■
Afstandsbediening gebruiken
Vergrendelingsknop
a
Ontgrendelingsknop
b
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen
■
De portieren en achterklep vergrendelen
Druk op de vergrendelingsknop.
u
Sommige exterieurlichten knipperen driemaal,
alle portieren, de brandstoftankklep en de
achterklep worden vergrendeld en het
beveiligingssysteem wordt ingeschakeld.
Type met stuur rechts
u
De supervergrendelingsfunctie is geactiveerd.
■
De portieren en achterklep ontgrendelen
Druk op de ontgrendelingsknop.
Eenmaal:
u
Sommige exterieurlichten knipperen eenmaal
en het bestuurdersportier en de
brandstoftankklep worden ontgrendeld.
Tweemaal:
u
De overige portieren en de achterklep worden
ontgrendeld.
WORDT VERVOLGD
1Afstandsbediening gebruiken
Als een portier of de achterklep niet binnen 30 seconden na
ontgrendelen van het voertuig met de afstandsbediening
wordt geopend, worden de portieren en achterklep
automatisch opnieuw vergrendeld.
U kunt portieren met de afstandsbediening alleen
vergrendelen of ontgrendelen in de voedingsmodus
VOERTUIG UIT.
Type met stuur rechts
U kunt de portieren niet van buitenaf vergrendelen wanneer
de afstandsbediening zich in het voertuig bevindt en de
zoemer klinkt. Als u een portier wilt vergrendelen als de
afstandsbediening zich nog in het voertuig bevindt, voert u
een van onderstaande handelingen vier keer uit:
•
Druk op de vergrendelingsknop op de afstandsbediening.
•
Draai de sleutel in het sleutelgat om te vergrendelen.
•
Raak de sensor van de portiervergrendeling op het
voorportier aan, of druk op de vergrendelingsknop op de
achterklep.
Alle modellen
De afstandsbediening maakt gebruik van lage-
spanningssignalen, waardoor het werkingsbereik kan
variëren afhankelijk van de omgeving.
Type met stuur rechts
Het voertuig kan niet worden vergrendeld met de
afstandsbediening wanneer een portier is geopend.
201