Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De enige garanties voor producten en services van HP worden vermeld in de specifieke garantieverklaring die wordt meegeleverd met dergelijke producten en services. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantie.
Accessoires voor de printer ..................................2 Documentatie ......................................2 Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ..............................3 Hoofdonderdelen van printer................................9 Bedieningspaneel....................................20 HP PrintOS......................................29 Geïntegreerde webserver .................................. 30 Connectiviteit- en software-instructies ............................31 Geavanceerde netwerkconfiguratie ..............................33 De printer in- en uitschakelen ................................41 De printer opnieuw opstarten................................42 Procedures voor afdrukken (overzicht) ............................
Pagina 4
Substraat afsnijden..................................... 97 Afdrukken op textiel.................................... 98 4 Substraatinstellingen ....................................102 Voorinstellingen substraat ................................102 Configuratiecentrum..................................102 Online zoeken ....................................103 HP Medialocator ....................................104 Generieke voorinstellingen................................105 Een substraatvoorinstelling klonen ...............................106 Een substraatvoorinstelling wijzigen.............................106 Een nieuwe substraatvoorinstelling toevoegen ..........................107 De instellingen wijzigen tijdens het afdrukken..........................110 Temperatuurprofiel...................................111 Het aantal doorgangen selecteren..............................111...
Pagina 5
De automatische snijder werkt niet ...............................137 Het substraat loopt vast op de opwikkelspoel ..........................137 8 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ............................138 Algemeen advies bij afdrukken...............................138 Afdrukkwaliteit optimaliseren.................................139 Afdrukkwaliteit verbeteren................................140 Meest voorkomende problemen met de afdrukkwaliteit......................146 9 Werken met het inktsysteem................................158 700-serie inktsysteem..................................158 800-serie inktsysteem..................................166 Printkoppen uitlijnen ..................................174 Een printkop vervangen ...................................176...
Pagina 6
Service-onderhoud ...................................223 12 Onderdelen in Customer Self-Repair..............................225 De inktcollector installeren ................................225 Afstandhouder voor het laden van substraat ..........................225 De lijnsensor vervangen ..................................226 Het smeervilt vervangen..................................229 Afdrukplaat......................................236 Het vacuümrubber vervangen ................................238 De sensor van de inktcollector vervangen ............................242 De hendel van het tilmechanisme vervangen..........................247 De ventilatoreenheid van de deflector vervangen........................248 De snijder vervangen..................................251 De optische sensor vervangen................................253...
Pagina 7
17 Printerspecificaties....................................277 Functionele specificaties ..................................277 Fysieke specificaties ..................................278 Geheugenspecificaties ..................................279 Voedingsspecificaties ..................................279 Milieuspecificaties .....................................280 Omgevingsspecificaties..................................280 Geluidsspecificaties...................................280 Bijlage A Overzicht van veelvoorkomende afdrukproblemen......................282 Index..........................................284...
● geel, lichtcyaan, lichtmagenta, optimalisatie en overcoating), voor printers uit de 700-serie. Daarnaast één HP 832 ecokarton met inktcartridge voor wit en één HP 832 inktmengbak voor 700W- printers 800-serie printers: Acht 3 liter HP 873 ecokarton inktcartridges, één voor elke kleur (zwart, cyaan, magenta, ●...
HP 836 Latex-printkop optimalisatie HP 836 Latex-printkop optimalisatie HP 836 Latex-printkop wit HP 836 Latex-printkop wit HP 832 Latex ecokarton met inktcartridges HP 873 Latex ecokarton met inktcartridges HP 832 inktmengbak (alleen voor 700W) HP Latex onderhoudscartridge HP Latex onderhoudscartridge Documentatie Er is volledige documentatie beschikbaar voor uw product.
Algemene veiligheidsrichtlijnen Er zijn geen door de operator te onderhouden onderdelen in de printer behalve die aan de orde komen in het Customer Self-Repair-programma van HP. Laat onderhoud aan andere onderdelen uitvoeren door gekwalificeerde onderhoudsmedewerkers. Zie http://www.hp.com/go/selfrepair/.
● Handleiding voor plaatsing is beschreven. Gebruik geen verdeeldoos (verlengsnoer) om de netsnoeren aan te sluiten. Gebruik alleen netsnoeren die door HP met de printer zijn geleverd. Gebruik geen beschadigd netsnoer. ● Gebruik de netsnoeren niet met andere producten. Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
Raadpleeg uw vaste airconditioning- of EHS-specialist voor advies over de juiste maatregelen voor uw locatie. Raadpleeg de datasheets die beschikbaar zijn op http://www.hp.com/go/msds voor de identificatie van de chemische ingrediënten van de verbruiksartikelen. Meer informatie hierover vindt u in de sectie 'Ventilation' (Ventilatie) van de handleiding voor locatievoorbereiding;...
Denk er bij het laden van rollen aan dat u de laadaccessoires (laadtafel en lifter) gebruikt. ● Omgaan met inkt HP beveelt het dragen van handschoenen aan bij het hanteren van inktsysteemcomponenten. Waarschuwingen De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om een correct gebruik van de printer te waarborgen en om te voorkomen dat de printer wordt beschadigd.
Pagina 14
Tabel 1-2 Waarschuwingslabels Label Toelichting Printerlabel. Voor de identificatie van het netsnoer van de printer. Uithardingslabel. Voor de identificatie van het netsnoer van de uitharding. Gevaar van elektrische schok. Verwarmingsmodules werken met gevaarlijke spanningen. Ontkoppel alle stroombronnen alvorens onderhoud uit te voeren. VOORZICHTIG: Tweepolig.
Pagina 15
Tabel 1-2 Waarschuwingslabels (vervolg) Label Toelichting Risico van pletting. Wees voorzichtig wanneer u rollen laadt: uw hand kan bekneld raken tussen de rol en de substraatinvoer. Dit label bevindt zich op de invoerstructuur van het substraat. U wordt aangeraden handschoenen te dragen bij het hanteren van de onderhoudscartridge, de plaat, de inktcollector, de condensatie en de condensatiesysteemonderdelen.
