5 Zo gaat u te werk bij het reinigen
5.2.4 Zo reinigt u de gaarruimte semiautomatisch
Over uw veiligheid bij de reiniging
Maakt u zich voor het begin van de reinigingswerkzaamheden absoluut vertrouwd met de onder 'Veili‐
ge omgang met het apparaat' op pagina 78 vermelde regels en waarschuwingen en volg hen op.
Vereiste voorkennis
Deze gebruikswijzen moet u kennen:
Apparaatdeur veilig openen en sluiten
■
Aanzuigplaat ontgrendelen en vergrendelen
■
Condensopvangbak van de beladingswagen ledigen
■
Voorwaarden
U bent zodanig vertrouwd met het gebruik van de software dat u de verschillende reinigingsprofie‐
■
len kunt oproepen en starten, zie de gebruikshandleiding voor de combi-steamer.
Alle levensmiddelen zijn uit de gaarruimte verwijderd. Er bevinden zich geen vreemde voorwerpen
■
in de gaarruimte.
Alle bakken, bakplaten en roosters, alsook eventueel ander toebehoren zijn uit de gaarruimte ver‐
■
wijderd.
De afvoer van de gaarruimte is vrij en niet door resten verstopt of versperd. De zeef op de afvoer
■
van de gaarruimte is geplaatst.
De condensopvangbak in de beladingswagen (optioneel beladingswagen voor borden) is leeg.
■
De lege beladingswagen (optioneel beladingswagen voor borden) is in de gaarruimte gereden.
■
De binnenste glazen deur van het apparaat is correct vergrendeld.
■
De aanzuigplaat is correct vergrendeld.
■
De deur van het apparaat is gesloten.
■
U hebt de benodigde hulpmiddelen overeenkomstig uw reinigingsprogramma klaargezet. Zie
■
'Klaarzetten van de reinigingsmiddelen' op pagina 77.
Zo reinigt u de gaarruimte semiautomatisch
1.
2.
3.
4.
5.
Bedieningshandboek
Roep het reinigingsprofiel op en start de reinigingsproces.
Wacht gedurende de inweekfase (ong. 10 minuten).
Als de inweekfase beëindigd is, hoort u een geluidssig‐
naal.
U wordt verzocht, het reinigingsmiddel erin te spuiten.
Open de deur van het apparaat.
Rijd de beladingswagen (optioneel beladingswagen voor
borden) uit de gaarruimte.
85
54
103
101