Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare verpakking te
●
bewaren.
Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer.
●
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
●
Zorg ervoor dat de lade correct geplaatst is en niet te vol zit. Zie Plaats papier op pagina 11 voor meer
●
informatie.
Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al het papier in de
●
invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn.
Verschuif de papiergeleiders in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanliggen. Zorg dat de
●
papiergeleiders het papier in de papierlade niet buigen.
Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
●
Als u op beide zijden van een pagina afdrukt, druk dan geen volle afbeeldingen op licht papier af.
●
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. Zie Papierspecificaties op pagina 106
●
voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de printer schoon is.
●
NLWW
Papierstoringen oplossen
93