Tabel 1-2 Waarschuwingslabels (vervolg) Label Toelichting Gevaarlijke zone. Verwarmingsmodules werken met gevaarlijke spanningen. Gevaar van elektrische schok. Het apparaat gebruikt twee netsnoeren. Ontkoppel alle netsnoeren alvorens onderhoud uit te voeren. Voedingen werken met gevaarlijke spanningen. Dubbelpolig, neutrale zekering. Apparatuur mag alleen op een geaard stopcontact worden aangesloten.
Pagina 17
Uithardingsmodule Bedieningspaneel Kap onderhoudscartridge Ecokarton met inktcartridge Laadtafel Opwikkelspoel Vooraanzicht (700W) Onderdelen die zichtbaar zijn vanaf de voorkant van de 700W-printer. Hoofdstuk 1 Inleiding...
Pagina 18
Uithardingsmodule Bedieningspaneel Kap onderhoudscartridge Ecokarton met inktcartridge Inktmengbak Watertank Opslagsysteem printkop voor wit Laadtafel Opwikkelspoel Vooraanzicht (800) Onderdelen die zichtbaar zijn vanaf de voorkant van de 800-printer. Vooraanzicht (800)
Pagina 19
Baken Bedieningspaneel Kap onderhoudscartridge Ecokarton met inktcartridge Laadtafel Opwikkelspoel Uithardingsmodule Vooraanzicht (800W) Onderdelen die zichtbaar zijn vanaf de voorkant van de 800W-printer. Hoofdstuk 1 Inleiding...
Pagina 20
Baken Bedieningspaneel Kap onderhoudscartridge Ecokarton met inktcartridge voor wit Watertank Opslagsysteem printkop voor wit Ecokarton met inktcartridge Laadtafel Opwikkelspoel Uithardingsmodule Achteraanzicht (700) Onderdelen die zichtbaar zijn vanaf de achterkant van de 700-printer. Achteraanzicht (700)
Pagina 21
Condenscollector Stroomschakelaar en stroomaansluiting Aansluitingen voor communicatiekabels en optionele accessoires Achteraanzicht (700W) Onderdelen die zichtbaar zijn vanaf de achterkant van de 700W-printer. Hoofdstuk 1 Inleiding...
Pagina 22
Condenscollector Stroomschakelaar en stroomaansluiting Aansluitingen voor communicatiekabels en optionele accessoires Achteraanzicht (800) Onderdelen die zichtbaar zijn vanaf de achterkant van de 800-printer. Achteraanzicht (800)
Pagina 23
Baken Condenscollector Stroomschakelaar en stroomaansluiting Aansluitingen voor communicatiekabels en optionele accessoires Achteraanzicht (800W) Onderdelen die zichtbaar zijn vanaf de achterkant van de 800W-printer. Hoofdstuk 1 Inleiding...
Pagina 24
Baken Condenscollector Stroomschakelaar en stroomaansluiting Aansluitingen voor communicatiekabels en optionele accessoires Wagenaanzicht (700 en 800) Onderdelen van de printer die zichtbaar zijn in de wagen van de 700- en 800-printers. Wagenaanzicht (700 en 800)
Pagina 25
Printkop voor optimalisatie Printkop voor overcoating Printkoppen voor kleur Codeersensor Lijnsensor Geïntegreerde spectrofotometer van HP Wagenaanzicht (700W en 800W) Onderdelen die zichtbaar zijn in de wagen van de 700W- en 800W-printers. Hoofdstuk 1 Inleiding...
Pagina 26
Printkop voor optimalisatie Printkop voor overcoating Printkoppen voor kleur Printkoppen voor wit Codeersensor Lijnsensor Geïntegreerde spectrofotometer van HP Laadaccessoire Met het laadaccessoire kunt u sommige substraatsoorten laden die moeilijk te laden zijn. Laadaccessoire op pagina Laadaccessoire...
Baken Het baken biedt een eenvoudige indicatie van de status van de printer die zichtbaar is vanaf een afstand, zodat u gemakkelijk kunt zien of alles normaal werkt. Als er een probleem is, geeft de bakenkleur een indicatie van het soort probleem. Raadpleeg de montage-instructies van de printer om het baken te monteren.
Pagina 28
Er is een alternatief beginscherm dat u kunt zien door uw vinger naar de linkerkant van het scherm te bewegen. Dit scherm geeft een overzicht van de status van het ecokarton met inktcartridges, het substraat en de huidige afdruktaak. Het bedieningspaneel heeft een groot centraal gedeelte om dynamische informatie en pictogrammen te tonen. Aan de linker- en rechterkant kunnen één of twee vaste pictogrammen worden weergegeven.
Pagina 29
Tik op om informatie over de printer te bekijken. ● Tik op voor hulp. ● Tik op om printerinstellingen in het algemeen te bekijken en te wijzigen. ● Als de printer een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, gaat deze in de slaapmodus en wordt het display van het bedieningspaneel uitgeschakeld.
Het luidsprekervolume wijzigen Het luidsprekervolume wordt via het bedieningspaneel geregeld. Als u het volume van de printerluidspreker wilt wijzigen, gaat u naar het bedieningspaneel en tikt u op (Instellingen) en vervolgens op System (Systeem) > Speaker volume (Luidsprekervolume,) en selecteert u Off (Uit), Low (Zacht), of High (Hard).
Pagina 31
Expired (Verlopen): De vervaldatum van de cartridge is verstreken. ● Incorrect (Niet geschikt): De cartridge is niet geschikt voor deze printer. Het bericht bevat een lijst met ● compatibele cartridges. Non-HP (Niet-HP): De cartridge is gebruikt, nagevuld of illegaal. ● Hoofdstuk 1 Inleiding...
U kunt de status van de inktcartridges ook weergeven in de Embedded Web Server. Zie Toegang tot de geïntegreerde webserver op pagina De status van een inktkop controleren De printer controleert na iedere afdruk automatisch de printkoppen en voert een servicebeurt uit. Volg onderstaande stappen voor meer informatie over de printkoppen.
Remove (Verwijderen): Het type printkop is niet geschikt voor gebruik met uw printer. ● Non-HP inkt (Niet-HP inkt): Inkt van een gebruikte, bijgevulde of illegaal inktpatroon is door de printkop ● gegaan. Zie het beperkte garantiedocument dat wordt geleverd met uw printer voor details over de implicaties van de garantie.
