Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

Inhoud
Nieuwe functies in MODX versie 2.50..................................................................................................... 2
Aanvullende nieuwe performances................................................................................................................... 3
Nieuwe Smart Morph-functie ............................................................................................................................ 4
Extra patroonfuncties ...................................................................................................................................... 12
Verbeterde gebruikersinterface voor patronen ............................................................................................... 16
Nieuwe functie DAW Remote ......................................................................................................................... 18
Verbeterde bestuurbaarheid ........................................................................................................................... 21
Overig ............................................................................................................................................................. 23
Nieuwe functies in MODX versie 2.00................................................................................................... 24
Aanvullende nieuwe effecttypen ..................................................................................................................... 25
Aanvullende nieuwe performances................................................................................................................. 26
Nieuwe functie Pattern Sequencer ................................................................................................................. 27
Live Set ........................................................................................................................................................... 50
Scene.............................................................................................................................................................. 52
Edit.................................................................................................................................................................. 54
Utility ............................................................................................................................................................... 56
MIDI-gegevensontvangst met USB TO DEVICE ............................................................................................ 60
Verbeterde gebruikersinterface....................................................................................................................... 61
Sequencer Block............................................................................................................................................. 62
Nieuwe functies in MODX versie 1.10................................................................................................... 63
Play/Rec.......................................................................................................................................................... 64
Part Edit (Edit)................................................................................................................................................. 65
Utility ............................................................................................................................................................... 66
Dialoogvenster Control Assign........................................................................................................................ 67
Functie Panel Lock ......................................................................................................................................... 68
MUSIC SYNTHESIZER
Aanvullende handleiding
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Yamaha modx 6

  • Pagina 1: Inhoudsopgave

    MUSIC SYNTHESIZER Aanvullende handleiding Inhoud Nieuwe functies in MODX versie 2.50..................... 2 Aanvullende nieuwe performances........................3 Nieuwe Smart Morph-functie ..........................4 Extra patroonfuncties ............................12 Verbeterde gebruikersinterface voor patronen ....................16 Nieuwe functie DAW Remote ......................... 18 Verbeterde bestuurbaarheid ........................... 21 Overig ................................
  • Pagina 2: Nieuwe Functies In Modx Versie 2.50

    Nieuwe functies in MODX versie 2.50 Yamaha heeft een upgrade uitgebracht van de MODX-firmware, waaraan de volgende nieuwe functies zijn toegevoegd. In deze handleiding worden toevoegingen en wijzigingen beschreven met betrekking tot de bij uw instrument geleverde Naslaggids. • Er zijn nieuwe performances toegevoegd.
  • Pagina 3: Aanvullende Nieuwe Performances

    Aanvullende nieuwe performances De MODX heeft 32 nieuwe performances. Raadpleeg de datalijst voor informatie over de toegevoegde performances. MODX Aanvullende handleiding...
  • Pagina 4: Nieuwe Smart Morph-Functie

