Alle informatie, afbeeldingen en technische aanduidingen in deze gebruiksaanwijzing beschrijven de meest actuele situatie op het moment van uitgave. Kongskilde Industries A/S behoudt zich het recht voor om het ontwerp en de constructie van ieder machineonderdeel te wijzigen en te verbeteren zonder de verplichting om dergelijke wijzigingen op eerder geleverde machines te installeren.
Kongskilde Industries A/S voor hieruit voortvloeiende schade komt te vervallen. Correct gebruik van de machine houdt ook in dat u de informatie van Kongskilde Industries A/S in de gebruiksaanwijzing en de reserveonderdelencatalogus in acht neemt, dat u gebruik maakt van originele reserveonderdelen en dat u indien nodig een erkende werkplaats inschakelt.
1. INLEIDING VEILIGHEID In de landbouw vinden over het algemeen veel arbeidsgerelateerde ongelukken plaats door verkeerde bediening en onvoldoende instructies. Veiligheid van personen machines daarom geïntegreerd onderdeel ontwikkelingswerkzaamheden van JF. We willen u en uw gezin namelijk zo goed mogelijk beschermen, maar dat vraagt ook inzet van uw kant. Een trommelmaaier kan niet zo worden geconstrueerd dat deze de persoonlijke veiligheid absoluut garandeert en tegelijkertijd goed functioneert.
1. INLEIDING ALGEMENE VEILIGHEIDSREGELS De trekkerbestuurder moet zich er voor ingebruikname van vergewissen dat de trekker en de machine aan de algemene arbeidsgerelateerde wetgeving voldoen en dat de wegenverkeerswet kan worden nageleefd. Hieronder staan de voorzorgsmaatregelen opgesomd, waarvan personen die met landbouwmachines werken op de hoogte moeten zijn.
1. INLEIDING 14. Gebruik gehoorbescherming als het geluid van de machine hinderlijk is of als u langere tijd met de machine werkt en in een trekkercabine zit die onvoldoende geluiddempend is. 15. Voordat de machine met de hefinrichting van de trekker omhoog of omlaag kan worden gebracht, moet u controleren of niemand zich in de buurt van de machine begeeft of eraan zit.
1. INLEIDING Voordat u de aandrijving inschakelt, moet de maaibalk van de machine omlaag in de werkstand staan. Het veld dient indien mogelijk vrij van stenen en vreemde voorwerpen te zijn. 10. Ook bij correcte instelling en bediening van de machine kunnen stenen en vreemde voorwerpen op het veld door de maaibalk worden uitgeworpen.
1. INLEIDING AAN- EN AFKOPPELEN Let er bij aan- en afkoppelen altijd op dat er geen personen tussen de trekker en de machine staan. Door een onbedoelde beweging met de trekker kunnen personen bekneld raken. AANDRIJVING Gebruik van aftakassen met andere specificaties dan wat met de machine werd meegeleverd, is niet toegestaan.
1. INLEIDING INSTELLEN U mag de machine nooit instellen als de aandrijving is aangekoppeld. Koppel de aandrijving af en zet de motor van de trekker uit, voordat u de instelling van de machine wijzigt. Omdat de machine een vrijloop heeft, is het belangrijk dat u de bescherming niet optilt voordat de roterende onderdelen stilstaan.
1. INLEIDING BEDRIJF De machine mag alleen in bedrijf worden genomen volgens de instructies van de servicemedewerker van de leverancier of het bedrijf. Voordat u met de werkzaamheden begint, moet u de messen, trommels, maaischotels en glijschotels controleren op barsten en andere schade. Beschadigde onderdelen moeten worden vervangen.
1. INLEIDING PARKEREN EN ONDERHOUD Aan het parkeren zijn bedieningsrisico's verbonden, die letsel tot gevolg kunnen hebben. Daarom moet u: de trekker en de machine tegen wegrollen blokkeren de motor van de trekker uitzetten en de sleutel uit het contact halen ervoor zorgen dat er bij afkoppeling niemand tussen de trekker en de machine staat ervoor zorgen dat de ondergrond bij parkeren vast en egaal is...
