3
Zet indien nodig de parameter Zone Switch op
'on' in de display Other.
4
Roep de display Common Edit (algemene
bewerking) of Zone Edit (zonebewerking) op.
Druk op de knop [COMMON EDIT] om de display
Common Edit op te roepen. U kunt bepalen welke modus
en welk programmanummer worden opgeroepen als de
Master wordt geselecteerd en u kunt de masternaam in
de modus Common Edit bepalen.
Om de display Zone Edit op te roepen, druk u op een van
de nummerknoppen [1] – [8] om de te bewerken zone te
selecteren. Hier kunt u diverse parameters instellen,
zoals het toetsenbordbereik en het MIDI-zendkanaal voor
elke zone in de modus Zone Edit.
Display Common Edit
Display Zone Edit
5
Activeer de display Edit met de parameters
die u wilt bewerken, door te drukken op de
knoppen [F1] – [F5] en [SF1] – [SF2].
Zie voor informatie over de parameters de pagina's 214
en 215.
6
Verplaats de cursor naar de gewenste
parameter.
7
Bewerk de waarde met de knoppen [INC/YES],
[DEC/NO] en de datadraaiknop.
8
Herhaal stap 4 – 7 zo vaak als gewenst.
9
Geef een naam op voor de master in de display
Name (pagina 214) van Common Edit.
10
Als u de bewerkte master wilt opslaan, drukt u
op de knop [STORE] om het venster Store
(pagina 213) te openen.
Zie pagina 213 voor gedetailleerde instructies over het
opslaan.
LET OP
• De bewerkte master gaat verloren wanneer u een andere
master selecteert, een andere modus oproept of de stroom
uitschakelt. Sla de masterdata op in het interne geheugen
door op de knop [STORE] te drukken voordat u een andere
master selecteert, een andere modus oproept of de stroom
uitschakelt.
Gebruiken als masterkeyboard (modus Master)
• Aangezien het gebruikersgeheugen waarin de master
wordt opgeslagen een flashgeheugen is, wordt de
bewerkte en opgeslagen master niet verwijderd, ook niet
als de stroom wordt uitgeschakeld. U hoeft zich dus geen
zorgen te maken over het verlies van opgeslagen data.
Met de bewerking Master Store worden echter wel de
masterdata overschreven die al zijn opgeslagen in het
masternummer van de bestemming. Daarom moet u van
belangrijke data altijd een backup bewaren op een
afzonderlijk USB-opslagapparaat of op een computer die
via het netwerk is aangesloten op de MOTIF XF
(pagina 241).
De [E]-indicator
Als u de waarde van de parameter wijzigt in de modus
Master Edit, verschijnt de Edit-indicator [E] in de
rechterbovenhoek van de display. Dit is een korte herinnering
dat de huidige master is gewijzigd maar nog niet is
opgeslagen. Als u de huidige bewerkte status wilt opslaan,
volgt u de onderstaande aanwijzingen op.
De gecreëerde master opslaan
1
Druk in de modus Master op de knop [STORE].
Het venster Master Store verschijnt.
2
Geef de bestemming op voor het opslaan van
de master.
Selecteer een masternummer als bestemming met
behulp van de draaiknop en de knoppen [INC/YES] en
[DEC/NO].
U kunt de knoppen [USER 1], [A] – [H] en [1] – [16]
gebruiken om een masternummer te selecteren.
3
Druk op de knop [ENTER]. (Op de display
wordt u gevraagd dit te bevestigen.)
Als u het opslaan wilt annuleren, drukt u op de
[DEC/NO]-knop.
4
Druk op de knop [INC/YES] om de
opslagbewerking uit te voeren.
Nadat de master is opgeslagen, verschijnt het bericht
'Completed' en keert u terug naar de display Master Play.
LET OP
Als u de opslaghandeling uitvoert, worden de instellingen voor
het bestemmingsgeheugen overschreven. Daarom moet u van
belangrijke data altijd een backup bewaren op een afzonderlijk
USB-opslagapparaat of op een computer die via het netwerk is
aangesloten op de MOTIF XF. Zie pagina 241 voor
gedetailleerde instructies over het opslaan.
[MASTER] [STORE]
MOTIF XF Naslaggids
213