Voorschriften
HInstallatie, inbedrijfname en service
Laat de warmtepomp uitsluitend door een BRL gecertificeerde installa-
teur installeren, in bedrijf stellen en onderhouden.
▶ Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
HElektrotechnische werkzaamheden
Laat elektrotechnische werkzaamheden alleen door een elektrotech-
nisch installateur uitvoeren.
Vóór de werkzaamheden aan de elektrische installatie:
▶ Schakel de netspanning over alle polen vrij en borg deze tegen herin-
schakelen.
▶ Zorg ervoor, dat het toestel geheel spanningsloos is.
▶ Houd de aansluitschema's van de overige installatiedelen ook aan.
HAansluiting op de voedingsspanning
Er moet een voorziening worden opgenomen om de eenheid veilig van de
voedingsspanning los te koppelen.
▶ Installeer een categorie III veiligheids/werkschakelaar, die alle polen
van de voedingsspanning scheidt.
HVoedingskabel
Als de voedingskabel is beschadigd, moet deze worden vervangen door
de fabrikant, diens onderhoudstechnicus of een gelijksoortig gekwalifi-
ceerde persoon om gevaar te vermijden.
HAansluiting op het watertoevoer
Deze eenheid is bedoeld voor permanente aansluiting op de watertoe-
voer. De aansluiting mag niet met een los te nemen flexibele leiding wor-
den uitgevoerd.
De maximale ingangsdruk van het water is 10 bar.
De minimaal toegestane ingangsdruk van het water is 2 bar.
HOverdracht aan de eigenaar
Leg de eigenaar bij de overdracht de bediening en bedrijfsvoorwaarden
van de cv-installatie uit.
▶ Leg de bediening uit – ga daarbij in het bijzonder in op alle veilig-
heidsrelevante handelingen.
▶ Wijs met name op de volgende punten:
– Ombouw of reparatie mogen alleen door een erkend installateur
worden uitgevoerd.
– Voor het veilig en milieuvriendelijk gebruik is minimaal een jaar-
lijkse inspectie en een behoefte-afhankelijke reiniging en onder-
houd nodig.
▶ Wijs op de mogelijke gevolgen (persoonlijk letsel tot levensgevaar of
materiële schade) van een ontbrekende of onjuiste inspectie, reini-
ging en onderhoud.
▶ Geef de installatie- en bedieningsinstructies aan de eigenaar in bewa-
ring.
2
Voorschriften
Dit is een originele handleiding. Vertalingen mogen niet zonder toestem-
ming van de fabrikant worden gemaakt.
De onderstaande richtlijnen en voorschriften moeten worden opge-
volgd:
• Lokale bepalingen en voorschriften van de bevoegde energieleveran-
cier en bijbehorende speciale regelgeving
• Nationale bouwverordeningen
• F-gassenverordening
• EN 50160 (spanningskarakteristieken van geleverde elektriciteit
door het openbaar stroomnet)
• EN 12828 (cv-installaties in gebouwen - ontwerpen van warmwater-
cv-installaties)
4
• EN 1717 (beveiliging tegen vervuiling van drinkwaterinstallaties en
algemene voorschriften voor toestellen om vervuiling door terugslag
te voorkomen)
• EN 378 (koelsystemen en warmtepompen - veiligheid en omgevings-
condities)
De onderstaande richtlijnen en voorschriften moeten worden opge-
volgd:
• Lokale bepalingen en voorschriften van de bevoegde energieleveran-
cier en bijbehorende speciale regelgeving
• Nationale bouwvoorschriften
• F-gassenverordening
• EN 50160 (kenmerken van spanning in openbare elektriciteitsnet-
werken)
• EN 12828 (cv-installaties in gebouwen - ontwerpen van warmwater-
cv-installaties)
• EN 1717 (bescherming van het drinkwater tegen verontreiniging in
drinkwaterinstallaties)
• BRL SIKB 11000 (ondergronds deel installaties bodemenergie)
• BRL KBI 6000-21 (ontwerpen, installeren en beheren van energie-
centrales van bodemenergiesystemenenergiecentrales met WKO)
• NEN 1010 Elektrische installaties voor laagspanning
• NEN 3140 Installatie-/Werkverantwoordelijke laagspanning
2.1
Waterkwaliteit
Kwaliteitseisen voor het cv-water
De waterkwaliteit van het vul- en bijvulwater is een wezenlijke factor voor
het verhogen van het rendement, de functionele betrouwbaarheid, de le-
vensduur en de stand-bytijd van een cv-installatie.
Beschadiging van de warmtewisselaar of storing in de warmtebron door
niet geschikt water!
Ongeschikt of verontreinigd water kan leiden tot slibvorming, corrosie of
ketelsteenvorming. Niet geschikte antivries of cv-wateradditieven (inhi-
bitoren of corrosiebeschermingsmiddelen) kunnen schade aan de
warmtebron en aan de cv-installatie veroorzaken.
▶ Vul de verwarmingsinstallatie uitsluitend met drinkwater. Gebruik
geen put- of grondwater.
▶ Bepaal de waterhardheid van het vulwater voordat u het systeem
vult.
▶ Spoel de verwarmingsinstallatie vóór het vullen.
▶ Indien magnetiet (ijzeroxide) aanwezig is, zijn anticorrosiemaatrege-
len vereist en wordt de installatie van een magnetietafscheider en
een ontluchtingsklep in de verwarmingsinstallatie aanbevolen.
Voor de Duitse markt:
▶ Het vul- en bijvulwater moet voldoen aan de eisen van de Duitse
drinkwaterverordening (TrinkwV).
Voor markten buiten Duitsland:
▶ De waarden in de tabel mogen niet worden overschreden, zelfs indien
de nationale richtlijnen hogere grenswaarden bevatten.
Waterkwaliteit
Eenheid
Geleidbaarheid
μS/cm
pH
Chloor
ppm
Sulfaat
ppm
Natrium
ppm
Tabel 2 Grenswaarden voor drinkwater
▶ Controleer de pH-waarde na > 3 maanden van gebruik. Idealiter bij
het eerste onderhoud.
Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
Waarde
≤ 2500
≥ 6,5... ≤ 9,5
≤ 250
≤ 250
≤ 200