1. INLEIDING VEILIGHEID VAN MACHINES Bij JF worden alle roterende onderdelen uitgebalanceerd met behulp van een speciale machine met elektronische sensoren. Indien een onderdeel een resterende onbalans heeft, worden kleine balanceergewichten gemonteerd. Omdat maaischotels tot wel 2400 toeren per minuut draaien, zorgt zelfs de kleinste onbalans voor trillingen die uiteindelijk kunnen leiden tot grotere vermoeiingsbreuken.
Pagina 16
1. INLEIDING STOP FORSIGTIG Stop altid traktormotoren og fjern tændingsnøglen før De smører, indstiller eller reparerer maskinen. VORSICHT Schleppermotor immer abschalten und Zündschlüssel abziehen bevor Sie Die Maschine schmieren, einstellen oder reparieren. ATTENTION Always stop engine and remove ignition key before lubricating, maintaining or repairing the machine.
1. INLEIDING STICKERS OP DE MACHINE De waarschuwingsstickers op de vorige pagina zijn zoals in de tekeningen onderaan op de pagina aangegeven op de machine terug te vinden. Voordat u de machine in gebruik neemt, moet u controleren of er geen stickers ontbreken. Is dat wel het geval, dan dient u deze te kopen.
Pagina 18
1. INLEIDING 1175 2581 4032 PINL 085A 02 CM 265F 0211...
1. INLEIDING TECHNISCHE GEGEVENS Type CM 265 F Werkbreedte 2,65 m Transportbreedte 2,58 m Benodigd aftakasvermogen 40 kW/54 pk Aftakastoerental, standaard 1000 tpm Hydraulische aansluiting Geen Gewicht 640 kg Aantal schotels Aantal messen Maaibreedte, minimaal 0,9 m Maaihoogte verstellen Trapsgewijs...
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN TREKKER AANKOPPELEN Fig. 2.2 Fig. 2.2 De machine is af fabriek voorbereid op een A-frame koppeling van categorie 2 volgens norm ISO 11001 (type Accord of vergelijkbaar). Fig. 2.3 Fig. 2.3 'Accord' snelkoppeling A omvat naast het koppelingselement zelf eveneens een ontgrendeling C en een borgveer B.
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN AANKOPPELEN Bij aan- en afkoppelen moeten de zijkappen omhoog geklapt zijn, omdat deze aan de zwadwielen zijn gekoppeld. Wanneer de zijkappen omhoog worden geklapt, worden de zwadwielen automatisch opzij gebracht. Fig. 2.4 Fig. 2.4 Als de snelkoppeling is gemonteerd, rijdt u gewoon naar de machine en tilt u het frame op aan het bovenframe helemaal achter op de machine.
Pagina 23
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN Fig. 2.6 Fig. 2.6 Monteer de pin en de kettingbeugel aan de trekkerzijde. Monteer de ontlastingsveren op het A-frame van de machine. Hef de maaier en bevestig de kettingen aan de beugels op de trekker. Fig. 2.7 Fig.
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN HEFARMEN Na aankoppeling van de machine is het belangrijk dat beide hefarmen worden vastgezet. Zijwaartse bewegingen van de voorste hefarmen kunnen leiden tot instabiel rijden met de machine, wat weer schade tot gevolg kan hebben. TOPSTANG Het A-frame van de machine heeft een beweeglijke ophanging, waardoor de maaihoek bij een oneffen ondergrond automatisch wordt aangepast.
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN Indien het nodig is om de as van uw machine in te korten, dan geldt het volgende: Fig. 2.8 Pas de aftaktussenas in de lengte aan, zodat deze: - de grootst mogelijke overlapping heeft. - in geen enkele positie een overlapping kleiner dan 200 mm heeft. (Aangezien de afstand van de aftakas naar de ingaande as varieert wanneer de machine binnen het normale werkbereik omhoog en omlaag beweegt, moet u ervoor zorgen dat de overlapping in beide uiterste standen voldoende is.)
