22
Sleutels, portieren en ruiten
Afstandsbediening
synchroniseren
Na vervanging van de batterij, het
portier openen met de sleutel in het
slot van het bestuurdersportier. Bij
het inschakelen van de ontsteking
wordt de afstandsbediening gesyn‐
chroniseerd.
Opgeslagen instellingen
Bij het vergrendelen van de auto wor‐
den afhankelijk van de gebruikte sleu‐
tel voor de volgende functies altijd au‐
tomatisch de laatst geselecteerde in‐
stellingen opgeslagen:
■ Elektronische klimaatregeling
(ECC),
■ Info-Display,
■ Infotainment-systeem,
■ Instrumentenverlichting.
Wanneer de desbetreffende sleutel
een volgende keer wordt gebruikt om
de auto te ontgrendelen, worden au‐
tomatisch de opgeslagen instellingen
gehanteerd.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelen en vergrendelen van
portieren, bagageruimte en tankklep.
Door aan een van de binnenste por‐
tierhandgrepen te trekken gaat het
desbetreffende portier open en wordt
de auto ontgrendeld.
Let op
Bij een aanrijding vanaf een be‐
paalde zwaarte wordt de auto auto‐
matisch ontgrendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de por‐
tieren word geopend, worden deze
na korte tijd automatisch opnieuw
vergrendeld.
Ontgrendelen
Centrale vergrendeling met
sleutelbediening
Sleutel in het slot van het bestuur‐
dersportier naar voren draaien.