■
De lichtverdeling automatisch aanpassen
Het systeem begint automatisch de lichtverdeling van het grootlicht aan te passen zodra de
voertuigsnelheid 40 km/u of hoger is en de lichtverdeling verandert afhankelijk van de
voertuigsnelheid of onder de volgende omstandigheden:
•
Er is een voor- of tegenligger met ingeschakelde koplampen of achterlichten.
•
Er is veel straatverlichting langs de weg.
Als de voertuigsnelheid afneemt tot 24 km/h of lager, stopt het systeem met het automatisch
aanpassen van de lichtverdeling en schakelt het de koplampen over op dimlicht.
* Niet beschikbaar op alle modellen
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAdaptief rijlicht
1Adaptief rijlicht
In de volgende gevallen schakelt het systeem van het
adaptief rijlicht de koplampen mogelijk niet goed of is het
schakelmoment gewijzigd. Als het automatisch schakelen
niet past bij uw rijstijl, schakel de koplampen dan handmatig.
•
De helderheid van de verlichting van de voor- of
tegenligger is fel of onvoldoende.
•
Zichtbaarheid is laag vanwege het weer (regen, sneeuw,
mist, ijs op voorruit enz.).
•
Andere lichtbronnen, zoals straatverlichting, elektrische
reclameborden en verkeerslichten, verlichten de weg voor u.
•
Het lichtniveau van de weg voor u verandert telkens.
•
De weg is hobbelig of heeft vele bochten.
•
Een voertuig verschijnt plotseling voor u of een voertuig
voor u rijdt niet in dezelfde of tegenliggende richting.
•
Uw voertuig helt naar achteren met een zware lading
achteraan.
•
Een verkeersbord, spiegel of ander reflecterend voorwerp
voor u reflecteert een sterke lichtbundel op het voertuig.
•
De tegenligger verdwijnt vaak onder bomen langs de weg
of achter barrières in de middenberm.
•
De voor- of tegenligger is een motorfiets, fiets,
scootmobiel of ander klein voertuig.
Het systeem voor adaptief rijlicht houdt het dimlicht
ingeschakeld als:
•
Ruitenwissers met hoge snelheid bewegen.
•
De camera dichte mist heeft gedetecteerd.
WORDT VERVOLGD
*
*
251