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN Fig. 2.9 Fig. 2.9 Werkwijze bij inkorten: 1) Verdeel de aftaktussenas in twee helften en monteer deze op de aftakas en de ingaande as wanneer deze dezelfde horizontale stand hebben. Dit komt overeen met de kortste lengte die de as voor deze machine kan hebben en komt normaal gesproken overeen met de werkstand van de machine als deze op een vlakke ondergrond staat.
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN 2) De machine dient bij het opstarten in de werkstand te staan. 3) Een verhoging van het toerental van de machine, bijv. bij oprijden van het veld of bij keren op het veld, dient eveneens te gebeuren met de machine dicht bij de werkstand.
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN PROEFDRAAIEN CONTROLE VOOR PROEFDRAAIEN Voor het eigenlijke proefdraaien dient u het volgende te controleren: 1) Heeft de aftakas van de trekker het juiste toerental? 2) Zijn alle smeerpunten gesmeerd? Zie hiervoor hoofdstuk 4; SMEREN. 3) Zijn alle messen op de schotels intact en correct geplaatst? 4) Zijn de veren van de zwadwielen goed gespannen, zodat ze niet in contact komen met de voorwielen van de trekker? 5) Is de veiligheidsafstand van de zwadwielen tot de maaischotels en trommels in...
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN HET PROEFDRAAIEN Koppel de aftakas voorzichtig aan en laat de motor enkele minuten met een laag toerental draaien. Als u geen vreemde geluiden of ongewone trillingen constateert, kan de snelheid geleidelijk worden verhoogd naar het volledige toerental (zie pagina 19). Met uitzondering van de chauffeur van de trekker mag niemand in de buurt van de machine komen.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN 3. INSTELLINGEN EN RIJDEN De CM 265 F is een trommelmaaimachine voor montage aan de voorkant van de trekker, die een zwad tussen de wielen van de rijdende trekker legt. TRANSPORTINSTELLING ZIJKAPPEN Voor transport op de openbare weg moeten de zijkappen van de machine in een verticale positie worden gezet om de totale transportbreedte van de machine te beperken.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN WERKINSTELLING MESSEN Elke schotel heeft 3 messen die met behulp van speciale meshouders onder de maaischotels zijn gemonteerd. Elk mes is vervaardigd van gehard verenstaal. Fig. 3.3 Fig. 3.3 Gedraaide messen kunnen aan beide kanten worden gebruikt door de messen om te keren.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN Fig. 3.4 Fig. 3.4 Defecte messen moeten worden vervangen door originele reserveonderdelen voor goed functioneren op het veld. MAAISCHOTELS Fig. 3.5 Fig. 3.5 De maaischotels draaien paarsgewijs tegen elkaar in voor een zo kort mogelijke doorvoer van het gewas en een optimale gewasstroom. Deze constructie zorgt er enerzijds voor dat het maaien niet wordt geblokkeerd door reeds gemaaid gewas en anderzijds dat het gemaaide gras niet blijft liggen en opnieuw wordt gemaaid.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN ZWADWIELEN De zwadwielen moeten ervoor zorgen dat er een rij wordt gevormd die onder de trekker door kan en een bepaalde breedte heeft. De vereiste zwadbreedte hangt af van de volgmachine(s) die het gewas verder moet(en) verwerken. De zwadbreedte wordt bepaald door de hoek van de zwadwielen ten opzichte van de rijrichting.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN Fig. 3.7 Fig. 3.7 Tenslotte is het belangrijk dat er een veiligheidsafstand van minimaal 10 mm tussen de zwadwielen en de trommel/maaischotel aanwezig is. MAAIHOEK De maaihoek moet altijd 0º (horizontaal) zijn NB Laat de machine niet achterover hellen, aangezien de machine het gemaaide gewas en de stoppel dan opnieuw zal maaien.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN ONTLASTING Fig. 3.8 Fig. 3.8 Om de stoppel tijdens de werkzaamheden te beschermen, de slijtage van de glijschotels van de machine te verminderen en een goede bodemaanpassing te garanderen, wordt de machine ontlast door 2 sterke trekveren L. De ontlasting moet uiteraard aan de ondergrond worden aangepast.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN RIJDEN MET DE MACHINE Er zijn weinig rij-instructies voor rijden op het veld als de machine aan de voorkant van de trekker is gemonteerd. U dient echter wel rekening te houden met enige belangrijke punten. IN WERKING STELLEN Wanneer u bij het te bewerken veld bent aangekomen, moet u de onderstaande procedure volgen: Fig.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN OP HET VELD WERKEN U dient met allerlei belangrijke punten rekening te houden wanneer u met de machine zwaden gaat leggen. Theoretisch gezien is het mogelijk om met een rijsnelheid van 15 km/u te werken. U dient de snelheid echter altijd aan te passen aan de omstandigheden, d.w.z.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN Tijdens het zwadleggen moet u een constant en juist toerental van de aftakas aanhouden, zodat het snijgereedschap van de machine optimaal kan functioneren. Indien de machine een hoge stoppel tussen de twee middelste schotels laat staan, kan het zijn dat er een luchtstroom tussen de schotels ontstaat, die het gewas plat legt voordat het wordt gemaaid.
