Voorschriften HInstallatie, inbedrijfname en service • EN 1717 (beveiliging tegen vervuiling van drinkwaterinstallaties en algemene voorschriften voor toestellen om vervuiling door terugslag Laat de warmtepomp uitsluitend door een BRL gecertificeerde installa- te voorkomen) teur installeren, in bedrijf stellen en onderhouden. •...
Pagina 5
Voorschriften leiding van zuurstof leidt tot corrosie en kan dus roest en roestslibvor- Materiaal van Cv-water pH-waardebe- ming veroorzaken. Slibvorming kan niet alleen verstoppingen en dus een de warmtebron reik verminderde warmtetoevoer veroorzaken, maar ook afzettingen (verge- IJzer, koper, ko- •Onbehandeld drinkwater –...
Productbeschrijving Om verhoogde kalkafzetting in het warmwatersysteem en daaruit resul- Waterhardheid Aanbeveling terend extra onderhoud te voorkomen: ≥ 15°dH/25°fH/2,5 mmol/l Warmwatertemperatuur instellen op < 55 °C ≥ 21°dH/37°fH/3,7 mmol/l Waterbehandelingsinstallatie instal- leren Tabel 4 Aanbeveling voor hard warm water Productbeschrijving Meegeleverde onderdelen 0010045146 Afb.
Productbeschrijving Conformiteitsverklaring De volledige tekst van de conformiteitsverklaring is via internet beschik- baar: www.nefit-bosch.nl. Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Europese en nati- onale vereisten. Typeplaat Met de CE-markering wordt de conformiteit van het product De typeplaat bevindt zich op de bovendeksel van de warmtepomp. Deze...
Installatievoorbereiding 119 100 173 0010043523 Afb. 5 Warmtepompaansluitingen, bovenaanzicht (afmetingen opgegeven in mm) A Warmtepomp 4,5 -10 LWM ▶ Voordat de warmtepomp in bedrijf wordt genomen, moeten de ver- warmingsinstallatie, de boiler en het brijnsysteem inclusief de warm- Brijnaanvoer tepomp zijn gevuld en ontlucht. Brijnretour ▶...
Installatie Opstelling van de warmtepomp Opstellen • Warmtepompen binnen op een vlak en stabiel oppervlak opstellen, ▶ Verwijder de verpakking met behulp van de instructies op de verpak- dat een gewicht van minimaal 500 kg kan dragen. king. • De omgevingstemperatuur in de nabijheid van de warmtepomp moet ▶...
Installatie ▶ Installeer de sensor aan de koudste zijde van het gebouw. De sensor moet worden beschermd tegen directe zonnestraling, ventilatielucht of andere elementen die de meetwaarde van de temperatuur kunnen Buismaterialen beïnvloeden, bijv. direct onder het plafond. ▶ Gebruik om schade aan de broncircuitpomp te voorkomen tussen Warmwatertemperatuursensor T3 warmtepomp en collectoren uitsluitend koper-, kunststof of roest- vaststalen buizen.
Pagina 12
Installatie Brijncircuitpomp (Parameter) Brijncircuitpomp (Parameter MAXO) 0010043540 Afb. 7 Brijncircuitpomp (Parameter) De standaardinstelling voor de brijncircuitpomp is maximaal toerental (III) in de modus met constant toerental. De instelling moet mogelijk wor- 0010043549 den aangepast om een correcte deltawaarde te garanderen ( Bedrijf- Afb.
Installatie Installatie van een expansievat worden geïnstalleerd, kan dit worden geïnstalleerd volgens de afbeel- ding links. Het is belangrijk het expansievat zodanig te installeren, dat de Bij de installatie van het expansievat is het van belang dit op het hoogste lucht naar boven toe wordt geventileerd.
Installatie WAARSCHUWING Risico voor schade aan de installatie De elektrische aansluiting van de warmtepomp moet op een veilige wijze kunnen worden onderbroken. Wanneer de werking van het overstortventiel niet kan worden gegaran- deerd, kan overdruk in het systeem ontstaan. ▶ Installeer een afzonderlijke werkschakelaar, die de warmtepomp compleet van de voeding kan loskoppelen.
