13.7.1.1 Interval
▶ Stel de lengte van het interval van de storingszoemer in. De storings-
zoemer klinkt gedurende één seconde en is stil gedurende de rest van
het interval. De instelling geldt voor alle storingszoemers.
13.7.1.2 Blokkeertijd
▶ Specificeer tussen welke twee tijden de storingszoemer niet mag
klinken. Alle storingsmeldingen zijn stil gedurende de ingestelde in-
tervallen.
13.7.2 Alarmindicatie regeleenheid
13.7.2.1 Blokkeren alarmzoemer
De instelling geldt alleen voor de storingszoemer van de bedieningseen-
heid.
13.7.3 Alarmindicatie kamersensor
13.7.3.2 Blokkeer lamp storingsmelding
▶ Stel in of de bedrijfs- en storingslamp al dan niet moet worden uitge-
schakeld. De instelling geldt voor alle kamertemperatuursensors.
13.7.4 Niveau verzamelalarm
13.7.4.1 Alarmen en waarschuwingen
Nee betekent dat storingen een signaal geven via de storingszoemer. Ja
betekent dat storingen en waarschuwingen een signaal geven via de sto-
ringszoemer.
10.13 Toegangsniveau
Het toegangsniveau is standaard Klant. Dit niveau geeft toegang tot alle
functies die de gebruiker nodig heeft. De installateur heeft ook toegang
tot de aanvullende functies die nodig zijn bij de installatie.
10.14 Terug naar fabrieksinstellingen
▶ Kies Terug naar fabrieksinstellingen en Ja om alle instellingen te
resetten naar de fabrieksinstellingen. De instellingen van het klantni-
veau worden niet beïnvloed.
10.15 Programmaversie
Toont de huidige programmaversie.
11
Alarm
11.1
Alarm
Het volgende is hier te vinden:
• Informatielog
• Wissen informatielog
• Alarmlog
• Wissen alarmlog
• Alarmhistorie
• Alarmindicatie
11.2
Storingslamp, bedieningseenheid en kamertempera-
tuursensor
De bedrijfs- en storingslamp van de bedieningseenheid wordt gebruikt
om de AAN/UIT-status van de warmtepomp weer te geven en ook moge-
lijke storingen. De bedrijfs- en storingslamp wordt daarom ook wel sto-
ringslamp genoemd. De storingslamp voor de kamertemperatuursensor
kan worden geblokkeerd.
Gedrag
De lamp brandt vast groen.
De led knippert rood.
Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
Functie
De warmtepomp werkt.
Een alarm is actief en is niet beves-
tigd.
Gedrag
De lamp brandt vast rood.
De lamp knippert langzaam groen. De warmtepomp is in de stand-by-
1) Stand-by betekent dat de warmtepomp werkt, maar er geen vraag naar warmte
of warm water is.
Tabel 26 Storingslamp, bedieningseenheid
11.3
Alarmweergave
Wanneer een storing/waarschuwing optreedt, toont het display informa-
tie over deze gebeurtenis. Tegelijkertijd wordt informatie opgeslagen in
het storingsprotocol en de storingshistorie.
Afb. 37 Voorbeeld van een storing
11.4
Alarmzoemer bij alarm
Bij een storing klinkt de storingszoemer op de warmtepomp gedurende
één seconde per ingesteld interval. De alarmzoemer kan voor een be-
paald dagdeel of volledig worden geblokkeerd. Bij waarschuwingen
klinkt de alarmzoemer niet.
11.5
Bevestiging van storingen
Bevestigen betekent dat u op
te doen verdwijnen. Wat er gebeurt na de bevestiging is beschreven on-
der de betreffende storingsbeschrijving.
In de meeste gevallen hoeven waarschuwingen niet te worden bevestigd.
Het storingsvenster verdwijnt automatisch wanneer de oorzaak van de
waarschuwing is verdwenen. De waarschuwing kan echter ook worden
bevestigd.
11.6
Storingsschakelklok, storingsmodus
Bij een alarm stopt de compressor en start de bedieningseenheid een ti-
mer van 1 uur. Als de fout niet terugkeert, kan de bijverwarming starten
nadat de timer is afgeteld.
Functie
Het alarm is bevestigd, maar de
oorzaak van het alarm blijft be-
staan.
1)
modus
.
0010044202
moet drukken om het storingsvenster
Alarm
39