Als u op een waarschuwing klikt, wordt de toepassing geopend die het probleem kan verhelpen. Advies over de firmware-update wordt genegeerd wanneer u de printertoepassing opent. Zodra het advies genegeerd is, wordt er later geen herinnering meer weergegeven over hetzelfde advies (in het geval van firmware-updates verschijnt er een nieuwe melding wanneer een nieuwe firmwareversie beschikbaar is).
Pagina 35
Status printercluster Deze status kan de volgende waarden hebben, die in de aangegeven volgorde worden weergegeven: Voorbereiden op afdrukken Printing (Afdrukken) (inclusief Remaining time (Resterende tijd) in het statusveld) Uitharden Gepauzeerd Annuleren Ejecting (Uitwerpen) en Drying (Drogen) zijn verschillende statussen in de taakdetails, maar hebben hetzelfde “voltooien"-pictogram in de taakrij...
Aanmelden is de eerste stap om te profiteren van de voordelen van het volledig nieuwe HP PrintOS, uw besturingssysteem in de cloud voor afdrukproductie. Als u hulp nodig hebt bij het verbinden van uw printer met...
Geïntegreerde webserver Embedded Web Server is een webserver die in de printer actief is. Inleiding in de geïntegreerde webserver U kunt deze gebruiken om printerinformatie te verkrijgen, instellingen en voorinstellingen te beheren en nieuwe firmware te uploaden. Onderhoudstechnici kunnen hiermee interne informatie opvragen die helpt bij het stellen van een diagnose voor printerproblemen.
Wanneer u de geïntegreerde webserver wilt gebruiken, opent u de webbrowser en typt u het IP-adres van de printer op de adresbalk van de browser. U kunt het IP-adres van de printer vinden op het bedieningspaneel van de printer: tik op het pictogram OPMERKING: Uw browser kan een beveiligingswaarschuwing weergeven wanneer u het IP-adres invoert.
Tabel 1-4 Verbindingsmethode Verbindingstype Snelheid Maximum kabellengte Andere factoren Gigabit-Ethernet Snel; is afhankelijk van het Lang (100 m = 328 ft) Vereist extra materiaal netwerkverkeer (switches). OPMERKING: De snelheid van elke netwerkverbinding is afhankelijk van alle onderdelen van het netwerk, zoals netwerkcontrollers, hubs, routers, switches en kabels.
Het is meestal makkelijker om IPv4 te gebruiken tenzij u de IPv6 specifiek nodig hebt. Microsoft Windows Vista, Microsoft Windows Server 2008, en latere versies van Windows en de nieuwe HP Printing en Imaging-apparaten hebben standaard IPv6 ingeschakeld. Raadpleeg voor meer informatie over IPv6 http://h20000.www2.hp.com/bc/docs/support/SupportManual/c00840100/c00840100.pdf.
De geïntegreerde webserver ● U kunt een geavanceerde configuratiemethode gebruiken, zoals BOOTP, DHCP, Telnet of de opdrachten arp ● en ping. Zie voor instructies de HP Jetdirect Print Servers Administrator’s Guide (Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect-printservers) voor uw printservermodel. Hoofdstuk 1 Inleiding...
De IO-configuratiepagina geeft de uitgebreide status van de printserver weer. Dit is een belangrijk diagnostisch hulpmiddel, zeker wanneer netwerkcommunicatie niet beschikbaar is. Voor een beschrijving van berichten die op de IO-configuratiepagina worden weergegeven, zie de HP Jetdirect Print Servers Administrator's Guide (Beheerdershandleiding bij de HPJetdirect-printservers) voor uw printservermodel.
VOORZICHTIG: Een in de fabriek geïnstalleerd HP Jetdirect X.509-certificaat wordt opgeslagen tijdens een harde reset naar fabrieksstandaardwaarden. Een certificaat van een Certificate Authority (CA) dat door de gebruiker is geïnstalleerd om een netwerkverificatieserver te valideren, wordt niet opgeslagen.
Pagina 44
BOOTP of DHCP te gebruiken). Auto IP: Een link-local IP-adres 169.254.x.x is ingesteld. Legacy (Verouderd): Het adres 192.0.0.192 is ingesteld, dat consistent is met oudere HP Jetdirect-apparaten. Primaire DNS Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van een primaire DNS-server.
Pagina 45
Tabel 1-6 Menu-items (vervolg) Menu-item Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving Secundaire DNS Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van een secundaire DNS- server (Domain Name System) op. OPMERKING: Dit item wordt alleen weergegeven als handmatige configuratie een hogere prioriteit heeft dan DHCP in de configuratie.
Pagina 46
HTTPS Required (HTTPS vereist): Voor veilige, gecodeerde communicatie wordt alleen HTTPS-toegang geaccepteerd. De printserver wordt weergegeven als een beveiligde site. Als u deze optie kiest, kan de RIP defect raken; HP beveelt HTTP/HTTPS optional (HTTP/HTTPS optioneel) aan. HTTP/HTTPS optional HTTP/HTTPS optioneel): Toegang via HTTP of HTTPS is toegestaan.
HP geïntegreerde webserver, HTTPS (TCP-poort 443) – Afdrukken ● Onbewerkte IP-afdrukken (eigendom van HP, TCP-poorten 9100, 9101, 9102) – Beveiliging ● SNMP v3 – SSL/TLS – Firewall – De printer in- en uitschakelen Om de printer in te schakelen, controleert u of de aan/uit-knop aan de achterkant van de printer is ingeschakeld.
U schakelt deze later weer in via de aan/uit-schakelaar aan de achterkant. Als de printer niet automatisch start, drukt u op de aan/uit-knop. Wanneer de printer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 2 tot 3 minuten voordat deze is geïnitialiseerd. De printer opnieuw opstarten In bepaalde omstandigheden kan het nodig zijn de printer opnieuw op te starten.
In de meeste landen wordt de ondersteuning door HP Ondersteuningspartners geleverd (gewoonlijk het bedrijf dat u de printer verkocht heeft). Indien dit in uw land niet het geval is, neemt u via internet contact op met HP Ondersteuning, zoals hierboven staat weergegeven.
Telefoonnummer Het telefoonnummer van HP Support vindt u op het internet. Ga naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html. Service-informatie Op verzoek kan de printer een lijst afdrukken met vele aspecten van de actuele status, waarvan enkele van nut kunnen zijn voor een onderhoudstechnicus die een probleem probeert te verhelpen.
