3D-afstand: Berekent de door u afgelegde afstand via zowel uw
hoogtewijziging als uw horizontale verplaatsing over de
grond.
Ronde-toets: Hiermee kunt u een ronde of rustpauze
vastleggen tijdens de activiteit.
Auto Scroll: Hiermee kunt u alle schermen met
activiteitgegevens doorlopen terwijl de timer loopt
Scroll gebruiken, pagina
GPS: Hiermee kan de modus voor de GPS-antenne worden
ingesteld
(UltraTrac, pagina
Grootte van bad: Hiermee kan de baan worden ingesteld voor
het zwemmen in een zwembad
pagina
4).
Slagdetectie: Hiermee wordt de slagdetectie ingeschakeld voor
het zwemmen in een zwembad.
Spaarstand: Hiermee stelt u de time-outinstelling voor de
spaarstand in voor de activiteit
spaarstand, pagina
17).
Achtergrondkleur: Hiermee stelt u de achtergrondkleur van
elke activiteit in op zwart of wit.
Accentkleur: Hiermee stelt u de accentkleur van elke activiteit
in, waaraan u kunt zien welke activiteit actief is.
Status: Hiermee wordt de activiteit in de lijst met apps
weergegeven of verborgen.
Omhoog: Hiermee wijzigt u de positie van de activiteit in de lijst
met apps.
Omlaag: Hiermee wijzigt u de positie van de activiteit in de lijst
met apps.
Verwijder: Verwijdert de activiteit.
OPMERKING: Hiermee wordt de activiteit uit de lijst met
apps en alle door de gebruiker ingevoerde
activiteitinstellingen verwijderd. U kunt de fabrieksinstellingen
van het toestel herstellen om een verwijderde activiteit weer
aan de lijst toe te voegen
herstellen, pagina
25).
Wijzig naam: Hiermee stelt u de naam van de activiteit in.
Gegevensschermen aanpassen
U kunt voor elke activiteit de lay-out en inhoud van
gegevensschermen weergeven, verbergen of wijzigen.
1
Houd UP ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Apps.
3
Selecteer de activiteit om deze aan te passen.
4
Selecteer Gegevensschermen.
5
Selecteer een gegevensscherm dat u wilt aanpassen.
6
Selecteer een optie:
• Selecteer Status om het gegevensscherm in of uit te
schakelen.
• Selecteer Indeling om het aantal gegevensvelden in het
gegevensscherm te wijzigen.
• Selecteer een gegevensveld om het type gegevens in het
veld te wijzigen.
Een kaart aan een activiteit toevoegen
U kunt de kaart toevoegen aan de reeks gegevensschermen
voor een activiteit.
1
Houd UP ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Apps.
3
Selecteer de activiteit om deze aan te passen.
4
Selecteer Gegevensschermen > Kaart.
5
Selecteer Status om de kaart in of uit te schakelen.
6
Selecteer Oriëntatie.
7
Selecteer een optie:
16
(Auto
17).
17).
(Zwemmen in het zwembad,
(Time-outinstellingen voor de
(Alle standaardinstellingen
• Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de
pagina weer te geven.
• Selecteer Koers boven om uw huidige reisrichting boven
aan de pagina weer te geven.
8
Selecteer Gebr.locaties om opgeslagen locaties op de kaart
weer te geven of te verbergen.
9
Selecteer Auto.zoom om automatisch het optimale
zoomniveau voor de kaart te selecteren.
Als u Uit selecteert, moet u handmatig in- en uitzoomen.
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen instellen voor elke activiteit om u te
helpen specifieke doelen te bereiken, uw omgevingsbewustzijn
te vergroten of naar uw bestemming te navigeren. Sommige
waarschuwingen zijn alleen beschikbaar voor specifieke
activiteiten. Er zijn drie typen waarschuwingen:
Gebeurteniswaarschuwingen, bereikwaarschuwingen en
terugkerende waarschuwingen.
Gebeurteniswaarschuwing: Een gebeurteniswaarschuwing
wordt eenmaal afgegeven. De gebeurtenis is een specifieke
waarde. U kunt het toestel bijvoorbeeld instellen om u te
waarschuwen wanneer u een bepaalde hoogte bereikt.
Bereikwaarschuwing: Een bereikwaarschuwing wordt telkens
afgegeven wanneer het toestel een waarde meet die boven
of onder een opgegeven waardenbereik ligt. Zo kunt u
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u waarschuwt als uw
hartslag lager is dan 60 bpm (slagen per minuut) of hoger
dan 210 bpm.
Terugkerende waarschuwing: Een terugkerende
waarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het toestel
een opgegeven waarde of interval registreert. U kunt
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30 minuten
waarschuwt.
Waarschu-
Waarschu-
wingsnaam
wingstype
Cadans
Bereik
Calorieën
Gebeurtenis,
terugkerend
Aangepast
Terugkerend
Afstand
Terugkerend
Hoogte
Bereik
Hartslag
Bereik
Tempo
Bereik
Vermogen
Bereik
Ren/Loop
Terugkerend
Snelheid
Bereik
Tijd
Gebeurtenis,
terugkerend
Een waarschuwing instellen
1
Houd UP ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Apps.
3
Selecteer een activiteit.
Beschrijving
U kunt minimale en maximale
cadanswaarden instellen.
U kunt het aantal calorieën
instellen.
U kunt een bestaand bericht
selecteren of een aangepast
bericht maken en een waarschu-
wingstype selecteren.
U kunt een afstandsinterval
instellen.
U kunt minimale en maximale
hoogtewaarden instellen.
U kunt minimale en maximale
waarden voor de hartslag instellen
of zonewijzigingen selecteren. Zie
Hartslagzones, pagina 7
en
Bere-
keningen van hartslagzones,
pagina
8.
U kunt minimale en maximale
tempowaarden instellen.
U kunt het hoge of lage vermo-
gensniveau instellen.
U kunt regelmatige looppauzes
inlassen.
U kunt minimale en maximale snel-
heidswaarden instellen.
U kunt een tijdsinterval instellen.
Uw toestel aanpassen