Installatie van een expansievat
Bij de installatie van het expansievat is het van belang dit op het hoogste
punt binnen het circuit te plaatsen, bij voorkeur boven de warmtepomp.
Wanneer het plafond te laag is en het vat niet boven de warmtepomp kan
Afb. 10 Installatie van een expansievat
Als alternatief voor een kunststof vat kan een membraanexpansievat in
het brijncircuit worden gebruikt. Selecteer het membraanexpansievat
aan de hand van:
Model
4,5 -10 LWM, 6 -17 LW
13 - 17 LW
Tabel 5
5.6.5
Sluit de warmtepomp aan op de verwarmingsinstallatie.
Monteer alle onderdelen in de CV-installatie conform de systeemoplos-
sing.
WAARSCHUWING
Risico voor schade aan de installatie
Wanneer de werking van het overstortventiel niet kan worden gegaran-
deerd, kan overdruk in het systeem ontstaan.
▶ Waarborg dat de afvoer van het overstortventiel nooit wordt afgeslo-
ten.
Het expansievat, het overstortventiel, de manometer en de automatisch
ontluchter moeten zijn geïnstalleerd in de verwarmingsinstallatie (niet
meegeleverd).
▶ Installeer de automatische ontluchter.
▶ Installeer het overstortventiel.
▶ Leid de afvalwaterleiding van het overstortventiel in een tegen vorst
beschermde afvoer.
▶ Installeer de manometer.
▶ Installeer het deeltjesfilter.
▶ Installeer het membraanexpansievat.
▶ Installeer een pomp voor de CV-installatie.
Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
Volume
12 liter
18 liter
worden geïnstalleerd, kan dit worden geïnstalleerd volgens de afbeel-
ding links. Het is belangrijk het expansievat zodanig te installeren, dat de
lucht naar boven toe wordt geventileerd. Wanneer het expansievat ver-
keerd is geïnstalleerd, blijft de lucht in het circuit.
▶ Installeer een veiligheidstemperatuurbegrenzer.
In sommige landen moet een veiligheidstemperatuurbegrenzer in
vloerverwarmingen worden geïnstalleerd. De veiligheidstempera-
tuurbegrenzer is aangesloten op de externe ingang 1–3 van de instal-
latiemodule. Stel het bedrijf voor externe ingang in ( handleiding
bedieningseenheid).
▶ Sluit de retour van de CV-installatie aan.
▶ Sluit de aanvoer van de CV-installatie aan.
Het verwarmingssysteem
Installeer voor verwarmingssystemen in gebouwen volgens EN 12828.
Vuilfilter (ingebouwd in E6–E17)
Een vuilfilter voor de verwarmingsinstallatie is meegeleverd met C6–11
en moet worden geïnstalleerd bij de aansluiting van de retourleiding van
de verwarmingsinstallatie.
Warmteoverdrachtpomp
De instellingen van de warmteoverdrachtspomp worden geregeld met
behulp van de bedieningseenheid in de warmtepomp; zie instellingen
(Hoofdstuk Installateur).
STB
In bepaalde landen is een veiligheidstemperatuurbegrenzer nodig voor
installatie in vloerverwarmingen. De veiligheidstemperatuurbegrenzer
wordt aangesloten op de externe ingang ( Externe aansluitingen) voor
het circuit en Blokkeren verwarming is ingesteld op Ja.
Propyleenglycol
In normale situaties wordt geen glycol gebruikt in het verwarmingssy-
steem. In speciale gevallen, waar een extra bescherming is gewenst, kan
glycol worden toegevoegd tot een concentratie van maximaal 15 %. De
prestaties van de warmtepomp worden echter aangetast.
5.6.6
Sluit de warmtepomp aan op het drinkwater
Monteer alle onderdelen in het warmwatercircuit conform de systee-
moplossing.
Installatie
13