Instellingen
De ingestelde bedrijfsmodus wordt aangegeven met het symbool > voor
de optie. De bedrijfsmodus wordt geselecteerd direct de eerste keer dat
de warmtepomp wordt gestart. Hier kan de bedrijfsmodus worden gewij-
zigd. De bedieningseenheid staat alleen de optie(s) toe die kunnen wor-
den bereikt met geïnstalleerde apparatuur. Selectie van de
bedrijfsmodus zal leiden tot het automatisch instellen van bepaalde
waarden in de bedieningseenheid.
9.1.5 Grondwater
▶ Specificeer of een grondwaterpomp G33 aanwezig is of niet. Nor-
maal gesproken werkt G33 gelijktijdig met collectorcircuitpomp G3.
Bij Ja:
9.1.5.2 Startvertraging compressor
▶ Voer de vertraging in die nodig is tot het grondwatercircuit circuleert.
De compressor mag niet voor die tijd starten.
9.1.6 Uitschakelvertraging displayverlichting
▶ Stel de vertraging in tot het display automatisch uitgaat na de laatste
display-activiteit (navigatie, instelling, storingsdisplay, etcetera).
9.1.7 Tijd voor reset toegangsniveau
▶ Stel in, hoe lang het duurt voordat de bedieningseenheid automa-
tisch terugkeert van installateurniveau naar klantniveau.
9.2/9.3 Warmtepomp x capaciteit
▶ De instelling voor het totaal vermogen wordt aangepast onder Op-
starten. Verander deze indien de eerder geselecteerde waarde on-
juist was, zie de typeplaat van de warmtepomp.
9.6 Aangesloten I/O-kaarten
Alle printplaten en actuele versies worden getoond indien relevant
9.7 Werkingsveld compressor
Een aantal functies zijn gedefinieerd die de compressor tijdelijk stoppen
of de bedrijfsmodus wijzigen, om meer ernstige storingen te voorkomen.
9.7.6 Stopfunctie buitentemperatuur geactiveerd
▶ Kies Ja wanneer de stopfunctie moet worden geactiveerd. De com-
pressor stopt wanneer de buitentemperatuur daalt tot onder de laag-
ste toegestane buitentemperatuur voor de compressor (-20 °C).
Wanneer de buitentemperatuur is toegenomen tot een waarde hoger
dan de minimaal toegestane temperatuur en dit gedurende
60 minuten (fabrieksinstelling), wordt de stopfunctie uitgeschakeld
en start de compressor automatisch indien nodig.
De stopfuncties zijn altijd uitgeschakeld bij buitentemperaturen hoger
dan 10 °C (fabrieksinstelling, niet instelbaar).
9.8 Opgewekte energie
Opgewekte energie wordt hier weergegeven in kWh gedeeld door
9.8.1 Verwarmen en 9.8.3 Warm water
9.8.1 Verwarmen
9.8.3 Warm water
9.9 Bedrijfstijden en verbruik
Hier worden de totale bedrijfsduren voor de bedieningseenheid, warm-
tepomp x en bijverwarming (actieve verbinding) getoond. Het is ook mo-
gelijk om kortdurende compressor- en bijverwarmingsmetingen uit te
voeren.
9.10 Temperaturen
De actuele waarden van alle aangesloten/bevestigde sensoren worden
hier getoond. De gewenste waarde wordt voor enkele ook gegeven. De
sensoren kunnen worden gecorrigeerd.
36
Een open circuit/kortsluiting/storing in de sensor wordt aangegeven
door streepjes in de
weergave en onder Temperaturen. Een storing
wordt geactiveerd en opgeslagen in het storingsprotocol en de storing-
shistorie.
T2 buiten
Temperaturen warmtepomp x
Verwarmingscircuit x
Warmwater
Tabel 25
9.11 Programmeerbare uitgangen
9.12 Ingangen
De status van alle ingangen wordt hier getoond. Drukwachters en motor-
beveiligingen worden getoond voor elke warmtepomp. Daarnaast wor-
den eventuele alarmen voor de bijverwarming met mengklep, status van
externe ingangen en beschermanodes getoond. Alleen aangesloten in-
gangen worden weergegeven.
9.13 Uitgangen
Hier kan de werking van alle componenten individueel worden gecontro-
leerd door handbediening.
9.13.1 Duur manueel bedrijf
▶ Stel het aantal minuten in voor handbediening. Verschillende belang-
rijke componenten kunnen afzonderlijk aan en uit worden gescha-
keld. Status wordt weergegeven op 0 min, bijv. Aan of Uit, voor elke
component.
Gebruik de handbedieningsfunctie bij de inbedrijfstelling om te contro-
leren of de geïnstalleerde componenten werken.
Handbediening is mogelijk voor de volgende componenten (alleen het-
geen is geïnstalleerd, wordt getoond):
9.13.2 G1 Pomp verwarmingscircuit
9.13.3 Warmtepomp x
9.13.3.4 Q21 3-wegklep
9.13.3.5 G2 Warmtedragerpomp
9.13.3.6 Warmtedragerpomp G2 snelheid
9.13.3.7 G3 Collectorcircuitpomp
9.13.3.8 Compressor
9.13.5 Elektrische verwarmer warm water
9.13.6 Warmwatercirculatiepomp
9.13.9 Circuit 2, 3...
Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
T2 weergeven, corrigeren, dem-
pen
T1 start/stop-grenswaarden com-
pressor
T6, T8, T9, T10, T11 weergave,
correctie
T3 warmwaterstart
T8 warmwaterstop
T1 gewenste waarde
T1 weergave, correctie
T5 weergeven, corrigeren, dem-
pen
Kamertemperatuur gewenste
waarde
T3 weergave, correctie
Extra stoptemperatuur warm wa-
ter
Thermische desinfectie stoptem-
peratuur