Download Print deze pagina

CITROEN C5 2003 Instructieboekje pagina 178

Verberg thumbnails Zie ook voor C5 2003:

Advertenties

VI
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de voor-
airbags:
• De autogordels moeten altijd worden gedragen.
• Plak of bevestig nooit iets op het midden van het stuur-
wiel, aangezien hierdoor verwondingen aan het gezicht
kunnen ontstaan wanneer de airbag afgaat.
• Er mogen zich geen voorwerpen tussen de inzittende
en de airbag bevinden.
• Houd tijdens het rijden nooit het stuur bij de spaken
vast en laat evenmin uw handen op het centrale stuur-
gedeelte rusten.
• Rook niet op zitplaatsen voorzien van airbag (hierdoor
kunnen brandwonden of andere verwondingen ont-
staan bij het afgaan van de airbag).
• Laat nooit een accessoire of voorwerp op het dash-
board rusten en zorg ervoor dat zich geen obstakels
tussen de inzittende en de airbag bevinden die de wer-
king van de airbag kunnen hinderen en de inzittende
voorin tijdens het afgaan van de airbag kunnen ver-
wonden.
• Let erop dat de passagier voorin tijdens het rijden zijn
voeten niet op het dashboard legt.
• Kinderen onder de tien jaar moeten altijd achterin
plaatsnemen (zie "kinderbeveiligingsmiddelen").
• De bestuurder en de voorpassagier moeten de ge-
woonte hebben een verticale en normale zitpositie in te
nemen om te voorkomen dat men te dicht bij het stuur
of het dashboard zit en om het afgaan van de airbags
niet te hinderen.
* Afhankelijk van model, uitvoering
of land
A i r b a g *
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de zijair-
bags:
• De autogordels moeten altijd worden gedragen.
• Plak of bevestig nooit iets op de rugleuningen van de
voorstoelen, aangezien hierdoor verwondingen aan
borst of armen kunnen ontstaan, wanneer de zijairbag
afgaat.
• Er mogen zich geen obstakels tussen de inzittende en
de zijairbag bevinden.
• Breng alleen speciale, door CITROËN geleverde stoel-
hoezen aan.
• De bestuurder en de voorpassagier moeten de ge-
woonte hebben een verticale en normale zitpositie aan
te houden en voorkomen dat het bovenlijf zich dichter-
bij het portierpaneel bevindt dan noodzakelijk.
Voorzorgsmaatregelen
hoofdairbags:
• De autogordels moeten altijd worden gedragen.
• Plak of bevestig nooit iets op de stijlen en het dak, aan-
gezien hierdoor verwondingen aan het hoofd kunnen
ontstaan wanneer de hoofdairbag afgaat.
• Er mogen zich geen obstakels tussen de inzittende en
de hoofdairbag bevinden.
• De bestuurder en de voorpassagier moeten de ge-
woonte hebben een verticale en normale zitpositie aan
te houden en het hoofd niet dichter bij de zijruit houden
dan noodzakelijk.
WAARSCHUWING:
Voor uw eigen veiligheid is het van belang dat u met uw rug
steeds tegen de rugleuning rust.
met
betrekking
tot
de

Advertenties

loading