Pagina 1
OORSPRONKELIJKE INSTRUCTIES - conform richtlijn 2006/42/EG, Annex I, 1.7.4.1 GEBRUIKERSHANDLEIDING Feed Manager FEEDER Onderdeelnummer 81PINL-118x 1e editie Nederlands oktober 2018...
Pagina 2
DE VOLGENDE MODELLEN ZIJN GECERTIFICEERD VOOR FCC (VS) EN IC (CANADA): JE783 FCC ID 2AE3QJE783 IC: 20352-JE783 JE784 FCC ID 2AE3QJE784 IC: 20352-JE784 JE785 FCC ID 2AE3QJE785 IC: 20352-JE785 JE786 FCC ID 2AE3QJE786 ...
(op batterijen) en gebruikt als slave-display door de hoofdterminal voor het vullen met diervoeder (bij gebruik van dezelfde trekker voor het vullen en be- dienen van de Feeder hoeft de handterminal niet te worden gebruikt of kunt u indien nodig verschillende handterminals gebruiken).
Display van gewicht B, B+, P+ B, B+, P+ Bereik, Feeder/display: ca. 30 m (zonder obstakels zoals gebouwen, enz.). Selectie van 3 verschillende laadtechnieken: A. LOAD Basic: Eenvoudig gewicht B. LOAD Basic+: Automatische routine die na een geluidssignaal naar het volgende ingrediënt overschakelt...
1. FEED MANAGER MONTAGE EN GEBRUIK De montage-inrichting wordt altijd in de fabriek op de machine gemonteerd, onder meer omdat de kalibratiegegevens in de inrichting zijn opgeslagen. Deze moet worden geleverd met 12-24 V DC via de kabel met de 2-polige stekker. Er moet een zekering van max.
% van totaal: hier wordt de lengte vermeld van de intervallen tussen de geluidssignalen gemeten in % van de totale hoeveelheid diervoeder in de Feeder. Als “33” wordt ingevoerd en de Feeder 4500 kg bevat, klinkt een geluidssignaal voor elke 1500 kg die wordt afgevoerd.
↓ en ↑. Druk op “OK” om het proces te be- eindigen. Voer nu de totale hoeveelheid in die volgens het laadplan in de Feeder moet zitten als deze klaar is voor het afvoeren. Vermeld nu de vereiste hoeveelheid kg dier- voeder voor elke groep.
2. MENU, HOOFDTERMINAL 3. INSTELLEN (C) 3.1. Taal: Kies de gewenste taal van de lijst door op de toets → te drukken. 3.2. Datum en tijdstip: U kunt van veld naar veld bladeren met de toets →. Wijzig de instelling in het veld door op ↓...
2. MENU, HOOFDTERMINAL 4. LAADPROGRAMMA (D) 4.1. Alarminstelling: 4.1.1 Alarm aan/uit: U kunt kiezen tussen “aan” en “uit” met de toets →. 4.1.2 Instelpunt alarm: Hier wordt het aantal kg of lb (pond) aangegeven, waarbij het alarm afgaat in verband met het laden van ingrediënten om aan te geven dat de laadhoeveelheid is bereikt.
5.1.1 Data 2/3 Return Het getal tussen haakjes toont de hoeveelheid volgens het laadplan op de bepaalde dag. Het getal voor de haakjes toont de feitelijke hoeveelheid die in de Feeder is gela- den. 5.1.2. Totaal/ingred. (Totale hoeveelheid van het ingrediënt): Kies een datuminterval om de hoeveelheid vervolgens te tonen gegevens te beperken.
2. MENU, HOOFDTERMINAL 5.2. Gegevens wissen 5.2.1. Alles wissen. Wist alle gegevens. 5.2.2. Wissen op datum. Wist de gegevens in een bepaalde periode De reeksen gegevens die ouder zijn dan of gelijk zijn aan de gekozen datum worden gewist. 5.3 Geheugen Toont de hoeveelheid vrije verbruiksgegevens.
Met de Basic+ is achteruitspringen in het laadplan niet mogelijk en worden de hoeveelheden die in de Feeder zijn gevuld niet opgeslagen. Indien u wenst te beëindigen zonder het laadplan te gebruiken, druk op LOAD Basic+ en selecteer “Ja”.
De hoofdterminal neemt de controle over door te drukken op "OK", ↓ of ↑. Als de Feeder tijdens het laden wordt verplaatst, wordt aanbevolen om het ac- tieve ingrediënt te verlaten. Dit wordt gedaan door te drukken op “OK”. Zo wordt gezorgd voor een exacte registratie (door fysieke invloed bij het verplaat- sen van de Feeder kan de gewichtsindicatie enigszins afwijken).
