80
Werking in de auto-adaptieve
stand
Versnellingspook in de stand D.
De versnellingsbak kiest steeds de
stand die het best past bij de vol-
gende factoren :
- rijstijl,
- wegdek,
- belading van de auto.
De versnellingsbak werkt in zo'n
geval volgens het auto-adaptieve
principe, d.w.z. zonder ingrijpen
van de bestuurder.
V e r s n e l l i n g s p o o k
Werking in de handbediende
stand
Handmatig schakelen in de vier
versnellingen :
- zet de versnellingspook in de
stand M,
- duw de versnellingspook naar het
teken «+» voor het schakelen in
een hogere versnelling,
- duw de versnellingspook naar het
teken «–» voor het schakelen in
een lagere versnelling.
U kunt op elk gewenst moment van
de stand D (automatische stand) in
de stand M (handbediende stand)
schakelen.
Opmerking : het schakelen van de ene in de andere versnelling is mogelijk
voorzover de snelheid van de auto en het motortoerental dit toelaten.
De programma's Sport en Sneeuw werken niet in de handschakelstand.
- Zolang in het schakelschema de stand waarin geschakeld is knippert,
betekent dit dat de betreffende versnelling nog niet is ingeschakeld.
- Wanneer de stand permanent verlicht is, is de stand ingeschakeld.
- Het knipperen van het complete schakelschema duidt op een storing ;
raadpleeg zo snel mogelijk een CITROËN-dealer.