CMBS Aan en Uit
● Wanneer een mogelijke frontale botsing
vermoedelijk onvermijdelijk is, kan het CMBS de
voertuigsnelheid en van de hevigheid van de
botsing verminderen.
● Het CMBS wordt telkens ingeschakeld wanneer
u het voedingssysteem start.
● Om het CMBS in of uit te schakelen, gebruikt u
de schakelaar voor veiligheidsondersteuning op
de interface voor bestuurdersinformatie.
VSA Aan en Uit
● Het voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA)
helpt bij het stabiliseren van het voertuig
tijdens bochten en helpt bij het handhaven van
tractie tijdens het versnellen op los of glad
wegdek.
● VSA wordt automatisch ingeschakeld telkens
wanneer u het voedingssysteem start.
● Druk op de knop
(VSA OFF) en houd deze
ingedrukt tot u een piepsignaal hoort om de
VSA-functie gedeeltelijk uit te schakelen of
terug te zetten naar volledig ingeschakeld.
30
Waarschuwingssysteem
(B490)
voor bandenspanning
(B471)
● Detecteert een verandering in de conditie en
algehele afmetingen van de banden als gevolg
van een afname van de bandenspanning.
● Het waarschuwingssysteem voor
bandenspanning wordt automatisch
ingeschakeld telkens wanneer u het
voedingssysteem inschakelt.
● Er moet een kalibratieprocedure worden
(B469)
uitgevoerd wanneer bepaalde omstandigheden
optreden.
Instelbare
snelheidsbegrenzer
Dit systeem laat u een maximumsnelheid instellen,
die niet kan worden overschreden, zelfs al trapt u
het gaspedaal in.
● Druk op de knop
snelheidsbegrenzer te gebruiken. Selecteer de
instelbare snelheidsbegrenzer door op de knop
LIM te drukken en druk vervolgens omhoog of
omlaag op de knop RES/+/SET/- wanneer het
voertuig de gewenste snelheid bereikt.
● De snelheidslimiet van het voertuig kan worden
ingesteld tussen 30 km/h en 250 km/h.
(B453)
om de instelbare