Installatie • De afsluitschakelaar wordt gebruikt voor het markeren van het begin stand van 100 mm ten opzichte van stroomvoerende 230 V- en 400 V- en eind van een CAN-BUS-circuit. Waarborg dat de juiste printplaat is kabels. afgesloten en dat alle andere schakelaars in de tegenovergestelde po- Wanneer de temperatuursensorkabel moet worden verlengd, moeten de sitie staan.
Inbedrijfname 0010043523 Afb. 13 Externe aansluitingen [E31.G33] Stuursignaal pomp grondwater 5.7.4 Externe aansluitingen [E11.G1] Pomp circuit 1 OPMERKING [E11.P2] Verzamelalarm [E41.G6] Warmwaterpomp Materiële schade door verkeerde aansluiting! [E12.Q11] Mengklep circuit 2 Door de aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsterkte is scha- [E12.G1] Pomp circuit 2 de aan elektrische componenten mogelijk.
Pagina 17
Inbedrijfname ▶ Sluit twee slangen van het vulstation aan op het vulsysteem (zie af- Binnendiameter Volume per meter beelding). Enkele buis Dubbele U-buis 28 mm 0,62 l 2,48 l 35 mm 096 l 3,84 l Tabel 6 Eenvoudige U-buizen bestaande uit een neerwaartse en een opwaartse buis worden meestal gebruikt als stenenvangers.
Werking en bedrijf Vullen en ontluchten van warmtepomp en cv-installa- Herhaal de volgende stappen voor ieder circuit. Door het vullen van het circuit met brijnvloeistof wordt één circuit per keer gevuld. Houd de klep- pen gesloten in de andere circuits tijdens het proces. Ontlucht ook andere ontluchtingspunten in de cv-installaties zoals bij- voorbeeld radiatoren.
Werkingscontrole 7.1.3 Tijdschakeling van de centrale verwarming Bedrijfsdruk van de verwarmingsinstallatie instellen • Vakantie: de regelaar beschikt over meerdere programma's voor de Aanduiding op manometer vakantiefunctie, die de kamertemperatuur tijdens een ingestelde pe- 0,5 bar Minimale vuldruk (in koude CV-installatie) riode op een lager of hoger niveau instellen.
Bedieningsunit De lamp brandt rood. Het alarm is bevestigd, maar de oorzaak van het alarm blijft be- staan. De lamp gaat langzaam groen knip- De warmtepomp is in de stand-by- 10†K P2 ( peren en de menuweergave is uit- modus †9†K geschakeld.
Bedieningsunit Controleer voordat u het toestel inschakelt, of alle extern aangesloten apparaten correct zijn aangesloten op de aarding. Opstarten De eerste keer dat de warmtepomp wordt gestart, worden een aantal in- stellingen weergegeven om het opstarten van de warmtepomp te verge- makkelijken.
Bedieningsunit 9.3.2 Snelle herstart compressor Tijdens de inbedrijfstelling, handbediening enz., kan het nodig zijn de compressor te rebooten zonder te wachten op de herstarttimer Voer de correcte keuze in Beschermingsanode geïnstalleerd om onnodi- (10 min). ge storingen te vermijden. ▶ Druk op gedurende 5 seconden binnen een willekeurig installa- Met de opstartmenu's wordt de standaardweergave in het display ge- teursmenu (niet de instelweergave).
Pagina 23
Bedieningsunit Naam Default Min. Max. Opties Toe- gangsni- veau 1-1-2011 Kamertemperatuurprogramma 1.1.11.1 Actief programma WP geoptimal. WP geoptimal./Program- ma 1/Programma 2 1.1.11.2 Actief programma tonen/bewerken 1.1.11.3 Kamertemperatuur normaal 20,0 °C 10,0 °C 35,0 °C 1.1.11.4 Temperatuur verhoging/verlaging (geen ka- --/-/+/++ mertemperatuursensor) 1.1.11.5 Instellingen temperatuur verhoging/verlaging...