    Nieuwe Smart Morph-functie De Smart Morph-functie gebruikt machine learning om FM-X-geluiden te morphen. MODX leert de geluiden die zijn toegewezen aan Part 9 tot 16 via geavanceerde logica en plot elk geluid als een punt op de kaart. De afstand tussen de punten geeft overeenkomst van de geluiden aan.
  • Pagina 5 OPMERKING Wanneer de huidige weergave de Smart Morph-display is en de performance nog geen Smart Morph-gegevens heeft, worden vier Parts met verschillende gegevens weergegeven. OPMERKING Op de Live Set-display geeft een speciaal FM-X-pictogram aan of de toegewezen performance al dan niet Smart Morph-gegevens heeft.
  • Pagina 6 Smart Morph Play [PERFORMANCE]  [Smart Morph]  [Play] Handeling Kaart Tik op deze display op de Smart Morph-kaart om het FM-X-geluid voor Part 1 te wijzigen. Edit [PERFORMANCE]  [Smart Morph]  [Edit] Handeling Partij niet in gebruik Partij niet in gebruik Roept de Part Category Search-display op voor het selecteren van een FM-X-geluid wanneer u op een van de plusknoppen (+) tikt.
  • Pagina 7 Display Bepaalt of elke partij wordt aangegeven met de hoofdcategorie of met de naam van de partij. Learn Start het leren (maken van de kaart) als u hierop tikt. Tijdens de verwerking zijn sommige interfacebewerkingen uitgeschakeld en wordt de knop [Cancel] weergegeven in plaats van [Learn]. Als u de verwerking annuleert, keert de kaart terug naar de status van voor het leren.
  • Pagina 8 Geeft de grootte van de waarde voor de geselecteerde parameter weer als een rode tint. Raadpleeg “Parameters die kunnen worden ingesteld voor Red, Green en Blue” (pagina 9) voor de instellingswaarden. Green Geeft de grootte van de waarde voor de geselecteerde parameter weer als een groene tint. Raadpleeg “Parameters die kunnen worden ingesteld voor Red, Green en Blue”...
  • Pagina 9 Parameters die kunnen worden ingesteld voor Red, Green en Blue FM Common FM Operator (op1 – op8) Naam van parameter Weergegeven Naam van parameter Weergegeven Naam van parameter Weergegeven naam naam naam Oscillator Key On Key On Reset Random Pan Depth Random Pan Filter Cutoff Key Follow Flt Cutoff/Key...
  • Pagina 10 Super Knob [PERFORMANCE]  [Smart Morph]  [Super Knob] Handeling Super Knob Link Voegt van begin tot eind een effect toe aan de Superknop wanneer dit is ingesteld op ON. Instellingen: On, Off Start Bepaalt de positie op de kaart die overeenkomt met de minimumwaarde van de Superknop. Raak met de cursor op Start de kaart aan om de startpositie in te stellen.
  • Pagina 11 [PERFORMANCE]  [Smart Morph]  [Job] Handeling Load Smart Morph Opent de Load-display. Selecteer een andere performance op de Load-display om de Smart Morph-gegevens in die performance naar de huidige performance te laden. Delete Smart Morph Verwijdert de Smart Morph-gegevens in de huidige performance. Delete Part 9 –...
  • Pagina 12: Extra Patroonfuncties

    Extra patroonfuncties Play/Rec Patroon  Opnemen, afspelen U kunt nu een geluid selecteren in de Part Category Search-display terwijl u patronen opneemt. [PERFORMANCE]  [Play/Rec]  [Pattern]  [I] (Record)-knop  [R] (Play)-knop  Tik op de naam van de partij  Handeling Selecteer [Category Search] in het weergegeven menu ...
  • Pagina 13 Song/Event Get Phrase Op de Get Phrase-display kunt u nu 'All' opgeven voor de bron- en doeltracks. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Song/Event]  [Get Phrase] Handeling *1 Bron Track Bepaalt de track die moet worden opgehaald (gekopieerd). *2 Doel Track Bepaalt de doeltrack voor het kopiëren.
  • Pagina 14 Track Bepaalt de track die u wilt wissen. Scene Bepaalt de scène die u wilt wissen. Start Measure Bepaalt de positie van de startmaat waarop de taak wordt toegepast. Bereik: 001 – 257 Start Beat Bepaalt de positie van de starttel waarop de taak wordt toegepast. Instellingen: Hangt af van de geselecteerde maatsoort Start Clock...
  • Pagina 15 Play FX U kunt nu toepasselijke scènes opgeven wanneer Normalize Play FX wordt uitgevoerd. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Play FX] Handeling Scene Bepaalt de scène waarop de taak moet worden toegepast. Bereik: All, 1 – 8 MODX Aanvullende handleiding...
  • Pagina 16: Verbeterde Gebruikersinterface Voor Patronen

    Verbeterde gebruikersinterface voor patronen  Toevoeging van de Pattern Chain Switch U kunt nu instellingen voor ketensgewijs afspelen voor elk patroon opslaan op de Pattern-display en Chain-display. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE]  [Play/Rec]  [Pattern] Handeling Chain Bepaalt of afspelen van ketens al dan niet buiten de Chain-display kan worden gebruikt. Instellingen: Off, On OPMERKING...
  • Pagina 17  Pictogramweergave positie van ketengewijs afspelen Er wordt nu een pictogram weergegeven naast de scène die wordt afgespeeld op het Chain-display. [PERFORMANCE]  [Play/Rec]  [Pattern] of [PERFORMANCE]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Chain] Handeling  Toevoeging van Undo/Redo U kunt nu op elke display Undo/Redo voor taken gebruiken.
  • Pagina 18: Nieuwe Functie Daw Remote