Het substraat hanteren Substraten op de juiste manier hanteren, is essentieel voor een doeltreffende, risicovrije afdruk. Overzicht U kunt op een breed scala aan printmaterialen drukken; in deze handleiding wordt hiernaar verwezen met substraten. Substraattips De keuze van het juiste substraat voor uw toepassingen is van essentieel belang voor een goede afdrukkwaliteit. Hier volgen enkele tips voor het gebruik van substraten: Haal alle substraten 24 uur vóór het afdrukken uit de verpakking en wacht tot het is aangepast aan de ●...
Pagina 53
Bij het afdrukken van een reeks taken moet u ervoor zorgen dat het bedrukte substraat de uitvoerbaan niet ● belemmert. Dit kan ernstige afdrukkwaliteitsproblemen veroorzaken. HP beveelt het gebruik van de opwikkelspoel aan voor een betere controle van het substraat, behalve voor ● zeer korte taken. Zie...
Generiek backlit papier Fotorealistisch paper Papier met blauwe achterkant Zelfhechtend papier Ondersteunde substraten van HP Er zijn twaalf toepassingscategorieën waarvoor HP-substraten de ideale oplossing zijn. Sleutel tot toepassingscategorieën Displays op beurzen en evenementen Backlit-displays Wraps voor wagenparken en voertuigen Bewegwijzering...
Pagina 56
Tabel 3-2 Ondersteunde substraten van HP (vervolg) Toepassingscategorieën Substraten HP Everyday matte polypropyleen, met een kern van 3 inch 203 micron • 120 g/m² • 61 m ● ● ● ● HP zelfhechtende materialen HP Glans CP, Glans (Zwart-Wit) Basisfolie: 86 micron DSPE-papiervoering: 140 g/m²...
Pagina 57
Zonder voering: 96 micron • 136 g/m² • 45,7 m Met voering: 284 micron • 298 g/m² • 45,7 m ● ● ● Nieuwe HP Everyday hechtend mat met polypropyleen, met een kern van 3 inch ● ● ● Basisfolie: 119 micron • 75 g/m²...
Pagina 58
Tabel 3-2 Ondersteunde substraten van HP (vervolg) Toepassingscategorieën Substraten HP-folies HP backlit polyester folie 220 micron • 285 g/m² • 30,5 m ● ● ● ● HP verduisterende folie 248 micron • 220 g/m² ● ● ● ● HP-stoffen HP lichte stof 381 micron •...
Pagina 59
205 micron • 205 g/m² ● ● ● HP Premium posterpapier 228 micron • 200 g/m² • 61 m ● ● ● HP inpakpapier satijn, kern van 3 inch 99 micron • 100 g/m² ● ● Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren...
Pagina 60
Tabel 3-2 Ondersteunde substraten van HP (vervolg) Toepassingscategorieën Substraten HP Universal zwaar gecoat papier, met een kern van 3 inch 172 micron • 131 g/m² • 61 m ● ● HP Super zwaar plus mat papier, met een kern van 3 inch 264 micron - 180 g/m2 - 30,5 m ●...
ColorPRO-technologie. ● HP PVC-vrij behang bedrukt met HP Latex-inkten is beoordeeld met een A+ door Émissions dans l'air ● intérieur, die een lijst uitbrengt van het uitstotingsniveau van vluchtige stoffen die bij inademing binnenshuis gezondheidsrisico's met zich mee kunnen brengen, op een schaal van A+ (zeer lage uitstoting) tot C (hoge uitstoting).
Een rol in de printer laden Volg deze stappen om een substraatrol correct in de printer te laden. TIP: Laadaccessoire op pagina 71 om een rol textielsubstraat te laden; en vergeet niet om een inktcollector te gebruiken als het substraat poreus is (wat textiel meestal is) TIP: Wanneer u heel dunne of dikke substraten laadt, of substraten die neigen om te krullen, moet u de procedure voor handmatig plaatsen volgen om het risico van substraatstoringen of printkopbreuken te...
Pagina 63
Verwijder de centrale schroef (handmatig of met een platte schroevendraaier) aan beide zijden. Verwijder de 3 inch-samenstellingen van de rechter- en linker-hub. Installeer de 2 inch-samenstellingen op de rechter- en linker-hub. Installeer de centrale schroeven (handmatig of met een platte schroevendraaier) aan beide zijden. Plaats de rol op de tafel.
Pagina 64
Steek de rol in de naaf aan de rechterkant. Til de linkerkant van de rol op en plaats de naaf aan de linkerkant. Druk ertegen om ervoor te zorgen dat deze stevig is geplaatst. Op het bedieningspaneel van de printer tikt u op , daarna op Load (Laden).
Pagina 65
Lengte volgen: Als u het vakje selecteert en de lengte van de rol opgeeft, berekent de printer het ● resterende papier en geeft deze u de resterende lengte weer. Zie Substraatlengte volgen op pagina Afdrukgebied: Kies Platen (Plaat) of Ink collector (Inktcollector). Zie Inktcollector op pagina ●...
Pagina 66
Duw de uithardingsmodule omlaag. De printer controleert het substraat op diverse manieren en kan u vragen problemen met scheeftrekken of spanning te corrigeren. Als een probleem optreedt tijdens dit proces, wordt door het optillen van het venster de laadprocedure onderbroken en wordt het substraat losgelaten zodat u de positie handmatig kunt corrigeren.
De printer kalibreert de substraatdoorvoer. De printer geeft aan klaar te zijn voor het afdrukken. Alleen 800-serie: Draai het substraatdraaisysteem in de printer. Poreuze substraten Poreuze substraten kunnen worden gebruikt met de printer en de inktcollector, waarbij u de opwikkelspoel moet gebruiken.
Pagina 68
Laad het substraat dat u wilt controleren. Open de RIP-software. Download het testbestand vanuit de printer: http://printerIP/hp/device/webAccess/images/ Ink_trespassing_check.pdf, waarbij printerIP het IP-adres van uw printer is. Druk het testbestand af met het aantal passages en de substraat-voorinstelling die u wilt gebruiken voor dit substraat (of een soortgelijk profiel voor wat betreft inktlimiet).
