5 Zo gaat u te werk bij het reinigen
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Bedieningshandboek
Giet het glansspoelmiddel uit de doseerflesjes in de gaar‐
ruimte.
Trek, indien nodig, voor dit proces de beladingswagen uit
de gaarruimte en duw hem na het toevoegen van het
glansspoelmiddel weer terug in de gaarruimte.
Sluit de deur van het apparaat.
Wacht gedurende de laatste reinigingsfase (ong. 10 mi‐
nuten).
Als de laatste reinigingsfase beëindigd is, hoort u een
■
geluidssignaal.
Let op de verzoeken van de software.
■
Open de deur en controleer het reinigingsresultaat. De
■
gaarruimte moet zichtbaar schoon zijn en niet naar le‐
vensmiddelresten of reinigingsmiddelen ruiken.
Controleer de gaarruimte op mogelijkerwijs ingespoelde
■
vreemde voorwerpen. Verwijder ze indien nodig.
Indien nog extra werk noodzakelijk is, reinigt en spoelt u
■
de gaarruimte handmatig of nogmaals door middel van
een reinigingsprofiel.
Ledig de condensopvangbak van de beladingswagen en
spoel hem met water uit.
Laat de deur van het apparaat op een kier, zodat de gaar‐
ruimte kan drogen.
90