ACHTERSPATBORD RECHTS
1. Dop brandstoftank
2. Beschermhoes
3. Slot tankdop
WAARSCHUWING
Als u een drukverschil vaststelt
(fluitend geluid terwijl u de
tankdop losdraait), laat uw
voertuig dan nakijken en/of re-
pareren voordat u er opnieuw
mee rijdt.
7. Steek het pistool in de vulmond.
8. Voeg langzaam brandstof toe
zodat lucht uit de tank kan ont-
snappen en vermijd dat brand-
stof terugvloeit. Let op dat u
geen brandstof morst.
9. Stop met tanken zodra de
brandstof de onderkant van de
vulmond bereikt. Nooit te veel
bijvullen.
WAARSCHUWING
Vul de brandstoftank nooit bij
voordat u het voertuig naar een
warme plaats verplaatst. Als de
temperatuur stijgt, gaat brand-
stof namelijk uitzetten waardoor
de tank kan overlopen.
10. Draai de dop van de brandstof-
tank rechtsom volledig aan.
11. Draai de sleutel rechtsom om
het slot van de tankdop te ver-
grendelen.
WAARSCHUWING
Wis op het voertuig gemorste
brandstof onmiddellijk weg.
OPMERKING
op de dop van de brandstoftank.
Als de ventilatieopening in de
dop van de brandstoftank wordt
afgesloten, kan de motor weige-
ren.
BRANDSTOF
Plaats nooit iets
91