Materiaal van
Cv-water
de warmtebron
IJzer, koper, ko-
•Onbehandeld drinkwater
per gesoldeerde
•Volledig onthard water
warmtewisse-
• Zoutarm bedrijf <100 μS/cm
laars
Aluminium
•Onbehandeld drinkwater
• Zoutarm bedrijf <100 μS/cm
1) Als de pH-waarde < 8,2 is, is een test ter plaatse op ijzercorrosie noodzakelijk
Tabel 3 pH-waardebereiken na > 3 maanden van gebruik
▶ Vul- en bijvulwater conform de specificaties in het volgende hoofd-
stuk behandelen.
Afhankelijk van de hardheid van het vulwater, het watervolume van het
systeem en het maximale verwarmingsvermogen van de warmtebron kan
een waterbehandeling nodig zijn om schade aan verwarmingsinstallaties
door kalkaanslag te voorkomen.
Eisen aan het vul- en bijvulwater voor warmtebronnen gemaakt van
aluminium en warmtepompen.
3,00
2,80
< 100 kW
2,60
< 50 kW
2,40
2,20
2,00
1,80
y
1,60
1,40
1,20
1,00
0,80
2
0,60
0,40
0,20
0,00
0
5
10
Afb. 1
Warmtebronnen < 50 kW-100 kW
[x]
Totale hardheid in °dH
[y]
Maximaal mogelijk watervolume over de levensduur van de warm-
3
teproducent in m
[1]
Gebruik boven de curve alleen volledig gedemineraliseerd vul- en
bijvulwater met een geleidbaarheid van ≤ 10 μS/cm
[2]
Onder de curve kan onbehandeld vul- en bijvulwater conform de
drinkwaterverordening worden gebruikt
Voor systemen met een specifiek systeemwaterinhoud >40 l/kW is wa-
terbehandeling verplicht. Als er meerdere warmtebronnen in de verwar-
mingsinstallatie zijn, moet het watervolume van het systeem worden
gerelateerd aan de warmtebron met het laagste vermogen.
Aanbevolen en toegestane maatregel voor waterbehandeling is de ont-
harding van het vul- en bijvulwater met een geleidbaarheid ≤ 10 μS/cm.
In plaats van de waterbehandeling kan ook een systeemscheiding met
een warmtewisselaar direct achter de warmteproducent worden uitge-
voerd.
Corrosie voorkomen
In de meeste gevallen speelt corrosie slechts een ondergeschikte rol in
verwarmingsinstallaties. Voorwaarde is wel dat het systeem een corro-
siedichte waterverwarmingsinstallatie is. Dit betekent dat er tijdens het
bedrijf praktisch geen zuurstof in de installatie komt. Doorgetrokken in-
Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
pH-waardebe-
reik
1)
7,5
– 10,0
1)
7.0
– 10.0
1)
7.5
– 9.0
1)
7.0
– 9.0
1
15
20
25
x
0010048707-001
leiding van zuurstof leidt tot corrosie en kan dus roest en roestslibvor-
ming veroorzaken. Slibvorming kan niet alleen verstoppingen en dus een
verminderde warmtetoevoer veroorzaken, maar ook afzettingen (verge-
lijkbaar met kalkaanslag) op de hete oppervlakken van de warmtewisse-
laar.
De hoeveelheid zuurstof die door het vul- en bijvulwater wordt toege-
voegd, is over het algemeen zeer gering en kan derhalve worden ver-
waarloosd.
Om oxygenatie te voorkomen moeten de verbindingsbuizen diffusiedicht
zijn!
Het gebruik van rubberen slangen moet worden vermeden. Bij de instal-
latie moeten de bedoelde aansluittoebehoren worden gebruikt.
Tijdens het gebruik is drukbehoud met betrekking tot het binnendringen
van zuurstof en met name de functie, de juiste dimensionering en de juis-
te instelling (voordruk) van het expansievat van het grootste belang.
Controleer de voordruk en de goede werking eenmaal per jaar.
Bovendien moet tijdens het onderhoud ook de werking van de automati-
sche ontluchters worden gecontroleerd.
Het is ook belangrijk de hoeveelheden bijvulwater te controleren en te
documenteren via een debietmeter. Grotere en regelmatig vereiste hoe-
veelheden bijvulwater wijzen op onvoldoende drukbehoud, lekken of
een continue zuurstoftoevoer.
Antivriesmiddel
Beschadiging van de warmtewisselaar of storing in de warmtewisselaar
door niet geschikt antivriesmiddel.
Ongeschikte antivriesmiddelen kunnen schade aan de warmtewisselaar
en aan de cv-installatie veroorzaken. Gebruik alleen antivriesmiddel dat
is opgenomen in het document 6720841872, dat door ons goedgekeur-
de antivriesmiddelen bevat.
▶ Gebruik antivries alleen conform de specificaties van de fabrikant
van het antivriesmiddel, bijvoorbeeld voor wat betreft de minimale
concentratie.
30
▶ Houd de voorschriften van de fabrikant van het antivries aan voor wat
betreft de regelmatig uit te voeren controle van de concentratie en
corrigerende maatregelen.
CV-wateradditieven
Beschadiging van de warmtebron en de verwarmingsinstallatie of storing
in de warmteproducent kan worden veroorzaakt door niet geschikte cv-
wateradditieven.
Het gebruik van additieven, bijv. corrosiebeschermingsmiddelen, is al-
leen toegestaan wanneer de fabrikant van het cv-wateradditief de ge-
schiktheid voor alle materialen in de cv-installatie bevestigt.
▶ Gebruik CV-wateradditieven alleen conform de specificaties van de
fabrikant van het additief over concentratie, de regelmatige controle
van de concentratie en corrigerende maatregelen.
CV-wateradditieven, bijvoorbeeld corrosiebeschermingsmiddelen, zijn
alleen bij constante zuurstofbelasting nodig, die door andere maatrege-
len niet kan worden voorkomen.
Afdichtingsmiddelen in cv-water kunnen afzettingen in de warmtebron
veroorzaken. Het is daarom niet raadzaam deze te gebruiken.
Kwaliteit van het drinkwater (WW)
De geïntegreerde boiler is bedoeld voor het opwarmen en opslaan van
drinkwater. Neem de landspecifieke drinkwaterrichtlijnen, -normen en -
voorschriften in acht. De waterkwaliteit in de boiler moet voldoen aan de
voorschriften van de EU-richtlijn 2020/2184.
Voorschriften
5