3 Voor uw eigen veiligheid
3.6
Gevaren en veiligheidsmaatregelen bij de reiniging
Gevarenbron: reinigingsmiddel
Gevaar
Gevaar voor chemische
verbranding en irritaties
van huid, ogen en
ademhalingsorganen
door contact met reini‐
gingsmiddelen en hun
dampen
Gevarenbron: besmetting van levensmiddelen
Gevaar
Gevaar voor besmet‐
ting van levensmidde‐
len door reinigingsmid‐
delen
Gevaar voor besmet‐
ting van levensmidde‐
len door reinigingsmid‐
delen
Bedieningshandboek
Waar c.q. in welke situaties treedt
het gevaar op?
Bij volautomatische reiniging: Voor
de deur van het apparaat
Bij alle reinigingswerkzaamheden
Bij de omgang met de jerrycans met
reinigingsmiddel
Bij de omgang met de flesjes voor
de Individuele dosering
Als er agressieve reinigingsmiddelen
worden gebruikt
Waar c.q. in welke situaties treedt
het gevaar op?
Bij onoordeelkundige omgang met
de doseerflesjes van de reinigings‐
middelen en glansspoelmiddelen
Als na de semiautomatische reini‐
ging bij apparaten zonder hand‐
sproeier de gaarruimte ontoereikend
wordt uitgespoeld
34
Maatregelen
Gedurende de volautomatische
■
reiniging van de gaarruimte met
aangesloten jerrycans de deur van
het apparaat niet openen
Gedurende de volautomatische
■
reiniging van de gaarruimte met
afzonderlijke dosering de deur van
het apparaat alleen na een desbe‐
treffend verzoek door de software
openen
Reinigingsmiddel niet in contact
■
met ogen en huid brengen
Apparaat niet met ingebracht reini‐
■
gingsmiddel opwarmen. Dit is al‐
leen in het gecontroleerde proces
van de semiautomatische of volau‐
tomatische reiniging toegestaan.
Reinigingsmiddel alleen na een
■
desbetreffend verzoek door de
software of bij een temperatuur in
de gaarruimte tot max 60 °C in het
apparaat sproeien
Sproeinevel niet inademen
■
Persoonlijke beschermingsmidde‐
■
len dragen
Persoonlijke beschermingsmiddelen
dragen
Persoonlijke beschermingsmiddelen
dragen
Alleen onder 'Reinigingsmiddelen'
op pagina 75 gespecificeerde rei‐
nigingsmiddelen gebruiken
Maatregelen
Ervoor zorgen dat het werkvlak
■
niet met reinigingsmiddel of glans‐
spoelmiddel wordt bevochtigd
Lege doseerflesjes niet op het
■
werkvlak neerzetten, omdat aan
de buitenkant druppels reinigings‐
middel of glansspoelmiddel eraf
kunnen lopen
Voor het uitspoelen in plaats van de
handsproeier een externe waters‐
traal gebruiken of de gaarruimte, het
toebehoren en het gebied achter de
aanzuigplaat met veel water grondig
uitspoelen en met een zachte doek
uitwissen