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN TRANSPORT Fig. 3.10 Fig. 3.10 Al het transport op de openbare weg en buiten het veld moet worden uitgevoerd met de machine aan de frontlift geheven en met de transportvergrendeling D correct vergrendeld. PARKEREN Bij parkeren moet de transportvergrendeling D vergrendeld zijn. De machine moet altijd op een vlakke en stabiele ondergrond worden geparkeerd.
Pagina 40
4. SMEREN Smeerschema voor trommelmaaier type: CM 265 F De getoonde smeerpunten moeten volgens de aangegeven bedrijfsureninterval worden gesmeerd. PINL 085A 02 CM 265F 0211...
4. SMEREN 4. SMEREN SMEREN MET VET Controleer altijd of de machine goed en voldoende is gesmeerd voordat u de machine in werking stelt. Neem het smeerschema op de andere pagina door. Te gebruiken vettype: Universeelvet van goede kwaliteit. De tandwielkast van de trommel is voor het leven gesmeerd met speciaalvet type: SHELL ALVANIA EP 0 LF Controleren en navullen zijn noodzakelijk.
4. SMEREN SMEREN MET OLIE Fig. 4.1 Fig. 4.1 Hoekoverbrenging midden op de machine. De overbrenging is gevuld met 1,5 l API GL4 of GL5 SAE 80W – 90 Het oliepeil moet elke 80 bedrijfsuren worden gecontroleerd bij peilschroef K. De eerste keer moet de olie na 50 bedrijfsuren worden ververst, daarna na 500 bedrijfsuren, maar minimaal een keer per seizoen.
5. ONDERHOUD 5. ONDERHOUD ALGEMEEN WAARSCHUWING: Bij reparatie van of onderhoud aan de machine is de juiste persoonlijke veiligheid heel belangrijk. U moet de trekker (indien gemonteerd) en de machine daarom altijd volgens punt ALGEMENE VEILIGHEIDSREGELS aan het begin van deze handleiding parkeren.
5. ONDERHOUD ONBALANS CONTROLEREN WAARSCHUWING: Als u op het veld rijdt, moet u er altijd op letten of de machine erger dan normaal begint te schudden of dat u vreemde geluiden hoort. De schotels draaien ca. 2000 tpm en een verbogen mes kan als gevolg van onbalans ernstig letsel en schade aan materiaal veroorzaken.
5. ONDERHOUD MAAIBALK De messen en meshouders worden vervaardigd van hooggelegeerde, geharde materialen. Een speciale warmtebehandeling levert een bijzonder hard en taai materiaal op, dat tegen extreme belasting bestand is. Wanneer messen of meshouders beschadigd raken, moet u deze niet proberen te lassen. De warmteontwikkeling doet de materiaaleigenschappen namelijk teniet, waardoor uzelf en anderen een groter risico lopen.
