Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitvoerinstellingen-[Sf1] Output; Invoegeffectaansluiting Van A/Dingang-[Sf2] Connect - Yamaha MOTIF XF Naslaggids

Inhoudsopgave

Advertenties

Performance bewerken
Instellingen van Audio In—
[F4] Audio In
U kunt parameters instellen voor de audio-ingang vanuit
de [A/D INPUT]-aansluiting en de IEEE1394-aansluiting.
OPMERKING
De FW-instellingen (FW1 – 14) zijn alleen beschikbaar
wanneer de optionele FW16E is geïnstalleerd.
Uitvoerinstellingen—[SF1] Output
1
2
3
4
5
6
7
1 Volume
Hiermee bepaalt u het uitvoerniveau van de audioinvoerpart.
Instellingen: 0 – 127
2 Pan
Hiermee bepaalt u de stereopanpositie van de
audioinvoerpart.
Instellingen: L63 (uiterst links) - C (midden) - R63 (uiterst rechts)
3 Mono/Stereo
Hiermee bepaalt u de signaalconfiguratie van de
audioinvoerpart of de wijze waarop de signalen worden
gerouteerd (stereo of mono).
Instellingen: L mono, R mono, L+R mono, stereo
L mono
Alleen het linkerkanaal van de audio-invoer wordt gebruikt.
R mono
Alleen het rechterkanaal van de audio-invoer wordt gebruikt.
L+R mono
De linker- en rechterkanalen van de audio-invoer worden gemengd en
bewerkt in mono.
stereo
Zowel het linker- als het rechterkanaal van de audio-invoer wordt
gebruikt.
4 Output Select
Hiermee bepaalt u de toewijzing van de uitgangsaansluiting
van de audioinvoerpart.
Instellingen: Zie de tabel hieronder.
LCD
Uitgangsaansluitingen
L&R
OUTPUT L en R
asL&R
ASSIGNABLE OUTPUT L en R
FW1&2
FW OUTPUT 1 en 2
FW3&4
FW OUTPUT 3 en 4
FW5&6
FW OUTPUT 5 en 6
FW7&8
FW OUTPUT 7 en 8
FW9&10
FW OUTPUT 9 en 10
FW11&12
FW OUTPUT 11 en 12
FW13&14
FW OUTPUT 13 en 14
asL
ASSIGNABLE OUTPUT L
asR
ASSIGNABLE OUTPUT R
106
MOTIF XF Naslaggids
FW1
FW14
ins L
(alleen A/D-
ingang)
OPMERKING
5 Reverb Send
Hiermee bepaalt u het zendniveau van het signaal van
de audio-ingangspart dat wordt verzonden naar het
reverbeffect. Hoe hoger de waarde is, hoe dieper de
reverb is.
Instellingen: 0 – 127
6 Chorus Send
Hiermee bepaalt u het zendniveau van het signaal van
de audio-ingangspart dat wordt verzonden naar het
choruseffect. Hoe hoger de waarde is, hoe dieper de
chorus is.
Instellingen: 0 – 127
7 Dry Level
Hiermee bepaalt u het niveau van de audio-invoerpart die
niet is bewerkt met de systeemeffecten (Reverb en Chorus).
Hoe hoger de waarde, hoe ondieper de reverb en chorus.
Instellingen: 0 – 127
Invoegeffectaansluiting van A/D-
ingang—[SF2] Connect
In deze display kunt u de invoegeffecttypen instellen die
worden toegepast op het audio-ingangssignaal in de modus
Performance. U kunt het System Effect instellen in de display
Effect (pagina 107). Het invoegeffect kan niet worden
toegepast op het audio-ingangssignaal via de IEEE1394-
aansluiting.
Stereo/mono
Stereo
Stereo
Stereo (1: L, 2: R)
Stereo (3: L, 4: R)
1 INSERTION CONNECT (Insertion Connection)
Stereo (5: L, 6: R)
In deze display kunt u de effectrouting instellen voor de
Stereo (7: L, 8: R)
invoegeffecten A en B. De instellingswijzigingen worden
Stereo (9: L, 10: R)
weergegeven in het diagram op de display en bieden u een
Stereo (11: L, 12: R)
goed overzicht van de manier waarop het signaal wordt
Stereo (13: L, 14: R)
gerouteerd.
Mono
Instellingen: Ins A F B, Ins B F A
Mono
LCD
Uitgangsaansluitingen
FW OUTPUT 1
:
:
FW OUTPUT 14
Interne Vocoder-module
U opent de lijst en selecteert het gewenste item door
op de knop [SF6] LIST te drukken. Zie pagina 37 voor
meer informatie.
1
Stereo/mono
Mono
:
Mono
Mono
2
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave