Kindersloten
Na het in werking stellen hiervan
kan het betreffende achterportier
alleen nog van buitenaf worden ge-
opend.
De kindersloten werken onafhanke-
lijk van de centrale vergrendeling.
Steek de autosleutel in de rode
sleuf en draai hem vervolgens om.
N.B.: Wanneer de kindersloten op
beide achterportieren geactiveerd
zijn, wordt dit bij aangezet contact
gesignaleerd door het tijdelijk bran-
den van het corresponderende
dashboardlampje of het verschij-
nen van een melding op het multi-
functioneel display.
Telkens wanneer op de interieur-
vergrendelingstoets wordt gedrukt,
wordt de actieve status van de kin-
dersloten op het intrumentenpa-
neel of het display gesignaleerd.
O P E N E N
E N
A
Achterklep
Het ontgrendelen is mogelijk bij stil-
staande auto :
- met de afstandsbediening of met
de sleutel,
- met de toets voor de centrale ont-
grendeling in het interieur, of door
openen van een portier.
N.B.: wanneer de auto rijdt (boven
10 km/u) worden de achterklep en
de achterklepruit (break) in alle ge-
vallen vergrendeld.
Noodontgrendeling
Mocht de ontgrendeling van de achterklep niet
meer werken, dan kan het slot vanuit de koffer-
ruimte als volgt worden ontgrendeld:
- steek een puntig voorwerp in de slotopening
B (schroevendraaier of pen) en beweeg deze
om de achterklep te ontgrendelen.
S L U I T E N
Openen van buitenaf
Druk van onderen tegen de ont-
grendelbediening A tussen de ken-
tekenplaatlichten.
Sluiten van de achterklep
Om de achterklep te sluiten trekt u
deze aan de handgrepen in de be-
kleding aan de binnenzijde naar
beneden.
Druk de achterklep vervolgens he-
lemaal dicht.
13
B