140
Rijden en bediening
1 uit
= rijden op benzine
1 brandt
= rijden op vloeibaar
gas
= omschakelen is niet
1
knippert
mogelijk, een van de
brandstofsoorten is
op
Zodra de vloeibaar-gastanks leeg
zijn, wordt tot aan het uitschakelen
van het contact automatisch op ben‐
zine overgeschakeld.
De benzinetank om de zes maanden
leegrijden totdat controlelamp Y op‐
licht en dan opnieuw tanken. Dit helpt
de brandstofkwaliteit en systeemwer‐
king voor rijden op benzine in stand
houden.
De auto regelmatig voltanken om cor‐
rosie in de tank tegen te gaan.
Verhelpen van storingen
Als de gasmodus niet mogelijk is,
controleer dan het volgende:
■ Is er voldoende vloeibaar gas aan‐
wezig?
■ Is er voldoende benzine aanwezig
om te starten?
Vanwege extreme temperaturen in
combinatie met de samenstelling van
het gas kan het iets langer duren
voordat het systeem van de benzine-
naar de LPG-modus omschakelt.
In extreme situaties kan het systeem
ook terugschakelen naar de benzine‐
modus als niet aan de minimale eisen
wordt voldaan.
Bij alle andere storingen de hulp van
een werkplaats inroepen.
Voorzichtig
Reparaties en bijstellingen mogen
alleen door getrainde specialisten
worden uitgevoerd om de veilig‐
heid en garantie op het LPG-sys‐
teem te handhaven.
Aan vloeibaar gas is een speciale
geur gegeven zodat alle lekken ge‐
makkelijk ontdekt kunnen worden.
9 Waarschuwing
Als u gas in de auto of in de on‐
middellijke omgeving ruikt, scha‐
kel dan onmiddellijk naar benzine‐
modus. Niet roken. Geen open
vlammen of ontstekingsbronnen.
Sluit zo mogelijk de handbediende af‐
sluiter op de meerwegklep. De meer‐
wegklep bevindt zich op de vloeibaar-
gastank in de bagageruimte onder de
afdekking van de vloer achterin.
Draai het duimwiel met de klok mee.