Key Edit-parameters
Als u wijzigingen wilt aanbrengen in de geluiden waaruit een voice bestaat en in de basisparameters waardoor het geluid wordt
gedefinieerd, zoals oscillator, pitch, filter, amplitude en EG (Envelope Generator), roept u de display Key Edit op.
Over de asteriskmarkeringen (*)
Voor gebruikers die voor het eerst met voicebewerking kennismaken en wellicht in de war raken van de grote hoeveelheid parameters, zijn
de meest elementaire en gemakkelijk te begrijpen parameters in deze paragraaf handig gemarkeerd met een asterisk (sterretje). Als u net
begint met voicebewerking, kunt u deze parameters het eerst proberen.
De golfvorm en het nootbereik van
de toets instellen—[F1] Oscillator
In deze display kunt u de golfvorm en het nootbereik van de
geselecteerde toets instellen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
OPMERKING
Afhankelijk van de geselecteerde parameter verschijnt het
pictogram LIST in het tabbladmenu dat hoort bij de knop
[SF6]. Nu kunt u de lijst oproepen met de knop [SF6] LIST
en vervolgens het gewenste item in de lijst selecteren.
Zie pagina 37 voor meer informatie.
1 Toets*
Hiermee bepaalt u de drumtoets die moet worden bewerkt.
U kunt het gewenste percussie-instrument selecteren door
de toets in te drukken.
Instellingen: C0 – C6
2 Element Switch*
Hiermee wordt bepaald of de momenteel geselecteerde
toets al dan niet wordt gebruikt. Als deze parameter is
uitgeschakeld, produceert de momenteel geselecteerde
toets geen geluid.
Instellingen: off (inactief), on (actief)
3 Wave Bank (Waveform Bank)*
Hiermee wordt de Waveform Bank bepaald die wordt
toegewezen aan de drumtoets. U kunt voor de bank een
keuze maken uit PRE, USR, FL1 en FL2.
PRE (bank met vooraf ingestelde waarden) bevat de vooraf
ingestelde golfvormen en USR (gebruikersbank), FL1
(de bank die is opgeslagen in sleuf 1 van de optionele
uitbreidingsmodule voor het Flashgeheugen) en FL2
(de bank die is opgeslagen in sleuf 2 van de optionele
geheugenuitbreidingsmodule voor het Flashgeheugen)
bevatten de gebruikersgolfvormen die zijn gemaakt op basis
van de samples die zijn opgenomen in de modus Sampling.
FL1 en FL2 zijn alleen beschikbaar wanneer de optionele
uitbreidingsmodule voor het Flashgeheugen FL512M/
FL1024M is geïnstalleerd.
Instellingen: PRE, USR, FL1, FL2
[VOICE] selectie Drum Voice [EDIT] selectie Key
OPMERKING
Raadpleeg de uitleg bij de modus Sampling op
pagina 119 voor meer informatie over Waveform.
4 Wave Main Category (Waveform Main Category)*
5 Wave Sub Category (Waveform Sub Category)*
Het is gemakkelijker gewenste golfvormen (6) te vinden
door deze parameters in te stellen voordat u een
golfvormnummer selecteert. De vooraf ingestelde
golfvormen zijn ingedeeld in een hoofdcategorie (Main) en
een subcategorie (Sub). Het aantal subcategorieën verschilt
)
!
per hoofdcategorie.
@
#
6 Wave Number (Waveform Number)*
$
Hiermee bepaalt u de golfvorm die wordt toegewezen aan
%
de drumtoets door de golfvormcategorie en het
^
golfvormnummer te selecteren. Raadpleeg de lijst met
golfvormen in de aparte datalijst voor een volledige lijst
&
golfvormen in de bank met vooraf ingestelde golfvormen.
7 Assign Mode*
Als deze parameter op 'single' is ingesteld, wordt dubbel
afspelen van dezelfde noot voorkomen. Dit is handig
wanneer twee of meer 'exemplaren' van dezelfde noot vrijwel
tegelijkertijd worden ontvangen of zonder een bijbehorend
noot-uit-bericht. Stel dit in op 'multi' als u elk exemplaar van
dezelfde noot wilt afspelen. In het algemeen is de instelling
'multi' aan te raden, vooral voor tamboerijn- en
cimbaalgeluiden die u wilt laten klinken en volledig laten
wegsterven als u deze herhaaldelijk afspeelt. Houd er
rekening mee dat de instelling 'multi' de algehele polyfonie in
beslag neemt en ertoe kan leiden dat geluiden worden
afgekapt.
Instellingen: single, multi
single
Als deze parameter wordt ingesteld op 'single' en het signaal voor het
dubbel afspelen van dezelfde noot wordt verzonden naar de interne
toongenerator, wordt de eerste noot gestopt en wordt de volgende
noot gespeeld.
multi
Als deze parameter wordt ingesteld op 'multi' en het signaal voor het
dubbel afspelen van dezelfde noot wordt verzonden naar de interne
toongenerator, worden alle noten gelijktijdig gespeeld.
8 Receive Note Off
Hiermee wordt bepaald of de geselecteerde drumtoets
al dan niet reageert op Midi-noot-uit-berichten. Stel deze
parameter in op 'on' wanneer de geselecteerde drumtoets
een continu, niet-wegstervend geluid heeft (zoals een snare
roll), zodat u het geluid kunt stoppen door de toets los
te laten.
Instellingen: off, on
Een drumvoice bewerken
87
MOTIF XF Naslaggids