Systeeminstellingen (modus Utility, enz.)
4 Type
Hiermee wordt het geluidstype van de klik bepaald. Er zijn
tien typen beschikbaar, waaronder het traditionele tikgeluid
van de metronoom.
Instellingen: 1 – 10
5 Recording Count
Hiermee wordt het aantal aftelmaten bepaald voordat het
opnemen daadwerkelijk wordt gestart nadat op de knop [F]
(Play) (afspelen) is gedrukt in de modus Record Standby.
Instellingen: off (opname begint zodra op de knop [F] wordt
gedrukt), 1 meas – 8 meas
6 Sampling Count in
Hiermee wordt het aantal aftelmaten bepaald voordat het
afspelen in de modus Song/Pattern daadwerkelijk wordt
gestart nadat u de handeling Sampling hebt uitgevoerd.
Deze parameterinstelling kan worden gebruikt wanneer
de parameter Type is ingesteld op 'sample+note' en de
parameter Trigger Mode is ingesteld op 'meas' in de modus
Sampling, wanneer deze wordt opgeroepen vanuit de modus
Song of Pattern.
Wanneer 'off' is geselecteerd, start het afspelen van de song
of het patroon zodra u de handeling Sampling start.
Instellingen: off, 1 meas – 8 meas
MIDI-filterinstellingen—[F2] MIDI Filter
In deze display kunt u instellen welke MIDI-events worden
herkend/verzonden via MIDI. De instellingen die u hier
opgeeft, zijn alleen van toepassing op afspeeldata voor
songs/patronen. De instellingen zijn niet van invloed op de
MIDI-events die zijn gegenereerd via uw toetsenspel of
paneelhandelingen en het afspelen van arpeggio in de modi
Voice en Performance. De afspeeldata voor songs/patronen
worden geleid door het MIDI-filter voordat ze naar het interne
toongeneratorblok worden gezonden en naar de MIDI OUT-
aansluiting.
MIDI-berichten die vanaf het externe MIDI-instrument worden
verzonden, worden eerst door het MIDI-filter geleid voordat
ze worden opgenomen op de song-/patroontrack. Ze worden
naar de interne toongenerator verzonden zonder dat ze door
het MIDI-filter gaan.
Sequencerblok
Toongeneratorblok
Toetsenbord/regelaars
MIDI-events waarop het filter wordt toegepast:
Note, Program Change, Control Change, Pitch Bend,
Channel After Touch, Polyphonic After Touch, System
Exclusive, Channel Mode Message
Instellingen: B (niet verzonden/herkend), A (verzonden/herkend)
232
MOTIF XF Naslaggids
MIDI-filter
MIDI OUT
MIDI IN
De functie Quick Setup gebruiken—
[F3] Quick (Quick Setup)
In deze display kunt u meteen toepasselijke
paneelinstellingen voor de sequencer oproepen door het
selecteren van handige vooraf geïnstalleerde setups,
waarmee u tegelijkertijd verschillende belangrijke
parameters met betrekking tot de sequencer kunt instellen.
1
2
De parameters Track INT Switch en Track EXT Switch zijn
OPMERKING
niet beschikbaar wanneer het venster Quick Setup wordt
opgeroepen vanuit de modus Performance.
1 Setup Number
Hiermee wordt het setupnummer bepaald.
De parameterinstellingen van de geselecteerde setup
worden rechts aangeduid als nieuwe instellingen (3).
Instellingen: 1 – 4
1
Using internal
Deze setup is handig wanneer u de
Sequencer
interne sequencerfunctie (Song of
Pattern) zelfstandig gebruikt.
2
Recording internal
Deze setup is nuttig wanneer u de
sequencer to
afspeeldata van een song of patroon
computer
verzendt naar een externe computer en
deze op de computer op
applicatiesoftware opneemt.
3
Recording on
Deze setup is handig wanneer u uw
computer
toetsenspel opneemt op computer-
software. Het sequencerblok van de
MOTIF XF wordt gesynchroniseerd met
de externe klok wanneer de MIDI-klok
uit het externe MIDI-apparaat komt.
Wanneer de MIDI-klok niet uit het
externe MIDI-apparaat komt, wordt het
sequencerblok van de MOTIF XF
gesynchroniseerd met de eigen
interne klok.
4
Recording Arpeggio
Deze setup is handig wanneer u de
to computer
arpeggioafspeeldata verzendt naar een
externe computer en deze op de
computer op applicatiesoftware
opneemt.
2 Huidige instellingen
Hier staan de huidige instellingen van de betreffende
parameters. Nadat u een setup hebt geselecteerd (1),
rechts aangeduid als nieuwe instellingen (3), drukt u op de
knop [ENTER] om de geselecteerde setup daadwerkelijk op
te roepen (1), die vervolgens wordt aangeduid als de
huidige instellingen (2).
3 Nieuwe instellingen
Hier staan de parameterinstellingen van de hierboven
geselecteerde setup (1).
3