen Rijsnelheid Controleer tijdens het zaaien continue of er geen zaaikouters verstopt zitten. De rijsnelheid tijdens het zaaien moet 5-8 km/h zijn. In het algemeen moet de snelheid afhangen van de Om verstoppingen van de zaaikouters te voorkomen is omstandigheden, trillen van de machine dient te het aan te raden de zaaimachine enkel te heffen en te worden vermeden...
5. Onderhoud en smeren Fijnafstelling bodemkleppen Zet de bodemkleppen in de hoogste stand (stand 1). Draai vervolgens de schroef aan de achterkant van elke bodemklep zodat de ruimte tussen de bodemklep en het zaaiwiel 1 mm is. Zie afbeelding 5A. Echter, onder normale omstandigheden is verstelling niet nodig.
Smeren De olie van de vario- transmissie moet zichtbaar zijn in het kijkglas, anders moet worden bijgevuld met een van de volgende soorten olie: Energol GR-XP 46 SHELL Donax TM / Tellus 46 TEXACO Rando oil HD B 46 ESSO Nuto H 46 MOBIL DTE 25...
6. Zaaitabel Deze zaaitabel geeft de machine instellingen en de instelling van de variable transmissie voor de uitgifte van het zaad per hectare. De zaaitabel is echter alleen een richtlijn een afdraaiproef blijft te allen tijde een vereiste. Zaaitabel Zaad gerst Positie bodemklep Positie zaadschuif...