Inhoud van de brandstoftank (in
liters):
- circa 66 (benzine-uitvoering).
- circa 68 (dieseluitvoering).
B R A N D S T O F
Het tanken dient te gebeuren met afgezette motor en contact uit.
Druk aan de bovenkant tegen het brandstoftankklepje (zie pijl) om dit te ope-
nen. Aan de binnenzijde bevindt zich een sticker.
(Zie « Brandstofsoort »).
Sluit de brandstoftanklep en druk ertegen om deze te vergrendelen.
Tankdop met slot
Openen of sluiten: draai de sleutel een kwartslag rond.
Niet-afsluitbare dop
Het ver- of ontgrendelen van de klep van de brandstoftank gebeurt via de
centrale vergrendeling.
Verdraai de dop een kwartslag om te openen of te sluiten.
Bevestig voor het tanken de tankdop op de daarvoor bestemde plaats op de
steun aan de binnenkant van de brandstoftankklep
Voor benzineauto's die uitgerust zijn met katalysator geldt dat het tan-
ken van loodvrije benzine verplicht is.
De vulopening heeft een vernauwing om het risico dat de verkeerde brand-
stof wordt getankt te beperken.
Wanneer bij het vullen van de brandstoftank het tankpistool voor de
derde keer afslaat, moet u niet verder tanken, aangezien anders sto-
ringen in de werking van uw auto kunnen optreden.
LET OP: Indien per vergissing de verkeerde brandstofsoort
worden afgetapt alvorens u de motor start.
T A N K E N
is getankt, moet de brandstoftank beslist
15