Inhoudsopgave
Advertenties
16.4.7 Aansluiting met twee warmtepompen (cascade)
Afb. 73 CAN-BUS, overzicht met twee warmtepompen
VOORZICHTIG
Verwar de 12 V- en CAN-busaansluitingen niet
De processoren worden onherstelbaar beschadigd wanneer 12 V op de
CAN-bus wordt aangesloten.
▶ Waarborg dat de vier kabels op de contacten met de overeenkomen-
de markering op de printplaat worden aangesloten.
1. Installeer een nieuwe kabel (conform de gespecificeerde kabel) tus-
sen de schroefklemmen 31–34 op de PEL-printplaat (warmtepomp
1) en de schroefklemmen 31–34 op de PEL-printplaat (warmtepomp
2).
2. Verwijder de kabelboom van het display in warmtepomp 2 tussen
BAS en LCD. Verwijder de kabelbinders om de kabel los te maken.
3. Trek de aarde uit de verwijderde displaykabel en sluit deze weer aan
op de aardklem en de aardplaat in de voorwand van warmtepomp 2.
4. Schakel de CAN-bus met bestaande CAN-bus-bekabeling in warmte-
pomp 2 in.
5. Gebruik kabelbinders om de bedrading weer goed vast te zetten.
6. Stel BAS (warmtepomp 2) in van A=0 naar A=1 (zie afbeelding
Adressering). Stel de afsluitschakelaar in op Term op PEL (warmte-
pomp 2).
Wanneer u verder wilt gaan naar accessoires doet u dit vanaf warmte-
pomp 1/warmtepomp 2 – PEL CAN 2 en stelt u vervolgens de afsluit-
schakelaar niet in op Term.
Compress 6000 – 6721818785 (2023/09)
1
2
7
7
Afb. 74 Adresseren van warmtepomp 1 en 2
De PSU en LCD in warmtepomp 2 zijn af fabriek aangesloten. Deze wor-
den losgemaakt en niet gebruikt in de cascadekoppeling.
Bij serieschakeling moeten beide warmtepompen hetzelfde vermogen
hebben.
Technische gegevens
6 720 802 416-19.1I
1
2
71
Advertenties
Inhoudsopgave
