82
S n e l h e i d s r e g e l a a r
Deze rijhulpvoorziening stelt u in staat om constant met een door u ingestel-
de snelheid te rijden, mits een van de hogere versnellingen is ingeschakeld
en u met een minimale snelheid van tussen de 40 en 60 km/h (afhankelijk
A
van het type motor) rijdt.
De snelheidsregelaar werkt alleen :
- in de derde versnelling of hoger (handgeschakelde versnellingsbak).
- met de schakelhendel in de stand 2 of D (automatische versnellingsbak).
Hendel A van de snelheidsregelaar bevindt zich onder de bediening van de
verlichting en signalering.
Aanzetten : zet de schakelaar 1 in de stand ON.
Uitzetten : zet de schakelaar 1 in de stand OFF.
Instellen van een kruissnelheid
Trap het gaspedaal in tot de gewenste snelheid is bereikt. Druk even op de
achterzijde van de toets 2 of 4 van bediening A. De cruise-control is inge-
schakeld, terwijl de snelheid is vastgelegd.
1
4
Tijdens de werking van de cruise-control is het elk moment mogelijk om door
intrappen van het gaspedaal de geprogrammeerde snelheid te overschrij-
den (bijvoorbeeld om in te halen).
Bij loslaten van het gaspedaal valt de auto automatisch terug naar de gepro-
grammeerde snelheid.
Door kort op de achterzijde van toets 4 te drukken, kunt u de snelheid iets
verhogen.
2
Door kort op de achterzijde van toets 2 te drukken, kunt u de snelheid iets
verlagen.