• Vermogenssensor, zoals Vector
• tempe
draadloze temperatuursensor
™
Ga naar
http://buy.garmin.com
compatibiliteit en de aanschaf van extra sensors.
De hartslagmeter aanbrengen
U dient de hartslagmeter direct op uw huid te dragen, net onder
uw borstbeen. De hartslagmeter dient strak genoeg te zitten om
tijdens de activiteit op zijn plek te blijven.
1
Gebruik zo nodig de verlengband om de hartslagmeter te
bevestigen.
2
Bevochtig de elektroden
hartslagmeter om een sterke verbinding tussen uw borst en
de zender tot stand te brengen.
3
Zorg dat het Garmin logo op de hartslagmeter niet
ondersteboven zit.
De verbinding tussen de lus
rechterzijde te bevinden.
4
Wikkel de hartslagmeter om uw borstkas en steek de haak
van de band in de lus.
OPMERKING: Zorg ervoor dat het onderhoudslabel niet
omvouwt.
Nadat u de hartslagmeter omdoet, is deze actief en worden er
gegevens verzonden.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
• Bevochtig de elektroden en de contactoppervlakken (indien
van toepassing).
• Trek de band strakker aan om uw borst.
• Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit.
• Volg de instructies voor onderhoud
hartslagmeter, pagina
25).
• Draag een katoenen shirt of maak beide zijden van de band
goed nat.
Synthetische materialen die langs de hartslagmeter wrijven of
er tegen aan slaan, kunnen statische elektriciteit veroorzaken
die de hartslagsignalen beïnvloedt.
• Blijf uit de buurt van bronnen die interferentie met de
hartslagmeter kunnen veroorzaken.
Bronnen van interferentie zijn bijvoorbeeld sterke
elektromagnetische velden, draadloze sensors van 2,4 GHz,
hoogspanningsleidingen, elektrische motoren, ovens,
magnetrons, draadloze telefoons van 2,4 GHz en draadloze
LAN-toegangspunten.
ANT+ sensors koppelen
Wanneer u voor de eerste keer een sensor via de ANT+
draadloze technologie met uw toestel wilt verbinden, moet u het
20
™
(tempe, pagina
voor meer informatie over de
aan de achterzijde van de
en haak
dient zich aan uw
(Onderhoud van de
toestel en de sensor eerst koppelen. Nadat de koppeling is
voltooid, maakt het toestel automatisch een verbinding met de
21)
sensor wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en
zich binnen bereik bevindt.
OPMERKING: Indien uw toestel is geleverd met een
hartslagmeter, zal de bijgeleverde hartslagmeter reeds zijn
gekoppeld met uw toestel.
1
Als u een hartslagmeter koppelt, moet u de hartslagmeter
omdoen
(De hartslagmeter aanbrengen, pagina
De hartslagmeter kan pas gegevens verzenden of ontvangen
als u deze hebt omgedaan.
2
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft.) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m (33 ft.) bij
andere ANT+ sensors vandaan bent tijdens het koppelen.
3
Houd UP ingedrukt.
4
Selecteer Instellingen > Sensors > Voeg nieuw toe.
5
Selecteer een optie:
• Selecteer Zoek alles.
• Selecteer uw type sensor.
Als de sensor is gekoppeld met uw toestel wordt de status
van de sensor gewijzigd van Zoeken naar Verbonden.
Sensorgegevens worden weergegeven in de reeks
gegevenspagina's of in een aangepast gegevensveld.
Een optionele fietssnelheids- of fietscadans-
sensor gebruiken
Met een compatibele fietssnelheids- of fietscadanssensor kunt u
gegevens verzenden naar uw toestel.
• Koppel de sensor met uw toestel
pagina
20).
• Werk de gegevens in uw fitness-gebruikersprofiel bij
gebruikersprofiel instellen, pagina
• Stel de wielmaat in
• Maak een rit
Voetsensor
Het toestel is compatibel met de voetsensor. Bij indoortrainingen
of als het GPS-signaal zwak is, kunt u in plaats van GPS de
voetsensor gebruiken om het tempo en de afstand vast te
leggen. De voetsensor is stand-by en klaar om gegevens te
verzenden (net als de hartslagmeter).
Na 30 minuten zonder activiteit schakelt de trainingsassistent
zichzelf uit om de batterij te sparen. Als de batterij bijna leeg is,
verschijnt een bericht op uw toestel. Na ongeveer vijf uur is de
batterij leeg.
Kalibratie van de voetsensor verbeteren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, hebt u GPS-signalen nodig
en moet u het toestel koppelen met de voetsensor
sensors koppelen, pagina
De voetsensor beschikt over automatische kalibratie, maar u
kunt de nauwkeurigheid van de snelheids- en afstandsgegevens
verbeteren met een paar hardloopsessies met ingeschakelde
GPS.
1
Sta buiten 5 minuten stil met goed uitzicht op de lucht.
2
Start een hardloopactiviteit.
3
Loop 10 minuten hard zonder te stoppen.
4
Stop uw activiteit en sla deze op.
De kalibratiewaarde van de voetsensor verandert mogelijk op
basis van de vastgelegde gegevens. U hoeft uw voetsensor
niet opnieuw te kalibreren tenzij uw hardloopstijl verandert.
(ANT+ sensors koppelen,
7).
(Wielmaat en omvang, pagina
(Een rit maken, pagina
4).
20).
20).
(Uw
29).
(ANT+
ANT+ sensors