Inktcollector De inktcollector moet worden gebruikt in plaats van de plaat wanneer u wilt afdrukken op een poreus substraat. Poreuze substraten op pagina De plaat en de inktcollector worden beide in twee delen geleverd (links en rechts). Om de inktcollector te installeren, ontgrendelt en verwijdert u eerst de zeven onderdelen van de plaat.
Pagina 70
Trek de veiligheidshendel aan de linkerkant van de plaat omhoog. Druk de plaat met beide handen omlaag en trek deze naar u toe. De plaat komt omhoog. De platen verwijderen...
Wanneer de plaat in de hoogste stand staat, neemt u hem uit de printer. Verwijder alle platen. De inktcollectors installeren Zodra de platen zijn verwijderd, kunnen de inktcollectors worden geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de veiligheidshendel open staat (omhoog). Verstel de haken van de inktcollector met de veerhouders. Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren...
Pagina 72
Druk de inktcollector met beide handen omlaag en duw deze tegelijkertijd naar de achterkant van de printer. Installeer de zeven inktcollectors. Zorg ervoor dat alle inktcollectors na installatie op hetzelfde niveau zijn. Sluit de veiligheidshendel (omlaag). VOORZICHTIG: Als u weerstand voelt bij het sluiten van de hendel, probeer deze dan niet te forceren. Controleer of alle onderdelen van het afdrukgebied correct zijn gemonteerd.
Duw de uithardingsmodule omlaag. Inktcollector verwijderen Als u de platen wilt installeren, moeten de inktcollectors eerst worden verwijderd. Til de uithardingsmodule omhoog. Trek de veiligheidshendel aan de linkerkant van de plaat omhoog. Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren...
Duw de inktcollector met beide handen omlaag en trek deze naar u toe. De inktcollector komt omhoog. Verwijder de inktcollector van de printer. De platen installeren Wanneer de inktcollector nog niet is geïnstalleerd, kunt u de platen installeren. Zorg ervoor dat de veiligheidshendel open staat (omhoog). De platen installeren...
Pagina 75
Verstel de plaat met de veer. Druk de plaat met beide handen omlaag en duw deze naar de achterkant van de printer. Wanneer u alle platen hebt geïnstalleerd, controleert u of ze allemaal goed zijn afgesteld en of er geen openingen tussen zitten.
Sluit de veiligheidshendel (omlaag). VOORZICHTIG: Als u weerstand voelt bij het sluiten van de hendel, probeer deze dan niet te forceren. Controleer of alle onderdelen van het afdrukgebied correct zijn gemonteerd. Duw de uithardingsmodule omlaag. De inktcollectorverbruiksartikelen verwijderen Volg deze procedure om verbruiksartikelen van de inktcollector te verwijderen. De inktcollectorverbruiksartikelen verwijderen...
Pagina 77
Til de uithardingsmodule omhoog. Druk de twee lipjes naar binnen en trek ze vervolgens omhoog. Verwijder de verbruiksartikelen van de inktcollector uit de printer. Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren...
Reinig de steun van de inktcollector. De verbruiksartikelen van de inktcollector installeren Volg deze procedure om verbruiksartikelen te installeren op de inktcollector. Plaats het middelste deel in de inktcollector. Duw de kleine lipjes zodanig dat het middengedeelte in de inktcollector past (er moet een klik te horen zijn wanneer de juiste positie wordt bereikt).
Pagina 79
Tik op het bedieningspaneel op , daarna op Load (Laden) > Substrate configuration (Substraatconfiguratie). Tik in het gedeelte LOADING OPTIONS (LAADOPTIES) op Manual feed & deskew (Handmatig invoeren en rechttrekken). Scroll naar het gedeelte ACCESSORIES (ACCESSOIRES) en schakel Loading accessory (Laadaccessoire) in. Selecteer de categorie en de naam van het substraat dat u wilt laden.
Pagina 80
Plaats het laadaccessoire tot aan het einde van de plaat. Open de flappen en plaats de voorrand van het substraat onder de flappen. Klap de witte flappen terug, zodat ze de voorrand van het substraat bedekken. De zwarte plaatjes zijn magnetisch en houden het substraat vast.
Pagina 81
Voer het substraat via het bedieningspaneel door totdat het van de uithardingsmodule valt. Het laadaccessoire gaat samen met het substraat over het substraatpad van de printer. Nadat het laadaccessoire door de printer is gegaan, kan het met de hand worden weggehaald. Lijn de rechterrand van het substraat uit met de rechterrand van de invoerrol.
Pagina 82
Alleen voor incidenteel gebruik kunt u uw eigen laadaccessoire maken, zoals hier wordt beschreven. OPMERKING: Bij regelmatig gebruik raadt HP aan het standaard laadaccessoire aan te schaffen. Neem een zelfhechtend vinylsubstraat en snijd dit af zoals hieronder is afgebeeld. Doe-het-zelf laadaccessoire...
Pagina 83
Selecteer op het bedieningspaneel Manual feed & deskew (Handmatig doorvoeren en rechttrekken) en Loading accessory (Laadaccessoire). Laad het accessoire totdat het uiteinde de snijrail bereikt en druk vervolgens op Continue (Doorgaan). Hierdoor zakken de klemwielen om het accessoire op zijn plaats te houden. TIP: Laad het zelfhechtende vinyl met de voering naar beneden (zoals bij...
Pagina 84
Bevestig de stof op het vinyl. Ga door met het laadproces, tik op de pijl omlaag op het bedieningspaneel om het substraat door te voeren totdat de voorrand de rol bereikt. TIP: Terwijl u het substraat doorvoert, wikkelt u de invoerrol handmatig af om te voorkomen dat de stof los komt van het accessoire.
Lijn het substraat uit. Beperkingen Sommige stoffen hebben een lage kleefkracht op het zelfhechtende vinyl, waardoor een lus in de invoer ● nodig is (de invoer afrollen) voordat u begint te laden, zodat u aan het substraat kunt trekken en het kunt laden.
Pagina 86
> Substrate handling options (Opties voor substraatbehandeling) > Enable narrow substrate (Smal substraat inschakelen). Met deze optie is de afdrukkwaliteit niet gegarandeerd. Start het substraatlaadproces zoals gewoonlijk (zie Een rol in de printer laden op pagina 55) en tik op Manual feed &...
