34
Sleutels, portieren en ruiten
Dak
Zonnedak
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van het zonnedak. Er bestaat ver‐
wondingsgevaar, met name voor
kinderen.
Bewegende onderdelen tijdens de
bediening goed in de gaten hou‐
den. Ervoor zorgen dat niets of
niemand bekneld raakt.
Zonnedak kan worden bediend bij in‐
geschakelde ontsteking.
Wordt bediend met een tuimelscha‐
kelaar in de dakconsole.
De toets kort indrukken voor stapsge‐
wijze activering. De toets langere tijd
ingedrukt houden voor automatisch
openen.
Omhoogbrengen
Druk bij gesloten zonnedak op ü.
Het zonnedak komt aan de achter‐
zijde omhoog.
Openen
In de opgetilde stand ü opnieuw in‐
drukken. Het zonnedak opent auto‐
matisch tot aan de aanslag.
Om te sluiten: d indrukken.
Voorzichtig
Bij gebruik van een dakdrager
controleren of het zonnedak vol‐
doende speling heeft om schade
tegen te gaan, Het is alleen toe‐
gestaan het zonnedak open te
kantelen.
Let op
Als de bovenkant van het zonnedak
nat is, het dak kantelen om het water
te laten aflopen en daarna het zon‐
nedak openen.
Geen stickers op het zonnedak aan‐
brengen.
Sluiten
d ingedrukt houden totdat het zon‐
nedak volledig gesloten is.
Zonnescherm
Het zonnescherm wordt handmatig
bediend.