5. ONDERHOUD MESSEN Messen moeten worden vervangen met de maaibalk omlaag of gezekerd met behulp van stopblokken of een andere mechanische borging. Om onbalans tegen te gaan moeten messen per set worden vervangen. Voor een goed maairesultaat is het belangrijk dat de messen intact en scherp zijn. Als de messen bot zijn, zal de stroombehoefte onnodig stijgen.
5. ONDERHOUD MESHOUDERS De meshouders moeten ook periodiek worden gecontroleerd. De controle moet met name worden uitgevoerd na een botsing met vreemde voorwerpen, na vervanging van messen en bij de eerste ingebruikname van de machine. Fig. 5.3 Fig. 5.3 De meshouders moeten worden vervangen als: 1) ze zijn vervormd 2) de diameter van de mespin kleiner is dan 7 mm.
5. ONDERHOUD BIJ VERVANGING VAN MESSEN Fig. 5.4 Fig. 5.4 Vervang een mes door de messensleutel in het gat in de maaischotel te steken, Fig. 5.5 Fig. 5.5 deze een halve slag te draaien en naar u toe te trekken, waardoor het mes loskomt. Verwijder het oude mes en monteer het nieuwe mes door de sleutel van u af te duwen.
5. ONDERHOUD STAAT VAN DE MAAISCHOTELS Fig. 5.6 Fig. 5.6 Als de rand bij de messen is vervormd/versleten, kunnen de meshouders worden verplaatst. Voor een correcte synchronisatie moeten alle meshouders worden verplaatst. Controleer of de messen correct zijn gesynchroniseerd. MEENEMERS/TROMMELS Fig.
6. DIVERSEN 6. DIVERSEN RIJTIPS EN STORINGZOEKEN Probleem Mogelijke oorzaak Maatregel Stoppel niet egaal slecht De maaibalk is te veel ontlast. Controleer basisinstelling afgesneden. machine en verminder indien nodig de ontlasting door de veren losser te maken. Het toerental van de trekker is te laag. Controleer of het aftaktoerental van de trekker juist is.
RESERVEONDERDELEN BESTELLEN Geef de typeaanduiding en het serienummer door als u reserveonderdelen bestelt. De informatie staat op het typeplaatje. Op de onderstaande afbeelding ziet u waar u dat kunt vinden. Kongskilde Industries A/S DK-6400 Sønderborg Denmark www.jf.dk Maximum total weight:...
6. DIVERSEN VERNIETIGEN Als de machine is versleten, moet deze op verantwoorde wijze worden vernietigd. Neem in dat verband het volgende in acht: Laat de machine nooit achter in de natuur. Haal het vet uit de tandwielkast. Lever het afgetapte vet in bij een verwerkingsbedrijf. Deel de machine op in herbruikbare onderdelen, zoals aftakas en componenten.
Kongskilde kan niet aansprakelijk worden gesteld voor inkomstenderving of wettelijke eisen als gevolg van fouten, niet door de eigenaar en niet door derden. Kongskilde is ook niet aansprakelijk voor arbeidsloon met uitzondering van geldende overeenkomsten in verband met vervanging van onderdelen die onder de garantie vallen.
Pagina 54
Härmed förklarar vi att: Prohlašujeme tímto, že: Käesolevaga kinnitame, et: CM 265 F to which this declaration relates corresponds to the relevant basic al cual se refiere la presente declaración corresponde a las exigencias básicas de la normativa de la y referentes a la seguridad y a la sanidad:...
Pagina 55
Με την παρούσα δηλώνουμε, ότι Ar šo mēs apliecinām, ka: Izjavljamo, da je Kijelentjük, hogy a/az: CM 265 F Jissodisfa d-dispożizzjonijiet kollha rilevanti tad-Direttiva: 2006/42/KE to which this declaration relates corresponds to the relevant basic safety and health requirements of the Directive: 2006/42/EC съответства...
Pagina 56
Edition: I Ausgabe: Edition: I Udgave: PINL-085a 02 CM 265 F - 02.2011 You can always find the latest version of the manuals at www.jf.dk...