    Nieuwe functie DAW Remote U kunt nu DAW-software op uw computer bedienen vanaf MODX. De DAW Remote-functie kan alleen worden gebruikt als de computer is aangesloten via een USB-kabel. U kunt geen MIDI- kabels gebruiken. De DAW Remote-functie configureren Instellingen op MODX Raadpleeg de gebruikershandleiding voor gebruik met een computer.
  • Pagina 19: Ableton Live

     Ableton Live Selecteer [Live]  [Preferences...]. Selecteer in de weergegeven [Preferences]-display het tabblad [Link MIDI]. Stel op het weergegeven tabblad [Control Surface] in op [MackieControl]. Stel [Input] en [Output] in op [MODX (Port2)]. (Optioneel) Schakel [Remote] in in [Input: MackieControl-ingang (MODX (Port2))] van [MIDI Ports]. (Optioneel) Schakel naar [Options] ...
  • Pagina 20 Solo Dit wordt weergegeven in de pop-uplijst wanneer u op de knop [PART SELECT MUTE/SOLO] drukt. Solo wordt uitgevoerd vanaf Port 2. Dit wordt weergegeven in de pop-uplijst wanneer u op de knop [PART SELECT MUTE/SOLO] drukt. Rec Enable wordt uitgevoerd vanaf Port 2.
  • Pagina 21: Verbeterde Bestuurbaarheid

    Verbeterde bestuurbaarheid  Signaalstroom-sneltoetsen U kunt nu de Audio I/O-display oproepen door op te tikken in de buurt van USB Volume in de audiosignaalbaan. De cursor springt automatisch naar USB Volume op de Audio I/O-display. [PERFORMANCE]  [EDIT]  [COMMON]  [USB Monitor] Handeling U kunt nu de USB Monitor-display oproepen door op te tikken in de buurt van Monitor Volume in de audiosignaalbaan.
  • Pagina 22 U kunt nu Local Control in- en uitschakelen door te tikken in de buurt van de Local Control-schakelaar in de MIDI-signaalbaan. [Utility]  [Settings]  [MIDI I/O] Handeling  De voetschakelaar gebruiken om het tempo in te stellen Tap Tempo is toegevoegd aan de Footswitch Assign Control Number-instelling, zodat u het tempo gemakkelijk kunt instellen met behulp van de voetschakelaar.
  • Pagina 23: Overig

     Instelling voor weergave van partijnamen na het opstarten U kunt nu de weergavestatus van de type- en naamschakelaars instellen die worden weergegeven nadat de MODX is opgestart. [Utility]  [Settings]  [System] Handeling Part-display Bepaalt wat automatisch wordt weergegeven in de Part-display wanneer de MODX wordt opgestart: Categorie- en partijtypen (Type) of partijnamen (Name).
  • Pagina 24: Nieuwe Functies In Modx Versie 2.00

    Nieuwe functies in MODX versie 2.00 Yamaha heeft een upgrade uitgebracht van de MODX-firmware, waaraan de volgende nieuwe functies zijn toegevoegd. In deze handleiding worden toevoegingen en wijzigingen beschreven met betrekking tot de bij uw instrument geleverde Naslaggids. • Er zijn nieuwe effecttypen toegevoegd.
  • Pagina 25: Aanvullende Nieuwe Effecttypen

    Aanvullende nieuwe effecttypen De volgende nieuwe effecttypen zijn toegevoegd in de categorie Misc. Effecttype Omschrijving Parameter Omschrijving VCM Mini Filter Maakt het geluid "dikker" Cutoff Bepaalt de afsnijfrequentie van het filter. en strakker. Resonance Bepaalt de resonantie van het filter. Dit effect emuleert de Type Bepaalt het type van het filter.
  • Pagina 26: Aanvullende Nieuwe Performances

    Aanvullende nieuwe performances De MODX heeft 52 nieuwe performances. Raadpleeg de datalijst voor informatie over de toegevoegde performances. MODX Aanvullende handleiding...
  • Pagina 27: Nieuwe Functie Pattern Sequencer

    Nieuwe functie Pattern Sequencer Met deze nieuwe functie kunt u patroonsequences opnemen voor elke scène. Play/Rec Patroon  Afspelen/Wachten op afspelen [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern] Handeling Pattern Name Geeft de naam van het geselecteerde patroon aan. Door de parameter aan te raken, roept u het menu op waarmee u een patroon kunt laden of hernoemen of een nieuw patroon kunt laden.
  • Pagina 28 Length Bepaalt de lengte van de volledige sequence in de geselecteerde scène. Bereik: 1 – 256 Key On Start Bepaalt of wordt begonnen met het opnemen of afspelen van het patroon wanneer u het keyboard bespeelt. Instellingen: Off, On Store Pattern & Perf Settings Slaat de bewerkte patroongegevens en de koppeling naar de geselecteerde performance op.
  • Pagina 29  Opnemen [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [I] (Record)-knop  [R] (Play)-knop Handeling [SHIFT] ingedrukt houden + toets om te wissen U kunt specifieke nootgebeurtenissen verwijderen door op de knop [SHIFT] te drukken en de toetsen te spelen die overeenkomen met de noten die u wilt verwijderen.
  • Pagina 30: Overzicht

    Overzicht [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job] Handeling Type Als u op deze knop drukt, verandert de weergegeven tekst van de partij in hoofdcategorie en subcategorie. Deze knop werkt synchroon met de bijbehorende knop op de display Play/Rec. Als u de ene knop verandert, verandert de andere ook.
  • Pagina 31 Opmerking Quantize Kwantisering is het proces van aanpassen van de timing van nootevents door deze dichter bij de eerstvolgende exacte tel te plaatsen. U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken om de timing te verbeteren van een toetsenspel dat realtime is opgenomen. [R](Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)] ...
  • Pagina 32 Strength Stelt de mate of "magnetische sterkte" in waarop Quantize wordt toegepast. De instelling 100% resulteert in een exacte timing. De instelling 0% leidt tot geen kwantisering. Bereik: 0% – 100% Swing Rate Hiermee worden de noten selectief op even tellen (backbeats) vertraagd om een swinggevoel te verkrijgen. Als het metrum bijvoorbeeld 4/4 is en de kwantiseringswaarde is kwartnoten, worden de 2e en 4e tel van de maat vertraagd.
  • Pagina 33 Offset Hiermee voegt u een vaste waarde toe aan de voor snelheid aangepaste aanslagwaarden. De instelling 0 veroorzaakt geen wijziging. Waarden onder 0 verkleinen de aanslagen, waarden boven de 0 verhogen de aanslagen proportioneel. Wanneer de parameter Set All is ingesteld op een andere waarde dan 'Off', kan deze parameter niet worden gewijzigd. Bereik: -127 –...
  • Pagina 34 Cresc. (Crescendo) Met deze taak kunt u een crescendo of decrescendo maken voor een opgegeven notenbereik. (Crescendo is een geleidelijke toename in volume en decrescendo is een geleidelijke afname.) [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Note]  [Cresc.] Handeling Velocity Range Bepaalt de intensiteit van het crescendo of decrescendo.
  • Pagina 35 Transpose Met deze taak kunt u de toonsoort of de toonhoogte van de noten in het opgegeven bereik wijzigen. OPMERKING Wanneer u deze taak uitvoert en noten wijzigt buiten het toegestane bereik van C-2 – G8, worden de noten automatisch ingesteld op het octaaf lager (of hoger).
  • Pagina 36 Roll Met deze taak maakt u een reeks herhaalde noten (zoals een drumrol) over het opgegeven bereik. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Note]  [Roll] Handeling Start Step Bepaalt de grootte van de stap (het aantal clocks) tussen iedere noot in de roffel. U kunt onderverdeelde roffels maken door kleine waarden in te stellen tussen Start Step en End Step.
  • Pagina 37 Track Copy Met deze taak kopieert u alle gegevens van een opgegeven brontrack naar de opgegeven doeltrack. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Track]  [Copy] Handeling *1 Bron *2 Doel *1 Bron Pattern Name Bepaalt het bronpatroon.
  • Pagina 38 Exchange Met deze taak worden alle gegevens van een opgegeven track verwisseld met een andere track. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Track]  [Exchange] Handeling Pattern Name Bepaalt een van de patronen voor gegevensuitwisseling. Track Bepaalt de track die moet worden uitgewisseld.
  • Pagina 39 In deze taak worden alle gegevens van twee geselecteerde tracks ('A' en 'B') gemixt, en wordt het resultaat in track B geplaatst. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Track]  [Mix] Handeling *1 Bron A *2 Bron B *3 Doel B *1 Bron A...
  • Pagina 40 Append Met deze taak voegt u alle gegevens van een opgegeven brontrack toe aan het einde van een opgegeven doeltrack. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Track]  [Append] Handeling *1 Bron *2 Doel *1 Bron Pattern Name Bepaalt het bronpatroon.
  • Pagina 41 Split Met deze taak wordt de laatste helft van de gegevens, verdeeld bij een opgegeven maat, verplaatst van een opgegeven brontrack naar de opgegeven doeltrack. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Track]  [Split] Handeling *1 Bron *2 Doel...
  • Pagina 42 Wissen Met deze taak worden alle gegevens van een opgegeven track verwijderd. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Track]  [Clear] Handeling Pattern Name Bepaalt het patroon dat moet worden gewist. Track Bepaalt de track die moet worden gewist. Scene Bepaalt de scène die moet worden gewist.
  • Pagina 43 Divide Drum Tr (Divide Drum Track) Met deze taak kunt u drumnootgegevens scheiden van een opgegeven track. Hiermee scheidt u de nootevents in een drumtrack die zijn toegewezen aan een opgegeven track en plaatst u de noten die bij verschillende druminstrumenten horen in afzonderlijke tracks (track 9 – 16). OPMERKING De eerder bestaande gegevens op track 9 –...
  • Pagina 44 Song Get Phrase Met deze taak worden opgegeven gegevens van een opgegeven bronsong naar een opgegeven doeltrack gekopieerd. OPMERKING De gegevens die eerder op de opgegeven doeltrack stonden, worden vervangen wanneer u Get Phrase uitvoert. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Song]  [Get Phrase] Handeling *1 Bron *2 Doel...
  • Pagina 45 Put Phrase Met deze taak worden alle gegevens van een opgegeven bronpatroon naar een opgegeven maat in de doelsong gekopieerd. OPMERKING Het opgegeven bronpatroon wordt samengevoegd met eerder bestaande gegevens op de opgegeven doelsong wanneer u Put Phrase uitvoert. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Song]  [Put Phrase] Handeling Destination Pattern Name...
  • Pagina 46 User Arp (User Arpeggio) Met deze taak kopieert u gegevens in de opgegeven maten van een track om arpeggiogegevens te maken. OPMERKING De gegevens die eerder op de opgegeven doeltrack stonden, worden vervangen wanneer u User Arp uitvoert. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [User Arp] Handeling Scene Bepaalt de bronscène.
  • Pagina 47 Convert Type Bepaalt hoe de MIDI-sequencegegevens worden geconverteerd naar arpeggiogegevens, op een van de drie onderstaande manieren. Deze parameter kan voor iedere track worden ingesteld. Instellingen: Normal (normaal), Fixed (vast), Org Notes (oorspronkelijke noten) Normal: De arpeggio wordt alleen met behulp van de gespeelde noot en de overeenkomstige octaafnoten afgespeeld. Fixed: Als u een willekeurige noot speelt, triggert u dezelfde MIDI-sequencegegevens.
  • Pagina 48 Swing Rate Hiermee worden de noten selectief op even tellen (backbeats) vertraagd om een swinggevoel te verkrijgen. Instellingen: Hangt af van de opgegeven kwantiseringswaarde Als de kwantiseringswaarde 1/4-noot, 1/8-noot, 1/16-noot, 1/32-noot is: 0 - de helft van het rooster Als de kwantiseringswaarde 1/4-noottriool, 1/8-noottriool, 1/16-noottriool is: 0 - de helft van het rooster Play FX2 Bedient de parameters Note Shift, Clock Shift, Gate Time, Velocity Rate en Velocity Offset.
  • Pagina 49 Chain Deze taak ketent scènes en speelt geketende scènes af. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)]  [Play/Rec]  [Pattern]  [Edit/Job]  [Chain] Handeling Measure Bepaalt de maatpositie van waaruit de scène wordt afgespeeld. Bereik: 001 – 999 Scene Bepaalt de scène die wordt afgespeeld vanaf de opgegeven maatpositie. Bereik: 1 –...
  • Pagina 50: Live Set

    Live Set Met de functie Live Set kunt u nu songs, patronen en audiobestanden combineren en deze afspelen vanuit de display Live Set.  Combineer songs, patronen en audiobestanden in de display Live Set Druk op de knop [LIVE SET] of raak het pictogram LIVE SET aan  Selecteer de gebruikersbank  [EDIT] Handeling Slot Type Geeft het type van de geselecteerde sleuf aan.
  • Pagina 51  Songs, patronen en audiobestanden afspelen vanuit de display Live Set Druk op de knop [LIVE SET] of raak het pictogram LIVE SET aan  Selecteer de gebruikersbank  [R] (Play)-knop Handeling OPMERKING Wanneer een song of patroon wordt afgespeeld, kunt u de performance of de sleuf niet wijzigen. Er wordt een foutmelding weergegeven wanneer u deze probeert te wijzigen.
  • Pagina 52: Scene

    Scene Super Knob Link en Keyboard Control zijn toegevoegd aan de gegevens die zijn opgenomen in de functie Scene. Scene [PERFORMANCE (HOME)]  [Scene] Handeling Super Knob (Super Knob Memorize Switch) Bepaalt of Super Knob-statussen in een scène worden opgeslagen of niet. Instellingen: Off, On Link (Link Memorize Switch)
  • Pagina 53 Kbd Ctrl (Keyboard Control Memorize Switch) Bepaalt of keyboardbedieningshandelingen in een scène worden opgeslagen of niet. Instellingen: Off, On Kbd Ctrl (Keyboard Control) Bepaalt de keyboardbedieningsschakelaar op elke partij in de geselecteerde scène. Partijen die zijn ingesteld op Off worden niet beïnvloed door het bespelen van het keyboard.
  • Pagina 54: Edit

    Edit Het parameterbereik van Part LFO Speed is vergroot.  Normale partij (AWM2) Element LFO [EDIT]  [Common]  Selecteer het element  [Element LFO] Handeling Speed Past de snelheid van de LFO-variatie aan. Het parameterbereik is verhoogd van 0 – 63 naar 0 – 415. Bereik: 0 –...
  • Pagina 55  Normale partij (FM-X) Mod/Control (Modulation/Control) 2nd LFO [EDIT]  Selecteer de partij uit [Common]  Operator [Common]  [Mod/Control]  [2nd LFO] Handeling Speed (2e LFO-snelheid) Past de snelheid van de LFO-variatie aan. Het parameterbereik is verhoogd van 0 – 99 naar 0 – 415. Bereik: 0 –...
  • Pagina 56: Utility

    Utility Settings Sound De instellingen voor Global Micro Tuning zijn toegevoegd. [UTILITY]  [Settings]  [Sound] Handeling Global Tuning Als deze functie is ingeschakeld, heeft Micro Tuning in de algemene instellingen voorrang op de Micro Tuning-instellingen die de performance voor elke partij heeft. Deze functie wordt toegepast op alle partijen behalve de drumpartij. Instellingen: Off, On OPMERKING...
  • Pagina 57 Edit User Tuning Roept de display User Micro Tuning Settings op. Tuning No. Geeft het geselecteerde gebruikersmicrostemmingnummer aan. Bereik: 1 – 8 Tuning Name Bepaalt de naam van de geselecteerde gebruikersmicrostemming. Als u op de parameter tikt, wordt de display voor het invoeren van tekens opgeroepen.
  • Pagina 58 Advanced U kunt Audition Loop annuleren. [UTILITY]  [Settings]  [Advanced] Handeling Audition Loop Wanneer deze functie is ingesteld op On en de Audition Phrase tot het einde wordt afgespeeld, wordt de Audition Phrase automatisch opnieuw afgespeeld vanaf het begin van de Audition Phrase. Wanneer deze functie is ingesteld op Off, stopt het afspelen van de Audition Phrase wanneer het einde is bereikt.
  • Pagina 59  Hybrid is toegevoegd aan de instellingen in de MIDI I/O Mode. [UTILITY]  [Settings]  [Advanced] Handeling  Wanneer MIDI I/O Mode is ingesteld op Hybrid: MIDI-gegevens ontvangen • MIDI-gegevens die worden ontvangen via het kanaal dat is ingesteld in de parameter MIDI I/O Channel, worden ontvangen op partijen waarvoor Keyboard Control Switch is ingesteld op ON.
  • Pagina 60: Midi-Gegevensontvangst Met Usb To Device

