Rijden en bediening
Rijtips ......................................... 117
Starten en bediening ................. 117
bak ............................................. 127
bak ............................................. 128
Remmen .................................... 132
temen ......................................... 135
Brandstof ................................... 138
Trekken ...................................... 145
Rijtips
Controle over de auto
Nooit laten vrijlopen wanneer de
motor niet draait (uitgezonderd
tijdens een Autostop)
Veel systemen werken dan niet meer
(bijv. rembekrachtiger, stuurbekrach-
tiging). Als u op deze manier rijdt,
brengt u uzelf en anderen in gevaar.
Tijdens een Autostop blijven alle sys-
temen werken, maar de stuurbe-
krachtiging werkt beperkt en de rij-
snelheid wordt verlaagd.
Stop-startsysteem 3 119.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
Rijden en bediening
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
Tijdens de eerste ritten niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont-
wikkeling optreden door het verdam-
pen van was en olie op het uitlaatsys-
teem. Na de eerste rit de auto enige
tijd buiten parkeren en inademen van
de dampen vermijden.
Tijdens de inrijperiode is het mogelijk
dat het brandstof- en motoroliever-
bruik iets hoger liggen en dat het re-
generatieproces van het roetfilter iets
vaker plaatsvindt. Autostop is wellicht
niet mogelijk zodat de accu geladen
kan worden.
Roetfilter 3 122.
117