Pagina 24
Bedieningsunit Naam Default Min. Max. Opties Toe- gangsni- veau 2.3.1 Extra warm water duur 48 h 2.3.2 Extra warm water stoptemperatuur 65,0 °C 50,0 °C 65 °C Warmwaterpiek 2.4.1 Dag van de week Geen Geen/Datum/Alle 2.4.2 Interval in weken 2.4.3 Starttijd 03:00 00:00...
Pagina 25
Bedieningsunit Naam Default Min. Max. Opties Toe- gangsni- veau 8.1.1 Externe ingang 1 8.1.1.1 Ingang inverteren Nee/Ja 8.1.1.6 Bijverwarming 100 % blokkeren bij geacti- Nee/Ja veerde stroombeveiliger 8.1.1.8 Max. vermogen bijverwarming bij geacti- Uit (0,0 kW) Uit (0,0 kW) 9,0kW veerde stroombeveiliger 8.1.1.9 Blokkeren compressor 1...
Pagina 26
Bedieningsunit Naam Default Min. Max. Opties Toe- gangsni- veau 7.11.5 Startvertraging bijverwarming na hoge buitentemperatuur 7,12 Vertraging voor overschakelen naar zo- merbedrijf 7,13 Vertraging voor overschakelen naar win- terbedrijf 7,15 Beveil. uitsch. bij overschakelen van warm water naar verwarmen 7,17 Startvertraging verwarming 7,18 Stopvertraging verwarming...
Pagina 27
Bedieningsunit Naam Default Min. Max. Opties Toe- gangsni- veau 9.16.2.2 Pomptype Standaard Energiezuinige/Stan- daard 9.16.2.3 Pompsnelheid E21 9.16.2.3.1 Constante pompsnelheid Auto 0% Auto 100% 9.16.2.3.2 Temperatuurverschil warmtedrager bij 15 K verwarmen 9.16.2.3.3 Temperatuurverschil warmtedrager bij 15 K warm water 9.16.2.3.4 Pompsnelheid bij geen vraag 100% 9.16.2.4 Pompsnelheid E22 (zie 9.16.2.3)
Pagina 28
Bedieningsunit Naam Default Min. Max. Opties Toe- gangsni- veau 11.1.4 Aantal waarschuwingen voor alarm 11,2 Collectorcircuit uit T11 instellen 11.2.1 Minimum toegestane temperatuur -8 °C/2.0 °C -10 °C 20 °C E21.T11 (Grondwater) 11.2.3 Hysteresis alarmreset 1,0 K 1,0 K 1,0 K 11.2.4 Aantal waarschuwingen voor alarm Tabel 17 Veiligheidsfunctie menu's...
Instellingen Naam Default Min. Max. Opties Toe- gangsni- veau Programmaversie Tabel 22 Programmaversie menu vloer. De stooklijn voor Ondervloer heeft lagere waarden omdat de vloer hogere temperaturen niet toestaat. Instellingen T1(˚C) 10.1 Kamertemperatuur Druk op in de standaardweergave om naar het hoogste menuniveau te gaan.
Instellingen fabrieksinstelling 22,0 °C) en aan het rechter eindpunt (de waarde bij buitentemperatuur -35 °C, fabrieksinstelling 60,0 °C). Bovendien kan de stooklijn bij iedere 5e buitentemperatuurgraad worden beïnvloed. De waarde bij 0 °C wordt getoond boven het linkerdeel van de stooklijn, fa- brieksinstelling 35,7 °C.
Pagina 31
Instellingen Deze keuze betekent dat de bedieningseenheid alleen de ingestelde aan- ▶ Stel de waarden op dezelfde manier in als voor 1.1.10.1Invloed ka- voerwaarde regelt, zonder geprogrammeerde veranderingen in de loop mertemperatuur. van de dag. In de meest situaties, zorgt geoptimaliseerd bedrijf voor het 1.1.11.7 Kamertemperatuur uitzondering beste comfort en energiebesparing.
Instellingen 1.3.10.6 Looptijd mengklep ▶ Stel de looptijd in die staat aangegeven op de mengklep in aantal mi- Het duurt altijd een tijdje voor een verandering van de verwarmingsin- nuten. stelling, bijvoorbeeld verhogen of verlagen van de kamertemperatuur, wordt gevoeld. Hetzelfde geldt in geval van een snelle verandering van de buitentemperatuur.
