1
4
7
10
13
16
19
Afb. 26 Bedrijfsstatussymbolen
[1]
Compressor
[2]
Alarm, bijverwarming compressor
[3]
Verwarming
[4]
Elektrische bijverwarming
[5]
Voedingsspanning stoppen
[6]
Warmwater
[7]
Extra warmwater
[8]
Thermische desinfectie
[9]
Zwembad (optie)
[10] Koelen (optie)
[11] Zon (optie)
[12] Bijverwarming met mengkraan
[13] Externe regeling
[14] Programma/tijdsturing
[15] Party
[16] Vakantie
[17] Drogen afwerkvloer
[18] Informatie-log
[19] Collectorterugwinning
Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
2
3
5
6
8
9
11
12
14
15
17
18
0010045055
Controleer voordat u het toestel inschakelt, of alle extern aangesloten
apparaten correct zijn aangesloten op de aarding.
9.2
Opstarten
De eerste keer dat de warmtepomp wordt gestart, worden een aantal in-
stellingen weergegeven om het opstarten van de warmtepomp te verge-
makkelijken.
Vooraf moet de warmtepomp zijn geïnstalleerd conform de voorgaande
sectie en de brijnaanvoer, CV-groepen en warmwatercircuits moeten zijn
gevuld en ontlucht. De instellingen zijn ook beschikbaar via de reguliere
instelmenu's.
Alleen functies die worden geïdentificeerd door de bedieningseenheid
worden getoond in de opstartpositie. De opstartmenu's zijn aanwezig tot
Ja wordt getoond op Opstarten voltooid.
▶ Lees alle menu's voor het opstarten.
▶ U moet kiezen voor Warmtepomp 1 capaciteit en Beschermings-
anode geïnstalleerd.
9.2.1
Taal, Land en Bedrijfsmodus
▶ Kies Taal
▶ Kies Land
▶ Kies bedrijfsmodus (Elektr. bijverwarming)
▶ Selecteer Uitvoer voor Elektr. bijverwarming
Het geselecteerde vermogen van het elektrische verwarmingselement
1–3 kW moet overeenkomen met het aangesloten vermogen van het
elektrische verwarmingselement.
Gebruik de
toets om voorgaande selecties voor wat betreft Taal,
Land of Bedrijfsmodus te veranderen voor of tijdens Opstarten.
Controleer de onderstaande functies en pas deze indien nodig aan.
▶ Stel Warmwaterproductie in voor elke warmtepomp.
▶ Voer voor elke warmtepomp het warmtepompvermogen in onder
Warmtepomp 1 capaciteit (zie typeplaat).
▶ Vermogenbegrenzing bijverwarming in compressorstand. Stel
het toegestane vermogen in wanneer de compressor in bedrijf is.
▶ Vermogenbegrenzing bijverwarming bij alleen bijverwarming.
Stel het toegestane vermogen in wanneer de compressor niet in be-
drijf is.
▶ Stel Minimum buitentemperatuur in.
▶ Specificeer of Grondwater in gebruik is.
▶ Specificeer Circulatiepomp G2 het gebruikte type.
▶ Stel Circuit 1 verwarming\Type verwarmingssysteem in.
▶ Stel Circuit 1 koelen in (optioneel).
▶ Stel Circuit 2, 3... in (optioneel) - Stand mengklep, -Type verwar-
mingssysteem, -Looptijd mengklep.
▶ Kies alternatieven in Beschermingsanode geïnstalleerd.
▶ Stel een waarde in voor Zwembad (optioneel); zie de optionele
zwembaddocumentatie.
▶ Stel Datum en Tijdinstellingen in.
▶ Opstarten voltooid, Ja/Nee.
Opstartmenu's blijven zichtbaar tot Ja wordt weergegeven.
Bedieningsunit
21