Tabel 3-5 Waarschuwing Risico op brandwonden Risico op beknelde vingers Zie voor meer veiligheidsinformatie: Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen op pagina 3 TIP: Als het substraat dat u gebruikt, neigt tot omkrullen, moet u het substraat blijven doorvoeren totdat de rand uit de printer is gekomen. Het wordt u tevens aangeraden de opwikkelspoel te gebruiken of om de snijder uit te schakelen op het bedieningspaneel als u de opwikkelspoel niet gebruikt.
Als ze vaak nodig zijn, kunnen ze worden opgeslagen in de printer, links en rechts van de afdrukplaat, om te voorkomen dat het substraat vastloopt bij het laden van het volgende substraat. OPMERKING: De randhouders steken 6 mm over de rand van het substraat uit. U moet een minimale linker- en rechtermarge van 7 mm instellen in de het RIP bij...
Pagina 89
Til de uithardingsmodule op. Plaats een randhouder in de kleine ruimte links van de plaatmodule of inktcollector. Druk de voorkant van de randhouder omlaag in de ruimte tot deze op de rail past. Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren...
Schuif de randhouder zo ver mogelijk naar rechts op de plaatmodule of inktcollector, vanuit de linkerpositie. Plaats de tweede randhouder aan de linkerkant en laat deze daar. Duw de uithardingsmodule omlaag. Laat de randhouders in parkeerpositie aan beide uiteinden van de plaatmodule of inktcollector (links en rechts).
Pagina 91
Verplaats de randhouders zodat ze de randen van het substraat overlappen. Lijn de groef in het midden van de randhouder uit met de rand van het substraat. Om mogelijk vastlopen te voorkomen, raadt HP aan dat de zijrand van het substraat zich volledig onder het oppervlak van de randhouder bevindt.
Dit accessoire is voor gebruik met substraten met een breedte van of meer. Het wordt niet aanbevolen voor gebruik met textiel, behang, HP Everyday Matte-substraat, of voor tegeltoepassingen. Bekijk hier een video: De randhouders verwijderen...
Volg deze stappen om een substraatrol correct uit de printer te verwijderen. TIP: HP raadt aan het substraat niet geladen te laten wanneer de printer lange tijd niet in gebruik zal zijn, zoals 's nachts of tijdens het weekend. Het geladen substraat kan vervormd raken, wat problemen veroorzaakt, zoals het vastlopen van de printkop.
Pagina 94
Op het bedieningspaneel van de printer tikt u op , daarna op Unload (Verwijderen). U kunt ook op , daarna op Substrate (Substraat) > Unload substrate (Substraat verwijderen) tikken. Als de printer de lengte van het substraat heeft gevolgd, geeft het bedieningspaneel de resterende lengte weer, zodat u deze voor toekomstig gebruik kunt noteren.
Op de laatste centimeters van het substraat kunnen zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen als ● gevolg van een gebrek aan spanning. De tape of lijm aan het uiteinde van het substraat kan aan het uithardingsmechanisme blijven kleven. ● Als de printer in de slaapstand wordt gezet terwijl de kern los is, dan is het bij het ontwaken net alsof er ●...
Opwikkelspoel De opwikkelspoel verzamelt het substraat zodra het uit de printer komt. Een rol op de opwikkelspoel laden De opwikkelspoel wordt ingeschakeld door de uitvoerrol een volle slag in de gewenste draairichting te draaien. Laad een kern op de opwikkelspoel. Schuif deze eerst op de rechternaaf. Alleen 800-serie: Plaats de linkernaaf in de kern.
Pagina 97
Til de remhendel op, zodat de naaf niet beweegt. Breng het substraat naar voren totdat het de as van de opwikkelspoel bereikt Trek het midden van de voorrand van het substraat omlaag om het substraat recht te maken. Probeer het substraat niet uit de printer te trekken.
Druk op de knop op het bedieningspaneel om het substraat door te voeren en een lus te maken. Draai de rechter naafschijf een kwartslag; dan detecteert de printer deze. De printer onthoudt de lengte van het substraat en synchroniseert de substraattoevoer met de opwikkelspoel. Druk op de knop op het bedieningspaneel om het substraat opnieuw door te voeren.
Pagina 99
Druk op het bedieningspaneel op het pictogram Substrate (Substraat) en vervolgens op Output option (Uitvoeroptie) > Deactivate take-up reel (Opwikkelspoel deactiveren). Een pop-up verschijnt met de tekst Take-up reel deactivated (De opwikkelspoel is uitgeschakeld). Terwijl u het substraat vasthoudt, draait u de schijf aan de rechternaaf op de opwikkelspoel om het resterende substraat om de opwikkelspoel te wikkelen.
Haal de rol van de rechternaaf. Verwijder de rol van de printer. Spanningsmodi van oppakspoel De oppakspoel heeft drie verschillende spanningsmodi, afhankelijk van het gebruikte substraat en de uiteindelijke toepassing. De spanningsmodus kan worden gewijzigd via het bedieningspaneel: tik op de Substrate library (substraatbibliotheek) >...
Spanningsmodi Always apply tension (Altijd spanning toepassen): Bij substraten die niet stevig zijn en aan de voorkant ● moeten worden getrokken, zoals textiel; en substraten die hoge wrijving hebben met de uitvoerplaat, zoals sommige films, banners en zelfhechtende vinyls. Apply tension only after advancing (Pas de spanning pas toe na het doorvoeren): Basis- en standaardmodus ●...
Pagina 102
Verwijder de gladde zwarte invoerrol voor het laden van het substraat. Steek in plaats daarvan de veegrol erin, bedekt met foam, met het tandwiel aan de rechterkant. De printer detecteert dat de veegrol in gebruik is en toont dit als beschikbaar in de schermen Substrate en Loading (Substraat en Laden).
Vervanging Het foam van de veegrol gaat niet onbeperkt mee en moet worden vervangen als het veel is gebruikt. De ● printer volgt de lengte van het substraat dat geveegd is door de rol, en geeft een waarschuwing wanneer het aan vervanging toe is.
De substraatbreedte en de rechterrandpositie wijzigen Als de substraatbreedte niet goed wordt gemeten door de printer, kunt u dit via het bedieningspaneel wijzigen. Klik op het pictogram Settings (Instellingen) en vervolgens op Substrate (Substraat) > Substrate handling options (Opties voor substraatbehandeling) > Substrate width (Substraatbreedte). TIP: Houd er rekening mee dat de automatische randdetectie pas bij...
Afdrukken op textiel Er zijn verschillende zaken waarmee u rekening moet houden als u wilt afdrukken op textiel. Als u meer dan 10 m² per dag wilt afdrukken, adviseert HP de aanschaf van de textielset. ● U kunt ook handmatig laden met het laadaccessoire. Zie Laadaccessoire op pagina Wanneer u meer dan 10 m²...
Vanuit het Configuration Center kunt u substraatvoorinstellingen controleren van uw eigen printers, van de ● HP Medialocator en van uw reseller, allemaal op één plaats, en ze op uw printers implementeren. Gebruik de functie Online search (Online zoeken) op het bedieningspaneel of de HP Medialocator op het ●...
De printer is verbonden met de database van de HP Medialocator op het internet en laat u toe om te zoeken naar alle beschikbare substraatvoorinstellingen voor uw specifieke printermodel, waaronder HP en andere substraatmerken.
Sommige ondersteunde RIP's kunnen een soortgelijke online zoekfunctie naar substraatvoorinstellingen implementeren door dezelfde database van HP Medialocator te openen. Het maakt niet uit of u de zoekfunctie van het bedieningspaneel van de printer of de RIP-zoekfunctie gebruikt; De ondersteunde RIP-software synchroniseert zijn lijst met substraatvoorinstellingen met de printer, zodat de printer en de RIP altijd over...
(alleen pakketten die gedownload zijn van de internetdatabase van HP Medialocator zijn, als vorm van verificatie, digitaal ondertekend); u kunt dan de waarschuwing negeren en de installatie voortzetten of deze afbreken.
Bovendien moet u altijd vanuit een algemene voorinstelling klonen om kalibraties uit te voeren, zelfs als u geen enkele instelling wilt wijzigen. De printer bevat generieke voorinstellingen voor de ondersteunde substraatcategorieën; zie Ondersteunde substraatcategorieën op pagina Een substraatvoorinstelling klonen Om een substraatvoorinstelling te klonen, volgt u deze stappen. Misschien wilt u om de volgende redenen een voorinstelling klonen en bewerken: Zelf een naam toewijzen aan een substraat.
OPMERKING: U kunt het aantal doorgangen of de inktdichtheid in een bestaande afdrukmodus niet wijzigen. Als u het aantal doorgangen of de inktdichtheid wilt wijzigen, maakt u een nieuwe afdrukmodus aan. OPMERKING: Het is niet toegestaan twee afdrukmodi te maken met dezelfde kleurmodus, hetzelfde aantal doorgangen en dezelfde inktdichtheid.
Pagina 115
Wanneer het substraat is geladen, gaat u naar de Substrate Library op het bedieningspaneel en kiest u de substraatcategorie in de linkerkolom van het scherm Substrate Library (Substraatbibliotheek) (PVC Banner in dit voorbeeld). Daarna klikt u op + New PVC banner (+ Nieuwe PVC-banner) bovenaan in de rechterkolom. De nieuwe voorinstelling wordt gebaseerd op een generieke voorinstelling;...
Pagina 116
Het volgende scherm wordt weergegeven. Druk op de knop Print test (Test afdrukken) om de testafdruk van de inktdroging en kleurverzadiging uit te voeren; ga daarna verder met het aanpassen van de instellingen en druk opnieuw af totdat u tevreden bent met het resultaat.
Doorvoerfactor: Alleen te gebruiken wanneer u afdrukt zonder de substraatdoorvoersensor om de ● substraatdoorvoer bij elke wagendoorgang te verhogen of te verlagen. Invoerspanning: Dit is de substraatterugwikkelspanning. Verhoog deze waarde bij gekreukeld substraat ● in de afdrukzone. Temperatuur van afdrukgebied: Als u uitvloeiing waarneemt (inkt verspreid over verschillende ●...
Om de substraatdoorvoerkalibratie tijdens het afdrukken te wijzigen (in geval van streepvorming): tik op ● Adjustments (Aanpassingen) > Adjust substrate advance (Substraatdoorvoer aanpassen). De wijzigingen die u aanbrengt, hebben direct effect, maar worden niet opgeslagen voor de volgende taak. Zie ook Substraatdoorvoer tijdens het afdrukken aanpassen op pagina 146.
Pagina 120
Generieke PVC-banner Generieke PVC-banner voor backlit Generieke PP- en PE-banner Papier en wandbekleding Generiek ongecoat papier Generiek gecoat papier HP fotorealistisch Generiek papier met blauwe rug Generiek papier voor backlit Generiek papier voor wandbekleding Generieke wandbekleding, woven Generieke wandbekleding non-woven...
Pagina 121
Witte 100% afdrukmodi (vervolg) Categorie Substraatnaam SW 3L Papier en wandbekleding Generiek ongecoat papier Generiek gecoat papier HP fotorealistisch Generiek papier met blauwe rug Generiek papier voor backlit Generiek papier voor wandbekleding Generieke wandbekleding, woven Generieke wandbekleding non-woven Folie Generieke PET-folie...
Pagina 122
Witte 160% afdrukmodi (vervolg) Categorie Substraatnaam SW 3L Papier en wandbekleding Generiek ongecoat papier Generiek gecoat papier HP fotorealistisch Generiek papier met blauwe rug Generiek papier voor backlit Generiek papier voor wandbekleding Generieke wandbekleding, woven Generieke wandbekleding non-woven Folie Generieke PET-folie...
Pagina 123
Generiek textiel voor backlit Canvas Generiek canvas OPMERKING: Meer specifieke instellingen voor veel substraten van diverse leveranciers kunt u vinden in de HP Substrate Finder op http://www.hp.com/go/latexmediafinder/. OPMERKING: Nadat u het aantal doorgangen hebt geselecteerd in het scherm Add New Print Mode (Nieuwe afdrukmodus toevoegen), moet u de afdrukmodus opnieuw instellen op de standaard categoriewaarden voor die afdrukmodus.
