Handmatige bediening van bepaalde functies
Het is mogelijk om een of meer van de volgende functies handmatig in te stellen, terwijl de automatische regeling van
de andere functies gehandhaafd blijft. Het lampje van de functie "AUTO" is in deze situatie gedoofd.
5 - Economy-stand
Druk op de schakelaar in het dashboard.
De airconditioning is uitgeschakeld.
Lampje brandt = economy-stand.
Om het beslaan van de ruiten bij koud of vochtig weer te
voorkomen, is het raadzaam de functie AUTO te gebrui-
ken.
N.B. : het condenswater van de aircocompressor wordt via een speciale opening afgevoerd, waardoor zich een plasje
water onder uw geparkeerde auto kan vormen.
Voor het behoud van de afdichting van de aircocompressor, adviseren wij om minstens één keer per maand
de airconditioning aan te zetten.
Het gebruik van de airconditioning is in alle seizoenen nuttig omdat het de luchtvochtigheid terugdringt en voorkomt
dat de ruiten beslaan.
A u t o m a t i s c h e
a i r c o n d i t i o n i n g
Door op de toets AUTO te drukken,
wordt opnieuw de automatische stand verkregen.
6 - Recirculatie van de interieurlucht
Met een druk op de toets wordt het interi-
eur afgesloten van de buitenlucht en
brandt het corresponderende controle-
lampje.
Met deze stand kunt u de aanvoer van buitenlucht stop-
pen, wanneer u door een onaangenaam ruikende om-
geving rijdt. Zet de ventilatie, zodra de omstandigheden
dit toelaten, weer in een normale stand om het interieur
te voorzien van verse lucht en om te voorkomen dat de
ruiten beslaan.
Druk hiertoe op de toets " AUTO " of druk opnieuw op
de toets voor de recirculatie van de interieurlucht.
97