Instellingen 2.5 Warmwaterprogramma 2.4.6 Tijd voor warmhouden 2.6 Warmwaterinstellingen WP 1 ▶ Stel 2.4.5 Maximumtijd en 2.4.6 Tijd voor warmhouden in. De thermische desinfectie wordt op dezelfde tijd de volgende dag her- 2.7 Warmwaterinstellingen WP 2 haald. Deze is actief tot de stoptemperatuur is bereikt plus de op- 2.10 Blokkeren verwarmen bij warmwatervraag warmtijd.
Instellingen 3.1.4 Kamertemperatuur Hier worden statistieken voor het energieverbruik (kWh) weergegeven. Selecteer Totaal (vanaf inbedrijfstellingsdatum) of huidig jaar, vorig jaar ▶ Stel de kamertemperatuur in die voor het circuit moet gelden tijdens of twee jaar geleden. Ook gescheiden in Verwarmen en Warm water. de periode.
Instellingen 10.6 Externe regeling ▶ Stel de waarden op dezelfde manier in als voor 8.5 Externe ingang circuit 2. Wanneer een externe ingang is aangesloten, voert de bedieningseenheid functies uit die zijn ingesteld op Ja of gescheiden van 0 (Kamertempe- 10.7 Installateur ratuur).
Pagina 36
Instellingen Een open circuit/kortsluiting/storing in de sensor wordt aangegeven door streepjes in de weergave en onder Temperaturen. Een storing wordt geactiveerd en opgeslagen in het storingsprotocol en de storing- De ingestelde bedrijfsmodus wordt aangegeven met het symbool > voor shistorie. de optie.
Instellingen 9.13.9.1 Circulatiepomp 10.8 Bijverwarming De bijverwarming werkt samen met de warmtepomp om de juiste warm- 9.13.9.2 Mengklepsignaal te in de CV-groepen in stand te houden. De bijverwarming kan worden in- 9.13.9.3 Mengklep open gesteld voor werking zonder een warmtepomp. Het volgende kan 9.13.9.4 Mengklep sluiten worden gevonden onder Bijverwarming: 9.13.16 Elektr.bijverw.
Instellingen 12.1 Instellingen kamersensor 12.1.1 Buitentemperatuur tonen in kamersensor Voor bedrijfsmodus Bijverwarming met mengklep: Extra warm water 12.2 Datum instellen en Warmwaterpiek moet er een elektrische bijverwarming in de boiler 12.3 Tijd instellen zitten. ▶ Controleer de datum en tijd en verander deze indien nodig. Deze wor- den gebruikt door de bedieningseenheid voor het beheren van de 10.5 Programma bijverwarming verschillende klokinstellingen, bijvoorbeeld vakantie- en kamertem-...
Alarm 13.7.1.1 Interval Gedrag Functie ▶ Stel de lengte van het interval van de storingszoemer in. De storings- De lamp brandt vast rood. Het alarm is bevestigd, maar de zoemer klinkt gedurende één seconde en is stil gedurende de rest van oorzaak van het alarm blijft be- het interval.
Alarm 11.7 Alarmcategorieën Categorieën A–H zijn storingen, categorieën I–J zijn waarschuwin- gen/informatie, categorieën K–M zijn waarschuwingen, categorie Z De storingen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën afhankelijk is informatie. van het type en de ernst van de storing. De storingscategorie wordt ge- toond in het storingsvenster, het storingsprotocol en de storingshistorie.
Pagina 41
Alarm Tabel 32 Lage temperatuur collectorcircuit in E21.T10 Storingstekst Fasefout E21.B1 Resetvoorwaarden: de storing wordt opgelost en de fasevolgorde- Storingstekst Lage temperatuur collectorcircuit uit sensor is bekrachtigd. In geval van spannings- E21.T11 verschil: het verschil tussen de fasen is Functie: Bij een te lage temperatuur voor brijnretour afgenomen tot <...
