Algemeen Voorwoord Allereerst wil Kongskilde u bij deze feliciteren met uw nieuwe ProfiLine zaaimachine wij zijn overtuigd dat deze u voor vele jaren een goede dienst zal bewijzen. Om de machine correct en veilig te gebruiken adviseren wij u deze gebruiksaanwijzing grondig door...
Accesoires De zaaimachine kan worden uitgevoerd met de Zachte nokkeradzaaiwielen voor zaaien van grote zaden volgende accessoires: als erwten mais etc. Na-eg type “Max-flow'. De na-eg heeft naar achter Fijnzaadvingers voor het zaaien van fijn zaad in kleine wijzende rechte tanden welke ervoor zorgen dat hoeveelheden planten resten zoals stro en soort gelijke materialen zich niet verzamelen.
Veiligheidsinstructies Veiligheids afstand Veiligheidsinstructies voor parkeren De veiligheidsafstand tot de zaaimachine wanneer Plaats de zaaimachine altijd op stevige, horizontale deze in werking is bedraagt 4 meter. In geen enkel ondergrond wanneer deze van de tractor wordt geval zijn personen op de zaaimachine wanneer deze ontkoppeld.
2.Montage en afstelling Luchtdruk in de banden Aflevering De juiste luchtdruk in de banden van de zaaimachine Onmiddellijk na ontvangst van de zaaimachine dient bedraagt deze samen met meegeleverde onderdelen te worden 2,4 Bar (kg/cm ) = 0,24MPa= 34 lb. voor 10/80x12 gecontroleerd of het geheel is geleverd volgens de band order en of er geen delen defect zijn of ontbreken.
Koppelen aan tractor Koppelen aan tractor De zaaimachine dient aan de hefarmen van de tractor te worden bevestigd. De hefinrichting dient in zweefpositie te staan. Zodat de hefarmen binnen hun bereik kunnen bewegen. Stabilisator stangen of kettingen dienen te worden gebruikt Om zijdelingse beweging te minimaliseren Indien de hefarmen over sleufgaten beschikken, deze...
Rijenafstand Rijenafstand Het bijstellen of veranderen van de rijafstand kan worden gedaan door de bevestigingsstrop van de kouterarm los te maken waardoor de kouterarmen over de kouterbalk zijdelings zijn te verschuiven. Zie afbeelding 2 . Bij het verstellen van de rijafstand moet er altijd worden gemeten bij de kouters zelf.
Markeur Markeur De zaaimachine kan worden uitgerust met hydraulische markeurs. Een enkel werkend ventiel van de trekker wordt gebruikt om de markeurs te bedienen. Deze bedient de wisselklep (zie afbeelding 2C) als volgt; Wanneer er druk wordt gegeven op de wisselklep gaan beide markeurs vertikaal omhoog.
Montage van de na-eg De na-eg wordt als montage deel bij de zaaimachine geleverd. Montage delen: -U-profielen -Na-eg armen -Na-eg balk -Na-eg velden Montage is als volgt: 1.U-profiel wordt aan de zaaimachine bevestigd. 2.Na-eg arm wordt aan het U-profiel gemonteerd. 3.De na-eg balk wordt aan de armen bevestigd.
3. Zaaimachine afstellen Afdraaiproef Algemeen Voordat men met werkzaamheden begint, dient men de onderstaande handelingen uit te voeren: Afdraaien van de zaaimachine Afstelling van de kouterdruk/diepte Afstelling markeurs. Afdraaien van de zaaimachine De afdraaiproef dient volgens de onderstaande procedure uitgevoerd te worden. Roeras Bij het zaaien van grote zaden, zoals bonen of erwten, Afbeelding 3A.
Afdraaiproef Zaaipijpen laten zakken Zaadschuiven Alle zaadschuiven moeten zo ver mogelijk open staan Voor het afdraaien dient u de zaaipijpen te laten zakken zonder dat er zaad over de zaaiwielen loopt. zodat er ruimte onder de zaaihuizen onstaat voor de afdraaibakken.
Afdraaibak plaatsen Zaaihoeveelheid op de schaalverdeling instellen De afdraaibak is als zaaihuisbescherming verticaal achter de zaaihuizen geplaatst. Voor de afdraaiproef Vervolgens stelt men de juiste zaaihoeveelheid in op de dienen de bevestigingsrubbers aan de bovenzijde van schaalverdeling de bak los gemaakt te worden waarna de afdraaibak Naar aanleiding van eerdere ervaringen of uitgaande horizontaal onder de zaaihuizen kan worden geplaatst.
