V E R V A N G E N
4
2
3
KOPLAMPUNIT VOOR
Dimlichten
Grootlicht/Mistlampen
Parkeerlichten
Richtingaanwijzer
N.b. : Onder bepaalde gebruiks-
omstandigheden kan zich op het
koplampglas een dun laagje con-
dens vormen.
Indien de koplamp voor-
zien is van dit symbool, is
vanwege het gevaar van
elektrocutie elke ingreep
m.b.t. het vervangen van de xenon
D2R gloeilampen voor de dimlich-
ten
voorbehouden
aan
CITROËN-dealer.
V A N
1
Dimlichten
Neem de kunststof beschermkap
los door deze met een kwartslag te
verdraaien.
Maak de stekker los.
Druk op de klemmen en maak de-
ze los.
Trek de gloeilamp naar buiten.
Lamp:
- H7 Voor auto's zonder xenonlam-
pen.
- Xenon D2R Voor auto's uitgerust
met xenonlampen.
Let op:
Vervang de halogeenlampen nadat de koplampen minstens enkele minu-
ten gedoofd zijn (om te voorkomen dat u uw vingers ernstig brandt).
Raak de nieuwe lamp niet met de blote vingers aan, maar gebruik een
niet-pluizende doek.
een
Het gebruik van anti U.V.-lampen is essentieel voor het behoud van
de kwaliteit van de koplampen.
D E
L A M P E N
Grootlicht/Mistlampen
Neem de kunststof beschermkap
los door deze met een kwartslag te
verdraaien.
Maak de stekker los.
Druk op de klemmen en maak de-
ze los.
Trek de gloeilamp naar buiten.
Lamp:
- H4 Voor auto's zonder xenonlam-
pen.
- H1 (zonder mistlamp) Voor auto's
uitgerust met xenonlampen.
139