RIJDEN MET UW VOERTUIG
Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met
uw voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen. Sommige
regels zullen nieuw zijn voor u, en sommige zijn vanzelfsprekend en be-
rusten op gezond verstand.
Neem a.u.b. de tijd om deze Gebruikershandleiding, alle veiligheidslabels
op het product en de VEILIGHEIDS-DVD die bij uw voertuig werd geleverd
door te nemen. Deze geven een meer volledige beschrijving van de zaken
die u over uw voertuig moet weten voordat u ermee rijdt.
Of u nu een nieuwe gebruiker of een ervaren chauffeur bent, voor uw ei-
gen veiligheid dient u de bedieningselementen en kenmerken van dit
voertuig goed te kennen. Al net zo belangrijk is een juiste rijstijl.
Wij raden aan dat u de aanbeveling voor de minimumleeftijd volgt, vermeld
op het veiligheidslabel op het voertuig. Zelfs als een iemand tot de leef-
tijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt
het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsver-
mogen om veilig met dit voertuig te rijden. Dit kan tot ernstige ongelukken
leiden.
Personen met een verstandelijke of lichamelijke handicap die grote risico's
nemen lopen meer kans om te kantelen en dus meer gevaar op ernstig
letsel of zelfs de dood.
Niet alle voertuigen zijn gelijk. Elk voertuig heeft een heel eigen rijgedrag,
specifieke bedieningselementen en kenmerken. Elk voertuig rijdt anders
en wordt anders bestuurd.
Neem rustig de tijd om alle bedieningselementen en de algemene bestu-
ring van het voertuig te leren kennen, alvorens op offroad avontuur te
vertrekken. Oefen het rijden in een geschikte omgeving zonder gevaren
en leer de respons van elk bedieningselement kennen. Rijd traag. Voor
hogere snelheden heeft u meer ervaring, kennis en goede rijomstandig-
heden nodig.
De rijomstandigheden verschillen van streek tot streek. Ze worden beïn-
vloed door de weersomstandigheden, die sterk kunnen variëren van dag
tot dag en van seizoen tot seizoen.
Op zand rijden is totaal verschillend van rijden door de sneeuw, in een
bos of moerasgebied. Elke locatie vraagt uw volle aandacht en specifieke
rijvaardigheden. Schat de situatie goed in. Rijd altijd voorzichtig. Neem
nooit onnodige risico's, waardoor u zou kunnen vastlopen of gewond raken.
Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onver-
wachte terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere
of hardere "grond" of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen
of onstabiel worden. Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om
dit te voorkomen. Dreigt het voertuig toch te kantelen of om te kiepen,
dan kunt u beter onmiddellijk afstappen, WEG van de richting waarin het
voertuig kantelt!
Als de wegcode in uw streek het gebruik van uw voertuig op de openbare
weg toelaat, begeef u dan enkel voor korte afstanden op de weg en enkel
om uw voertuig van één offroad-locatie naar een andere te verplaatsen.
Rijd altijd traag met uw voertuig (nooit sneller dan 65 km/h) en vertraag
voordat u een bocht neemt. Dit voertuig is achteraan niet uitgerust met
VEILIGHEIDSINFORMATIE
53