Afdraaiproef Onjuiste zaaihoveelheid Als de afdraaiproef nauwkeurig is uitgevoerd, dan moet de reële waarde identiek zijn met de berekende zaaihoeveelheid. Mocht dat niet het geval zijn, dan is het Wegen te wijten aan mechanische factoren, zoals onjuiste bandenluchtdruk van de zaaimachine of gebruik van Weeg met behulp van een nauwkeurige weegschaal het onnauwkeurige weegschaal.
Zaaien van bijzondere zaden Het zaaien van bijzondere zaden vergt een aantal voorzorgsmaatregelen. Gras zaaien Het zaaien van graszaad vergt extra aandacht omdat er brugvorming in de tank kan ontstaan en dit zal effect hebben op de zaaiafgifte van het graszaad. Dit probleem wordt verergerd wanneer de tank bloot staat aan vibraties.
Kouterdruk/zaaidiepte Naast centrale afstelling van de kouterdruk is elke kouter ook nog onafhankelijk in te stellen door de positie van de veer op de kouterarm te wijzigen. De grootste kouterdruk wordt verkregen door de veer in Kouterdruk/zaaidiepte zijn hoogste positie te plaatsen. Om de juiste zaaidiepte te bereiken, is het mogelijk de Onafhankelijke afstelling van de kouterdruk kan spanning van de kouter bij te stellen.
Sporenwissers Om de sporen van de tractor te wissen zijn er optioneel Zaaimachines met een werkbreedte van 4.0 en 4.5 sporenwissers verkrijgbaar. Zie afbeelding 3R. meter zijn voorzien van 2 spindels voor de centrale kouterdruk instelling. Zie afbeelding 3S. De sporenwissers worden aan de framebalk gemonteerd en kunnen zowel in diepte als zijdelings ingesteld worden.
Markeurs Markeurstreep De breedte van de markeurstreep kan worden Afstellen markeurs geregeld door de "gebogen" markeuras te draaien. Zie afbeelding 3T. De markeurs worden gebruikt om een spoor te markeren. Dit spoor zorgt dat de buitenste kouter in De minimaalste markeurstreep wordt verkregen door een rij zowel evenwijdig aan als op de juiste afstand de as zo te draaien dat de markeur evenwijdig aan de van de vorige rij beweegt.
Afstelling naloopeg (optie) De Max flow naloopeg kan worden ingesteld op licht of intensief eggen. Dit wordt afgesteld door de gehele naloopeg op zijn armen te draaien. Hij kan in de gewenste stand worden vastgezet met pen onder de armen. Voor de Wing flow naloopeg is deze verstelling ook mogelijk, hier is het noodzakelijk om er voor te zorgen dat de naloopeg vlak loopt.
4. Gebruik Rijsnelheid Algemeen Controleer tijdens het zaaien continue of er geen De rijsnelheid tijdens het zaaien moet 5-8 km/h zijn. zaaikouters verstopt zitten. In het algemeen moet de snelheid afhangen van de omstandigheden, trillen van de machine dient te worden vermeden Om verstoppingen van de zaaikouters te voorkomen is het aan te raden de zaaimachine enkel te heffen en te...
5. Onderhoud en smeren Fijnafstelling bodemkleppen Zet de bodemkleppen in de hoogste stand (stand 1). Draai vervolgens de schroef aan de achterkant van elke bodemklep zodat de ruimte tussen de bodemklep en het zaaiwiel 1 mm is. Zie afbeelding 5A. Echter, onder normale omstandigheden is verstelling niet nodig.
Smeren De olie van de vario- transmissie moet zichtbaar zijn in het kijkglas, anders moet worden bijgevuld met een van de volgende soorten olie: Energol GR-XP 46 SHELL Donax TM / Tellus 46 TEXACO Rando oil HD B 46 ESSO Nuto H 46 MOBIL DTE 25...
6. Zaaitabel Deze zaaitabel geeft de machine instellingen en de instelling van de variable transmissie voor de uitgifte van het zaad per hectare. De zaaitabel is echter alleen een richtlijn een afdraaiproef blijft te allen tijde een vereiste. Zaaitabel ProfiLine Zaad tarwe Positie bodemklep...