Accu (zie "Accu")
Als de twee accupolen via metaal met
elkaar in contact komen of wanneer de
(+)-pool van de accu contact maakt
met de carrosserie, dan kan dit kortslui-
ting veroorzaken met ernstige brand-
wonden en brand tot gevolg.
De accu bevat zwavelzuur, wat gevaar-
lijk is voor de huid en de ogen.
Bij elke ingreep aan de accu is het dra-
gen van beschermende kleding (hand-
schoenen, bril) dan ook noodzakelijk.
Uit de accu ontsnappen kleine hoeveel-
heden waterstof, dat onder bepaalde
omstandigheden explosief kan zijn ;
kom daarom nimmer met vuur in de
buurt van de accu.
Blokkering van de brandstoftoe-
voer
Uw auto is voorzien van een veilig-
heidssysteem dat de brandstoftoe-
voer naar de motor blokkeert in ge-
val van een botsing.
Slepen (zie "Slepen - oplichten")
Wij herinneren u eraan dat u 24 uur
per dag een beroep kunt doen op
onze hulpdienst Citroën Assistan-
ce. De sleepkosten als gevolg van
elke aan de wagen ontstane techni-
sche storing worden gedurende
drie jaar na de eerste aflevering
vergoed.
* Afhankelijk van model, uitvoering
of land
V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N *
Radiateur
De koelvloeistof bereikt of overschrijdt onder normale omstandigheden de
100°C. Draai dan ook nooit de dop van een warme radiateur los, ge-
zien het gevaar van opspatten en ontsnappen van zeer hete vloeistof en
dampen (zie hoofdstuk - Onderhoud - "Niveaus, controles").
Olie
Onder normale omstandigheden overschrijdt de motorolietemperatuur de
130°C: gevaar van verbrandingen.
Uitlaat
Hetzelfde geldt voor de onderdelen van de uitlaat. Let op de hoge tempera-
tuur van deze componenten.
Benzine
Let op het brandgevaar bij het hanteren van benzine en in geval van lekka-
ges.
Diesel
Vanwege de hoge druk in het brandstofcircuit van de HDi dieseluitvoering is
voor ingrepen aan dit systeem specialistische kennis vereist. Het is derhalve
verstandig dergelijke verrichtingen toe te vertrouwen aan een CITROËN-
dealer.
- Houd kinderen op een veilige afstand van de auto.
- Verricht geen ingrepen langs de rijbaan.
Indien het echt niet anders kan, verricht dan alleen ingrepen in de nabij-
heid van het verkeer nadat u alle nodige voorzorgsmaatregelen heeft ge-
troffen.
- Breng de inzittenden op een plaats buiten de auto en van de rijbaan ver-
wijderd in veiligheid (vluchtstroken en bermen zijn geen veilige plaatsen)
- Breng de gevarendriehoek aan en ontsteek de waarschuwingsknipper-
lichten.
- Doe bij voorkeur een beroep op een professionele, door CITROËN er-
kende hulpinstantie.
HOUD TE ALLEN TIJDE DE VOLGENDE
VEILIGHEIDSREGELS IN ACHT:
XV