Gebruik de toets ↓ om te verspringen en druk op “OK” om een menupunt te kiezen. Wegen: Het display toont het werkelijke gewicht ontvangen van de montage-inrichting die op de Feeder is geïnstalleerd. Afvoeren: Als afvoerplannen van de hoofdterminal zijn overgebracht, kunnen ze uit een lijst wor- den gekozen.
Wanneer Tara wordt geselecteerd, gaat het gewicht terug naar nul. Het nieuwe refe- rentiepunt wordt op dezelfde manier in de montage-inrichting op de Feeder opgesla- gen alsof u op de hoofdterminal op Tara drukt. Wanneer op Tara wordt gedrukt wan- neer de hoofdterminal in een lading is, verschijnt een menu waarop tussen Tara en terug kan worden gekozen.
4. PC-SOFTWARE 4. PC-SOFTWARE INSTALLATIE VAN DE PC-SOFTWARE De ProFeed+ PC-software is ontwikkeld voor Windows XP en Windows Vista. De soft- ware werkt ook op Windows 98, 2000, ME en NT, maar vereist dan volledig bijgewerkte versies. Mogelijk moet tijdens de installatie het antivirusprogramma worden uitgeschakeld. In Windows Vista kan het nodig zijn om user control (UAC) uit te schakelen om het programma te kunnen installeren.
Gebruikt in combinatie met 2. “Criteria”, 3. “Start” en 4. “Einde”. Feeder: Toont welke mengsels een bepaalde Feeder heeft gemaakt binnen een bepaald tijdsinterval. Gebruikt in combinatie met 2. “Criteria”, 3. “Start” en 4. “Einde”. Totaal/ingrediënt: Toont de som van het geplande en het werkelijke verbruik binnen een bepaald tijdsinterval.
4. PC-SOFTWARE MENU B: “LAADPLANNEN” Afb. 4.3 Een nieuw laadplan maken: Druk op de groene plus onderaan het display om een nieuw laadplan te creëren. Het laadplan krijgt automatisch het volgende achtereenvolgens beschikbare nummer. “Aantal dieren” Hier wordt het aantal dieren vermeld dat het mengsel moet delen. Het is tegelijkertijd een “schaalfactor”.
Pagina 37
4. PC-SOFTWARE Afb. 4.4 Laadplan bewerken: ←→ Kies het gewenste laadplan met de pijltjestoetsen. {1/3} geeft aan dat er 3 laadplan- nen zijn en dat nummer 1 wordt weergegeven. Druk op de groene plus om een nieuw ingrediënt aan het laadplan toe te voegen. Vervol- gens verschijnt het dialoogvenster zoals beschreven onder punt 4.
Een mengsel kan in een aantal gedeeltelijke porties worden gevoerd. Het aantal porties gelijk is aan het aantal groepen. “Totaalgewicht” Hier wordt de totale hoeveelheid vermeld die volgens het laadplan in de Feeder moet zit- ten wanneer het klaar is voor afvoer. “Gewichtsverdeling”...
4. PC-SOFTWARE MENU D: “GEBRUIKERS” Afb. 4.6 Een nieuwe gebruiker kan worden toegevoegd door op de groene plus te drukken. “Gebruikersinitialen” Nu kan de gebruikersnaam worden toegevoegd. De naam mag/kan niet langer zijn dan maximaal 4 karakters. Druk op het disc-symbool om de naam op te slaan. Als u op het rode kruis drukt, wordt de gebruikersnaam gewist.
“Feeder-instellingen” Als u verschillende Feeders voor dezelfde PC-software gebruikt, moet de instelling als volgt zijn: plaats een vinkje en geef de Feeder een naam (systeemnaam). Als de hoofdterminal moet worden vervangen, moet deze als een nieuw Fee- der-systeem worden geleerd, vanwege de verbruiksgegevens.
4. PC-SOFTWARE MENU F: “FEEDERS SYNCHRONISEREN” Afb. 4.8 “Feeder-systeem selecteren” Selecteer hier de Feeder die wordt gebruikt voor de synchronisatie. De lijst toont de Feeders die onder punt E-1 zijn geselecteerd. “Synchronisatiemethode” Er zijn 3 verschillende synchronisatiemethodes: PC-gegevens gebruiken: de PC-gegevens worden gebruikt en wat in de hoofd- terminal staat, wordt overgeschreven.
6. DIVERSEN 6. DIVERSEN LEREN Om te zorgen dat alle eenheden als één systeem samenwerken, dat niet wordt ver- stoord door signalen van buitenaf, moeten ze “met elkaar verbonden” worden. De hoofdterminal is de centrale eenheid waarop alle apparaten zijn aangesloten. 1) Kies menupunt 3.11: “Leermodus”...