uuHonda SensinguRemregeling lage snelheid
■
Voorbeelden van situaties waarin de sonarsensor geen obstakels kan detecteren
•
De sonarsensor is vuil (bedekt met sneeuw, water, modder, enz.).
•
Het voertuig is te warm of te koud.
•
Er wordt snel aan het stuurwiel gedraaid wanneer het voertuig een obstakel onder een hoek
nadert.
■
Voorbeelden van andere omstandigheden waaronder het systeem mogelijk niet
goed werkt
•
Het voertuig helt naar achteren door een zware lading of wijzigingen aan de ophanging.
•
Een abnormale band- of wielconditie (onjuiste maat, verschillende maten of constructie,
onjuiste bandenspanning enz.).
•
Slechte weersomstandigheden zoals zware regenval, mist, sneeuw, zandstorm, enz.
•
De omgevingstemperatuur/vochtigheid is te hoog of te laag.
•
Bij het afrijden van een zeer steile helling.
•
Wanneer het voertuig zich in de buurt bevindt van andere voertuigen met radarsensoren of
andere voorwerpen die ultrasone golven uitzenden.
■
Situaties waarin het systeem mogelijk wordt geactiveerd ook al is er geen kans op
een botsing
•
Tijdens het rijden langs lage hekken of door een smalle poort.
•
Tijdens het rijden op oneffen wegdek, op gras of terrasgewijze ondergronden.
•
Bij een schuine pilaar of wand op een hoge positie.
•
Wanneer zich obstakels langs de weg bevinden.
•
Tijdens het naderen van vlaggen, takken, slagbomen, enz.
•
Tijdens het rijden op wegen die onder water staan.
504