Pagina 42
Alarm Storingstekst Defecte elektr. bijverwarmer E21.E2 Storingstekst Kortsluiting sensor E31.T32 antivries koe- Functie: De elektrische bijverwarming wordt uitgescha- keld. Geactiveerd door een geschakelde over- Functie: Geactiveerd wanneer de sensorwaarde een verhittingsbeveiliging op de elektrische temperatuur hoger dan 30 °C aangeeft. De bijverwarming, hoge aanvoertemperatuur of te sensor wordt bij koude omstandigheden in het hoge temperatuur in de elektrische bijverwar-...
Pagina 43
Alarm Storingstekst Kortsluiting sensor T2 buiten Storingstekst Kortsluiting sensor E11.T1 aanvoer Storingslamp/zoemer: Ja Functie: De storing is geactiveerd wanneer de sensor- waarde een temperatuur aangeeft hoger dan Herstart: Automatisch wanneer de oorzaak van het 110 °C. Aanvoertemperatuur T1 wordt gelijk alarm is verdwenen.
Pagina 44
Alarm Storingstekst Storing sensor E31.TT.T5 kamer Storingstekst Storing sensor E21.T9 warmtedrager in Categorie: Storingslamp/zoemer: Ja Storingslamp/zoemer: Ja Herstart: Automatisch wanneer de oorzaak van het alarm is verdwenen. Herstart: Automatisch wanneer de oorzaak van het alarm is verdwenen. Tabel 61 Storing sensor E21.T9 warmtedrager in Tabel 57 Storing sensor E31.TT.T5 kamer Storingstekst Kortsluiting sensor E21.T9 warmtedrager in...
Pagina 45
Alarm Storingstekst Hoog temperatuurverschil warmtedrager Storingstekst Kortsluiting sensor E21.T11 Functie: Geactiveerd wanneer de sensorwaarde een Storingslamp/zoemer: Nee temperatuur hoger dan 70 °C aangeeft. Bij kortsluiting wordt T11 ingesteld op een bere- Herstart: Uitgeschakeld na bevestiging van de waar- kende temperatuur volgens de formule: T11 = schuwingsweergave.
Onderhoud Storingstekst Lage temperatuur collectorcircuit uit Storingstekst Tijdelijke warmwaterstop E21 E21.T11 Functie: Lopend warmwaterbedrijf wordt tijdelijk on- Functie: De informatie wordt verstrekt bij een te lage derbroken en omgeschakeld naar verwar- temperatuur voor brijnretour. Wanneer de in- mingsbedrijf. formatie verschillende keren verschijnt gedu- Resetvoorwaarden: de warmwatertemperatuur daalt met een paar rende een bepaalde periode, verandert de...
Installatie van de accessoires Er zijn vier bedrijfs- en storingslampen op de fasecontrole. Wanneer de warmtepomp wordt ingeschakeld en de fasen correct zijn aangesloten, brandt de onderste gele led. In geval van een verkeerde verbinding, gaat de bovenste rode led bran- den en verschijnt Fasefout E2x.B1 in de menuweergave.
Installatie van de accessoires ▶ Geef bij inbedrijfstelling van het systeem aan dat er een kamertempe- Warmtepomp C7–C11 ratuursensor is geïnstalleerd. ▶ Pas de instellingen van de kamertemperatuur aan volgens de instel- lingen in de bedieningseenheid. 13.5 Installatie startstroombegrenzer starten 0010043920 Afb.
Pagina 50
Installatie van de accessoires Warmptepomp E7–E11 0010043923 Afb. 43 Vervang de magneetschakelaar 1. Verwijder de magneetschakelaar en monteer de stroombegrenzer. Sluit de kabels op de stroombegrenzer aan, die daarvoor op de mag- neetschakelaar waren aangesloten. 2. Waarborg dat de voedingskabels worden geïnstalleerd in de volgen- de volgorde: L1 zwart, L2 bruin, L3 grijs.
