Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Yamaha MOTIF XF Naslaggids pagina 114

Inhoudsopgave

Advertenties

Performance bewerken
Arpeggio-instellingen—
[F3] ARP Other (Arpeggio Other)
Door de timing en aanslagsnelheid van de noten te wijzigen,
kunt u het ritmische 'gevoel' van het afspelen in arpeggio
wijzigen.
1
2
3
4
5
6
7
%
^
&
U kunt de display Four-Part niet oproepen vanuit
OPMERKING
deze display.
1 Unit Multiply
Hiermee past u de afspeeltijd voor de arpeggio's aan het
tempo aan. Met behulp van deze parameter kunt u een
arpeggiotype maken dat verschilt van het oorspronkelijke
type. Indien u bijvoorbeeld een waarde van 200% instelt,
wordt de afspeeltijd verdubbeld (de snelheid wordt
gehalveerd). Indien u echter een waarde van 50% instelt,
wordt de afspeeltijd gehalveerd en wordt de snelheid
verdubbeld. De normale afspeeltijd is 100%. U kunt deze
parameter rechtstreeks met de knop wijzigen.
Instellingen: 50%, 66%, 75%, 100%, 133%, 150%, 200%
2 Quantize Value*
Hiermee wordt bepaald op welke tellen de nootdata in de
arpeggiosequencedata worden gelijkgetrokken of op welke
tellen in de arpeggiosequencedata de swing wordt
toegepast. U kunt deze parameter rechtstreeks met de knop
wijzigen. Het getal rechts van elke waarde geeft aan dat er
bij de lengte vanuit wordt gegaan dat de kwartnootresolutie
480 is.
Instellingen: 2 60 (1/32-noot), 63 80 (1/16-noottriool), 6 120
(1/16-noot), 83 160 (1/8-noottriool), 8 240 (1/8-noot),
43 320 (kwartnoottriool), 4 480 (kwartnoot)
3 Quantize Strength
Hiermee wordt de 'sterkte' ingesteld waarmee nootevents
naar de dichtstbijzijnde quantizeertellen worden getrokken.
Een instelling van 100% leidt tot een exacte timing die is
ingesteld via de Quantize Value-parameter hierboven.
Een instelling van 0% leidt tot geen quantizering.
Een instelling van 50% resulteert hierin dat nootevents naar
het punt halverwege 0% en 100% worden getrokken.
U kunt deze parameter rechtstreeks met de knop wijzigen.
Instellingen: 0% – 100%
4 Swing*
Hiermee vertraagt u noten op even tellen (backbeats) om
een swinggevoel te creëren. Instellingen boven de
1 vertragen de arpeggionoten, terwijl instellingen onder de
1 deze versnellen. Een instelling van 0 leidt tot een exacte
timing die is ingesteld via de Quantize Value-parameter
hierboven, wat resulteert in geen swing. Als u deze instelling
verstandig toepast, kunt u swingritmen en een trioolgevoel
creëren, zoals shuffle en bounce. U kunt deze parameter
rechtstreeks met de knop wijzigen.
Instellingen: -120 – +120
114
MOTIF XF Naslaggids
5 Velocity Rate
Hiermee wordt bepaald hoeveel de aanslagsnelheid van het
afspelen in arpeggio wordt gewijzigd ten opzichte van de
oorspronkelijke waarde. Een instelling van 100% betekent
bijvoorbeeld dat de oorspronkelijke waarden worden
gebruikt. Instellingen onder 100% verlagen de
aanslagsnelheid van de arpeggionoten, terwijl instellingen
boven 100% de aanslagsnelheid zullen verhogen. Als de
resulterende snelheidswaarde kleiner is dan nul, wordt deze
8
ingesteld op 1. Als de resulterende waarde groter is dan 128,
9
)
wordt deze ingesteld op 127. U kunt deze parameter
!
rechtstreeks wijzigen met de knop.
@
#
Instellingen: 0% – 200%
$
6 Gate Time Rate
Hiermee wordt bepaald hoeveel de gatetijd (lengte) van
de arpeggionoten wordt gewijzigd ten opzichte van de
oorspronkelijke waarde. Een instelling van 100% betekent
bijvoorbeeld dat de oorspronkelijke waarden worden
gebruikt. Instellingen onder 100% verlagen de
aanslagsnelheid van de arpeggionoten, terwijl instellingen
boven 100% de aanslagsnelheid zullen verhogen.
De gatetijd kan niet verder worden verlaagd dan het normale
minimum van 1. Alle waarden buiten dit bereik worden
automatisch beperkt tot het minimum. U kunt deze parameter
rechtstreeks met de knop wijzigen.
Instellingen: 0% – 200%
7 Octave Range
Hiermee wordt het maximale arpeggiobereik in octaven
opgegeven. Met positieve waarden wordt het octaafbereik
voor het afspelen van arpeggio verhoogd, terwijl negatieve
waarden deze verlagen.
U kunt deze parameter rechtstreeks met de knop wijzigen.
Instellingen: -3 – +0 – +3
8 Loop
Als deze parameter wordt ingeschakeld, wordt de arpeggio
herhaald zolang de toetsen ingedrukt blijven. Als deze
parameter wordt uitgeschakeld, wordt de arpeggio slechts
eenmaal afgespeeld, zelfs als de toetsen ingedrukt blijven.
Instellingen: off, on
9 Triggermodus
Als deze parameter wordt ingesteld op 'gate', wordt het
afspelen van arpeggio gestart bij het indrukken van de toets.
Het afspelen wordt gestopt als u de toets weer loslaat. Als
deze parameter wordt ingesteld op 'toggle', wordt het
afspelen van arpeggio gestart en gestopt via het indrukken
van de toets. Als u de toets weer loslaat, is dit niet van
invloed op het afspelen van de arpeggio. U wordt
aangeraden deze parameter in te stellen op 'gate'.
Instellingen: gate, toggle
OPMERKING
De instelling 'toggle' van de modus Trigger krijgt voorrang
boven de instelling 'on' bij Hold in de hoofddisplay
Arpeggio (pagina 112). Met andere woorden: zelfs als de
parameter Hold is ingesteld op 'on', wordt met het
indrukken van de toets het afspelen van arpeggio gestart/
gestopt als de modus Trigger is ingesteld op 'toggle'.
) Accent Vel Threshold
(Accent Velocity Threshold)
Bepaalde vooraf ingestelde arpeggiotypen beschikken
over de speciale sequencedata die 'accentfrase' worden
genoemd en die alleen worden afgespeeld als een
aanslaggevoeligheid wordt ontvangen die hoger ligt dan
een opgegeven waarde. Met deze parameter wordt de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave