Download Print deze pagina

CITROEN C5 2003 Instructieboekje pagina 14

Verberg thumbnails Zie ook voor C5 2003:

Advertenties

10
Het systeem bevat verder een sire-
ne en een lampje dat zichtbaar is
van buitenaf en een van de volgen-
de mogelijke toestanden van het
alarmsysteem aanduidt:
• Alarm niet actief (sluimerstand
uitgeschakeld), lampje uit.
• Alarm actief (in sluimerstand),
lampje knippert langzaam.
• Alarm in werking (inbraaksig-
naal), lampje knippert snel.
A n t i - i n b r a a k a l a r m
Uw auto is mogelijk voorzien van een
ANTI-INBRAAKALARM. Dit zorgt voor :
• Een perimetrische (uitwendige) beveili-
ging d.m.v. detectoren op de portieren,
de achterruit van de break, de achter-
klep, de motorkap en de elektrische
voeding.
• Een volumetrische beveiliging of interi-
eurbeveiliging via ultrasone sensoren
(bewegingsmelders). U kunt deze uit-
schakelen via de schakelaar op het
dashboard.
Uitschakelen van het alarm met de sleutel
Ontgendel de portieren met de sleutel en ga in de auto zitten (de sirene gaat
binnen 30 seconden af). Steek vervolgens de sleutel in het contact ; na her-
kenning van de code zal het alarm uitgeschakeld worden.
Uitschakelen van het alarm met de afstandsbediening
Het alarm wordt automatisch uitgeschakeld bij het ontgrendelen van de auto
(druk op de toets B van de afstandsbediening).
A
B
Beschermende zekeringen
(onder dashboard)
F4 - F11

Advertenties

loading