0010043926 Afb. 47 Geïnstalleerde aanloopstroombegrenzer met filter Milieubescherming en afvalverwerking Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch Groep. Productkwaliteit, economische rendabiliteit en milieubescherming zijn gelijkwaardige doelen voor ons. Milieuwet- en regelgeving worden strikt nageleefd. Ter bescherming van het milieu passen wij, met inachtneming van bedrijfseconomische aspecten, de best mogelijke technieken en ma- terialen toe.
Technische gegevens 16.3 Systeemoplossingen Het product mag alleen overeenkomstig de officiële systeemoplossingen van de fabrikant worden geïnstalleerd. Daarvan afwijkende systeemop- lossingen zijn niet toegestaan. Schade en problemen die ontstaan door een ontoelaatbare installatie zijn van de aansprakelijkheid uitgesloten. 16.3.1 Verklaringen bij de systeemoplossingen E22.T8 Warmtedragende vloeistof UIT Gedetailleerde systeemoplossingen vindt u in de technische handleiding...
Technische gegevens 16.3.3 C6–C11 0010043624 Afb. 55 CV-groep zonder mengklep zonder buffervat Voor installaties met vloerverwarmingssystemen met individuele kamer- regeling, is een systeemoplossing met buffervat (E11.C111) nodig om de aanvoer via de warmtepomp te garanderen. Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
Technische gegevens 16.3.4 C6–C11 0010043625 Afb. 56 CV-groep zonder en met mengklep bypass-lengte moet tenminste tien maal de binnendiameter van de lei- ding bedragen. Een absolute voorwaarde voor deze aansluiting is dat het hele jaar door een minimaal debiet van 70 % van het nominale debiet kan worden aan- gehouden.
Technische gegevens 16.3.5 E6–E17 6720807515-03.1I Afb. 57 CV-groep zonder mengklep met buffervat en externe boiler Voor installaties met vloerverwarmingssystemen met individuele kamer- regeling, is een systeemoplossing met buffervat (E11.C111) nodig om de aanvoer via de warmtepomp te garanderen. Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
Technische gegevens 16.3.6 Twee warmtepompen (serieschakeling) 0010044164 Afb. 58 Twee warmtepompen (serieschakeling) met CV-groep met en zonder mengklep, buffervat en externe boiler. Voor meer informatie, zie Instellingen op de serieschakeling in de be- dieningseenheid. Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
Technische gegevens 16.4.6 Aansluiting voor vermogen elektrisch verwarmingselement Standaarduitvoering C6–C11, E6–E11 Alternatieve elektrische bijverwarming 2kW De klemmen zijn in de fabriek overbrugd voor een gemeenschappelijke Het elektrische verwarmingselement kan worden aangesloten om 2kW voeding. Aansluiten op 1L1, 1L2, 1L3, 1N en PE. Het elektrische verwar- af te geven.
Pagina 70
Technische gegevens Alternatieve elektrische bijverwarming 1 kW Alternatieve elektrische bijverwarming 2 kW Het elektrische verwarmingselement kan worden aangesloten om 1 kW Het elektrische verwarmingselement kan worden aangesloten om 2kW af te geven. De aansluitblokken tussen 1L2–2L2 en 1L3–2L3 worden af te geven. Het aansluitblok tussen 1L3–2L3 wordt verwijderd en elek- verwijderd en elektrische bijverwarming 1 kW wordt geselecteerd in de trische bijverwarming 2 kW wordt geselecteerd in de bedieningseen- bedieningseenheid.
Technische gegevens 16.4.7 Aansluiting met twee warmtepompen (cascade) 6 720 802 416-19.1I Afb. 73 CAN-BUS, overzicht met twee warmtepompen VOORZICHTIG Verwar de 12 V- en CAN-busaansluitingen niet De processoren worden onherstelbaar beschadigd wanneer 12 V op de CAN-bus wordt aangesloten. ▶...
Technische gegevens 16.4.8 Meetwaarden van temperatuursensor VOORZICHTIG Persoonlijk letsel of materiële schade door verkeerde temperatuur! Wanneer sensoren met verkeerde eigenschappen worden gebruikt, zijn te hoge of te lage temperaturen mogelijk. ▶ Waarborg, dat de gebruikte temperatuursensor geschikt is voor de opgegeven waarden (zie tabellen hieronder).