    [USB TO DEVICE]. Ondersteunde MIDI-apparatuur: MIDI-apparaten die compatibel zijn met USB MIDI-klasse en apparaten die zijn getest door Yamaha * Raadpleeg de onderstaande link voor een lijst met door Yamaha geteste apparaten https://www.yamaha.com/2/modx OPMERKING De maximale nominale waarde van de [USB TO DEVICE] is 5V/500mA. Sluit geen USB-apparaten aan die de nominale waarde overschrijden, omdat dergelijke apparaten het instrument kunnen beschadigen.
  • Pagina 61: Verbeterde Gebruikersinterface

    Verbeterde gebruikersinterface  Songs selecteren met de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO] U kunt nu songs selecteren met de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO] wanneer de cursor op de songnaam op het MIDI-display staat. Het songnummer wordt nu vóór de songnaam weergegeven. [R] (Play)-knop of [PERFORMANCE (HOME)] ...
  • Pagina 62: Sequencer Block

     Category Search met de knoppen op het voorpaneel [PERFORMANCE (HOME)]  [CATEGORY] of [performancenaam] aanraken  Selecteer de [Category Search] in het menu Handeling • Wijzigt Main Category als u drukt op de knop [SHIFT] + de cursorknoppen links en rechts. •...
  • Pagina 63: Nieuwe Functies In Modx Versie 1.10

    Nieuwe functies in MODX versie 1.10 Yamaha heeft een upgrade uitgebracht van de MODX-firmware, waaraan de volgende nieuwe functies zijn toegevoegd. In deze handleiding worden toevoegingen en wijzigingen beschreven met betrekking tot de bij uw instrument geleverde Naslaggids. • Er is een nieuwe functie toegevoegd waarmee u bij het opnemen van MIDI-songs selectief het opnemen van arpeggiodata kunt inschakelen (of uitschakelen).
  • Pagina 64: Play/Rec

    Play/Rec Play/Rec MIDI Bij het opnemen van songs kunt u selecteren of u alleen het toetsenspel wilt opnemen of dat u de uitvoer van de arpeggiator wilt opnemen. [R] (Play), knop Bediening [PERFORMANCE]  [Play/Rec]  [MIDI] Arp Rec Arp Rec Als deze is ingeschakeld, kan de uitvoer van de arpeggiator worden opgenomen.
  • Pagina 65: Part Edit (Edit)

    Part Edit (Edit) Element Edit (Element) Osc/Tune (oscillator/stemmen) Edit Waveform De instelling Center Note is toegevoegd. [PERFORMANCE]  [EDIT]  Partijselectie  Selecteer element of toets  [Osc/Tune]  [Edit Waveform] Bediening Center Note Dit bepaalt de toonsoort voor het afspelen zodat deze met de toonhoogte van de originele golfvormdata overeenkomt. Instellingen: C -2 –...
  • Pagina 66: Utility

    Utility Contents Load Hierdoor wordt een functie voor Key-instelling toegevoegd wanneer u WAV-bestanden en AIFF-bestanden als golfvormen laadt. [PERFORMANCE]  [EDIT]  Partijselectie (alleen normale partijen)  Selecteer element  [Osc/Tune]  [New Waveform] Bediening [PERFORMANCE]  [EDIT]  Partijselectie (alleen normale partijen)  Selecteer element  [Osc/Tune]  [Edit Waveform]  [Add Keybank] Key (toets) Selecteer de toets waaraan het geladen WAV-bestand of AIFF-bestand wordt toegewezen.
  • Pagina 67: Dialoogvenster Control Assign

    Dialoogvenster Control Assign Als in het weergegeven dialoogvenster de parameter Part wordt geselecteerd en de knop [CONTROL ASSIGN] wordt ingedrukt terwijl [PART SELECT MUTE/SOLO] wordt ingedrukt, wordt als u de knop Assignable bedient, de knop Assignable van Common geselecteerd. Richt de cursor op de regelaarbestemmingsparameter van de partij  Druk op de knop [CONTROL ASSIGN]. Handeling Bedien de knop die u bij het bedienen van de doelparameter wilt gebruiken terwijl u de knop [PART SELECT MUTE/SOLO] ingedrukt houdt.
  • Pagina 68: Functie Panel Lock

    Deze vergrendeling geldt ook voor bediening van het aanraakscherm. Manual Development Group © 2018 Yamaha Corporation Published 05/2020 LB-C0 MODX Aanvullende handleiding...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Modx 7Modx 8

Inhoudsopgave