Hardware-adressen toevoegen aan een draadloze router (MAC-filteren)
MAC-filter is een beveiligingsfunctie waarbij een draadloze router of een draadloos toegangspunt wordt
geconfigureerd met een lijst met hardware-adressen (ook wel 'MAC-adressen' genoemd) van apparaten die
via de router toegang mogen krijgen tot het netwerk.
Als de router hardware-adressen filtert, moet het hardware-adres van de printer aan de routerlijst met
geaccepteerde hardware-adressen worden toegevoegd. Als de router het hardware-adres niet heeft van een
printer die toegang probeert te krijgen tot het netwerk, wordt de toegang door de router geweigerd.
VOORZICHTIG: Deze methode is echter niet aanbevolen, omdat uw MAC-adressen gemakkelijk kunnen
worden gelezen en vervalst door ongewenste gebruikers buiten uw netwerk.
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloze router of een draadloos toegangspunt
1.
Druk de netwerkconfiguratiepagina af en zoek het hardware-adres van de printer. Raadpleeg De
netwerkconfiguratiepagina begrijpen op pagina 84 voor meer informatie.
OPMERKING: De printer behoudt afzonderlijke hardware-adressen voor de Ethernet-verbinding en
voor de draadloze verbinding. Beide hardware-adressen worden weergegeven op de
netwerkconfiguratiepagina van de printer.
2.
Open het configuratiehulpmiddel voor de draadloze router of het draadloze toegangspunt en voeg het
hardware-adres van de printer toe aan de lijst met geaccepteerde hardware-adressen.
OPMERKING: Raadpleeg de documentatie die bij de router of het draadloze toegangspunt is geleverd voor
meer informatie over het gebruik van het configuratiehulpmiddel.
Andere draadloze veiligheidsrichtlijnen
Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te waarborgen:
Gebruik een draadloos wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een draadloos wachtwoord
●
kunt u maximaal 64 tekens gebruiken.
Vermijd in een draadloos wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen, eenvoudige
●
opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden gegevens. Gebruik altijd
willekeurige reeksen die zijn samengesteld uit hoofdletters en kleine letters, cijfers en, indien
toegestaan, speciale tekens zoals leestekens.
Verander het standaard draadloos wachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee de
●
beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met sommige routers kunt u ook
de beheerdersnaam wijzigen.
Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet, moet u de router met een
●
Ethernet-verbinding aansluiten wanneer u configuratiewijzigingen wilt doorvoeren.
Schakel indien mogelijk de toegang voor beheer via internet op de router uit. Met Extern bureaublad
●
kunt u een gecodeerde verbinding maken met een computer die achter de router werkt en
configuratiewijzigingen aanbrengen vanaf de lokale computer waartoe u via internet toegang hebt.
Om te vermijden dat u per ongeluk toegang krijgt tot het draadloos netwerk van anderen, schakelt u de
●
instelling uit waarmee automatisch verbinding wordt gemaakt met niet-gekozen netwerken. Deze optie
is in Windows XP standaard uitgeschakeld.
148 Bijlage C Netwerkinstallatie
NLWW