Installatie
Brijncircuitpomp (Parameter)
Afb. 7
Brijncircuitpomp (Parameter)
De standaardinstelling voor de brijncircuitpomp is maximaal toerental
(III) in de modus met constant toerental. De instelling moet mogelijk wor-
den aangepast om een correcte deltawaarde te garanderen ( Bedrijf-
stemperaturen). De brijncircuitpomp moet op de modus met constant
toerental worden ingesteld. Druk op toets [1] om de snelheid aan te pas-
sen. Druk eenmaal om snelheid (II) te selecteren en opnieuw om snel-
heid (I) te selecteren. Om terug te keren naar snelheid (III), blijft u
drukken door de stuurmodus te wijzigen ( Tabel Parameters).
Instelling, brijncircuitpomp (Parameters)
LED display
Invoermodus
1.
Constant toerental
2.
Constant toerental
3.
Variabele verschildruk
Δp-c
4.
Variabele verschildruk
Δp-c
5.
Variabele verschildruk
Δp-c
6.
Constante verschildruk
Δp-c
7.
Constante verschildruk
Δp-c
8.
Constante verschildruk
Δp-c
*9.
Constant toerental
* Na eenmaal bedienen van de toets volgt terugkeer naar de fabrieksinstelling
(constant toerental/pompkarakteristiek III).
Afb. 8
Parameters van de brijncircuitpomp instellen
12
1
0010043540
Opvoerkarakteristiek
II
I
III
II
I
III
II
I
III
0010043543 nl
Brijncircuitpomp (Parameter MAXO)
Afb. 9
Brijncircuitpomp (Parameter MAXO)
De standaardinstelling voor de brijncircuitpomp is de modus met maxi-
maal constant toerental [3]. De instelling moet mogelijk worden aange-
past om een correcte deltawaarde te garanderen ( Hoofdstuk
Bedrijfstemperaturen). De brijncircuitpomp moet in de modus met con-
stant toerental blijven. Druk op toets [1] om de snelheid aan te passen;
de snelheid kan worden gecorrigeerd 1–9 [2]. Als de toets lang wordt in-
gedrukt, wordt de modus gecorrigeerd. Druk langer dan 2 seconden op
de toets om van modus te wisselen totdat het symbool voor modus met
constant toerental [3] gaat branden.
Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
2
1
3
0010043549