Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Warm Water - Bosch Compress 6000 4,5-10 LWM Installatiehandleiding

Bodemwarmtepomp
Verberg thumbnails Zie ook voor Compress 6000 4,5-10 LWM:
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen
Het duurt altijd een tijdje voor een verandering van de verwarmingsin-
stelling, bijvoorbeeld verhogen of verlagen van de kamertemperatuur,
wordt gevoeld. Hetzelfde geldt in geval van een snelle verandering van de
buitentemperatuur. Daarom moet u altijd ten minste een dag wachten
voordat u een nieuwe verandering uitvoert.
1.3 Circuit 2
De instellingen voor het eerste circuit met mengklep worden aangepast
onder Circuit 2. Andere verwarmingscircuits verschijnen alleen als deze
beschikbaar zijn. Hiervoor gelden dezelfde functies als voor verwar-
mingscircuit 2.
1.3.1 Stand mengklep
▶ Kies Uit wanneer het circuit niet compleet is, tijdelijk moet worden
uitgeschakeld of niet moet worden gebruikt.
1.3.2 Type verwarmingssysteem
▶ Kies het type verwarmingsinstallatie.
De standaardwaarden voor stooklijnen van het type Radiator hebben
stooklijnwaarden (aanvoertemperatuur) van 22 °C bij een buitentempe-
ratuur van 20 °C, 37,4 °C bij -2,5 °C en 60 °C bij -35 °C (het rechter eind-
punt van de stooklijn). De standaardwaarden voor stooklijnen van het
type Ondervloer hebben stooklijnwaarden (aanvoertemperatuur) van
22 °C bij een buitentemperatuur van 20 °C, 27,2 °C bij -2,5 °C en 35 °C
bij -35 °C. Bij temperaturen hoger dan 20 °C geldt dezelfde stooklijn-
waarde als bij 20 °C.
Het rechter eindpunt van de stooklijn (-35 °C) kan worden aangepast in
1.10.4 Minimum buitentemperatuur. De instelde waarde geldt voor
alle stooklijnen. Een verandering van het rechter eindpunt beïnvloedt de
aanvoertemperatuur voor alle buitentemperaturen onder de ingestelde
temperatuur.
1.3.3 Max. toegestane aanvoertemperatuur T1
1.3.4 Min. toegestane aanvoertemperatuur T1
▶ Stel de maximale en minimale toegestane temperatuur in voor T1.
Waarborg dat de waarde past bij de geselecteerde stooklijn en even-
tuele stooklijnaanpassingen.
▶ Controleer ook of de maximale temperatuur T1 bij Ondervloer niet
de toegestane waarde voor het betreffende vloertype overschrijdt.
1.3.5 Stooklijn
De instellingen zijn hetzelfde als voor Circuit 1
1.3.7 Kamersensor
De instellingen zijn hetzelfde als voor Circuit 1
1.3.8 Kamertemperatuurprogramma
De instellingen zijn hetzelfde als voor Circuit 1, behalve dat Kopiëren
naar alle verwarmingscircuits niet aanwezig is.
1-3-2010 Regelaarinstellingen
De mengklep wordt geregeld met behulp van een PID-regelaar voor het
bereiken van de gewenste waarde voor de aanvoer wanneer er een vraag
is. Het signaal bepaalt hoe ver de opening van de mengklep moet veran-
deren. Het signaal wordt met korte tussenpozen berekend.
1-3-2010 Regelaarinstellingen
1.3.10.1 P constant
1.3.10.2 I constant
1.3.10.3 D constant
1.3.10.4 Minimum PID-signaal
1.3.10.5 Maximum PID-signaal
32
1.3.10.6 Looptijd mengklep
▶ Stel de looptijd in die staat aangegeven op de mengklep in aantal mi-
nuten.
Wanneer er geen tijdsindicatie op de mengklep is vermeld, verplaats dan
de klep met de hand en meet de tijd van volledig gesloten tot volledig ge-
opend (de mengklep stopt en de grenswaardeschakelaar schakelt uit).
1.3.10.7 Mengklep volledig gesloten
▶ Stel in hoe ver onder de maximaal toegestane aanvoertemperatuur
T1 de mengklep volledig moet zijn gesloten. De maximale aanvoer-
temperatuur verschilt afhankelijk van het type verwarmingssysteem
(radiator of vloerverwarming). Bij vloeren moet de mengklep volledig
zijn gesloten bij 45 °C - 2 K = 43 °C (bij fabrieksinstelling).
1.3.10.8 Start sluiten mengklep
▶ Stel in hoe ver onder de waarde voor een volledig gesloten mengklep,
het stoppen van de mengklep moet beginnen. Dit wordt 43 °C - 2 K =
41 °C (bij standaard vloerwaarden).
1.4 Circuit 3
▶ Stel de waarden op dezelfde manier in als voor 1.3 Circuit 2
1.5 Circuit 4
▶ Stel de waarden op dezelfde manier in als voor 1.3 Circuit 2
1.10 Algemeen
1.10.1 Zomer-/winterbedrijf
1.10.1.1 Winterbedrijf
Wanneer Aan is geselecteerd, is de warmtepomp constant in wintermo-
dus en worden warmte en warm water geproduceerd. Uit betekent con-
stante zomermodus, waarbij alleen warm water wordt geproduceerd.
Automatisch betekent schakelen op de ingestelde buitentemperatuur.
1.10.1.2 Grens buitentemperatuur voor overschakelen
Het menu wordt alleen getoond als Automatisch is geselecteerd in Win-
terbedrijf.
1.10.1.3 Vertraging voor overschakelen naar winterbedrijf
1.10.1.4 Vertraging voor overschakelen naar zomerbedrijf
1.10.1.5 Grens directe start voor winterbedrijf
Bij het schakelen tussen winter-/zomermodus en zomer-/wintermodus is
er een bepaalde vertraging om stationair starten en stoppen van de com-
pressor te vermijden wanneer de buitentemperatuur rond de verwar-
mingsgrenstemperatuur schommelt. Bij de directe startgrens schakelt
de bedieningseenheid zonder vertraging over naar de wintermodus.
1.10.2 Max. bedrijfstijd voor verwarmen bij warmwatervraag
Het menu verschijnt niet als 2.10 Blokkeren verwarmen bij warmwa-
tervraag is ingesteld op Ja.
1.10.4 Minimum buitentemperatuur
▶ Stel de laagste buitentemperatuur van de stooklijn in.
10.2

Warm water

U vindt het volgende onder 2 Warm water:
2.1 Bevestigen warmwatersensor T3
2.2 Warmwaterstand
1)
2.3 Extra warm water
1)
2.4 Warmwaterpiek
1) Niet gebruiken wanneer het elektrische verwarmingselement is ingesteld op 1 of
2 kW.
Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Compress 6000 6-17 lw

Inhoudsopgave