V O O R Z O R G S M A A T R E G E L E N
XXIII
V O O R
D E
W I N T E R *
Ruitensproeiervloeistof
Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid bij voorkeur de door CITROËN goedgekeurde produc-
ten.
Starten bij extreme kou: aangezien de motor- en versnellingsbakolie onder deze omstandigheden minder vloeibaar
zijn dan normaal, raden wij u aan het koppelingspedaal in te trappen alvorens u de motor start. Laat het koppelingspe-
daal als de motor loopt langzaam opkomen.
Voorverwarming diesel
Uw auto is uitgerust met een voorverwarmingssysteem voor de brandstof om toevoerproblemen bij lage tempe-
raturen te voorkomen.
Radiateur - koelvloeistof
Gebruik uitsluitend de door CITROËN voorgeschreven koelvloeistof, die het koel- en verwarmingssysteem tegen
bevriezing en corrosie beschermt.
De koelvloeistof in alle nieuw afgeleverde auto's biedt bescherming tegen bevriezing tot -37 °C.
Sneeuwkettingen
Het is mogelijk sneeuwkettingen te gebruiken voor de bandenmaten vermeld in hoofdstuk – Praktische wenken
"Banden".
Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op de voorwielen.
Gebruik alleen fijnmazige sneeuwkettingen, afgestemd op uw auto ; raadpleeg een CITROËN-dealer.
Verwijder de sneeuwkettingen zodra u niet meer op besneeuwde wegen rijdt, omdat anders de rijeigenschappen
verslechteren, de banden aangetast worden en de sneeuwkettingen sneller slijten.
Advies
Tijdens het rijden met sneeuwkettingen dient u uw snelheid aan te passen aan de wegomstandigheden en het verkeer.
Wees voorzichtig bij plotseling remmen.
* Afhankelijk van model, uitvoering of land