Uw substraatvoorinstellingen in de cloud opslaan Als uw printer verbinding heeft met PrintOS, kunt u een beveiligde kopie van uw substraatvoorinstellingen hebben. Elke update die u maakt aan een substraatvoorinstelling of elke nieuwe die u maakt, wordt automatisch opgeslagen in het Configuratiecentrum. Een substraatvoorinstelling verwijderen U kunt substraatvoorinstellingen verwijderen die u zelf hebt toegevoegd, met uitzondering van de voorinstellingen die met de printer zijn meegeleverd.
Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij transparante, backlit- of textielsubstraten. OPMERKING: Kleurkalibratie werkt mogelijk niet correct met inkten die niet van HP afkomstig zijn. Kleurkalibratie kan worden gestart vanaf het bedieningspanel door te tikken op en vervolgens op Color calibration (Kleurkalibratie);...
De metingen van het kalibratiemodel worden vergeleken met een interne referentie om de benodigde kalibratietabellen te berekenen voor consistente kleurafdrukken op het substraat in gebruik. Voor een substraat zonder referentie, zoals een substraat dat is gemaakt door een algemene voorinstelling te klonen, wordt de huidige afdrukkleur als referentie genomen in de initiële kleurkalibratie.
Er wordt een testschema voor de kleurkalibratie afgedrukt, die vlakken bevat van verschillende dichtheden van elke inkt die in de printer wordt gebruikt. Het testschema word gescand door de ingebouwde spectrofotometer van HP. Als de scan niet met succes kan worden voltooid, verschijnt er een melding op het bedieningspaneel; zie Systeemfoutcodes op pagina 274.
Nadat u op Create ICC profile (ICC-profiel maken) hebt getikt, vindt het volgende proces plaats: Een profieltestschema wordt afgedrukt op het geladen substraat met de geselecteerde afdrukmodus. Het afgedrukte testschema word gemeten met de ingebouwde spectrofotometer van HP. De kleurmetingen houden verband met de doelkleurmiddelwaarden van de firmware van de printer om het ICC-profiel te genereren.
OPMERKING: Hoewel kleurprofielen die zijn verkregen in een bepaalde afdrukmodus, opnieuw kunnen worden gebruikt bij het afdrukken met andere afdrukmodi, kan de meest nauwkeurige kleurreproductie alleen worden verkregen als de profielen worden gemaakt met exact dezelfde afdrukmodi die voor het afdrukken zijn gebruikt.
Pagina 130
Als aan alle voorwaarden is voldaan, start de procedure wanneer u op de knop Start tikt. Synchroniseer de RIP om ervoor te zorgen dat het nieuwe ICC-profiel van de printer wordt gedownload. Merk op dat ICC-profilering wordt uitgevoerd in de hoogste kwaliteit afdrukmodus. ●...
Taakwachtrijbeheer Een goed beheerde afdrukwachtrij is essentieel voor doeltreffend afdrukken. Taakwachtrij op het bedieningspaneel De afdrukwachtrij bevat taken die zijn ontvangen, geparseerd, gerenderd, afgedrukt, al eerder zijn afgedrukt, enzovoort. Er zijn twee clusters, afhankelijk van de profilering van het substraattype: geladen substraat en niet geladen substraat.
Volgende ● Nesten ● In de wacht ● Niet-geladen substraat. Dit cluster is alleen zichtbaar als een taak waarvan het substraat niet is geladen naar de taakwachtrij wordt verzonden. De taakwachtrij kan evenveel "Niet-geladen substraat" clusters hebben als er taken zijn met een ander substraat dan het geladen substraat. Clusters van dit type zijn alfabetisch gesorteerd.
Opnieuw afdrukken Tik in het gedeelte Geschiedenis op de taak die u opnieuw wilt afdrukken. Tik op het detailscherm op de knop Printer. Op het volgende scherm kunt u het aantal exemplaren, de bron en de bestemming selecteren. Taken opnieuw ordenen U kunt de positie van een taak in de taakwachtrij...
Optimized (Optimaal) De printer berekent de beste tijd om het afdrukken te starten. Dit is de standaardoptie, ● omdat dit doorgaans het beste compromis is tussen de andere opties. Taakdetails weergeven Tik op de naam van de taak om alle taakgegevens, zoals informatie over de status, pagina’s, kopieën, totalen en een voorbeeld, weer te geven.
U kunt de instellingen voor de volgende gebieden definiëren: Print quality (Afdrukkwaliteit), Color (Kleur), Paper (Papier), Margins (Marges), HP-GL/2, PostScript, Print retrieval (Afdruk ophalen). Als u de standaardeigenschappen wilt definiëren van taken die vanaf een externe locatie naar de printer worden verzonden, tikt u op en daarna op Default printing configuration (Standaardafdrukconfiguratie).
De printer levert gegevens in XML-indeling aan de toepassing wanneer daarom wordt gevraagd. HP levert een Software Development Kit om de ontwikkeling van dergelijke toepassingen mogelijk te maken.
Zorg ervoor dat uw printer is geregistreerd bij PrintOS (zie HP PrintOS op pagina 29). U krijgt toegang tot PrintOS op http://www.printos.com of met de mobiele PrintOS-app. Voer uw referenties in. Selecteer Jobs (Taken) om toegang te krijgen tot de taakgeschiedenis en taakdetails voor al uw printers.
Problemen met substraat oplossen Problemen met het substraat kunnen verschillende vervormingen van het substraat zelf zijn, evenals storingen tijdens het afdrukken en vastlopen van de opwikkelspoel. Substraat kan niet worden geladen Aanbevolen acties wanneer er problemen met het laden van het substraat optreden. Lees de laadinstructies nogmaals door en volg deze instructies ook op.
Laadaccessoire op pagina TIP: HP raadt aan het substraat niet geladen te laten wanneer de printer lange tijd niet in gebruik zal zijn, zoals 's nachts of tijdens het weekend. Het geladen substraat kan vervormd raken, wat problemen veroorzaakt, zoals het vastlopen van de printkop.
maken. Als dit niet het geval is, start u de printer met het venster open om de beweging van het klemwiel en het vrijgeven van het substraat te forceren. VOORZICHTIG: Probeer het substraat niet door het invoerpad te trekken. Hiermee draait u de normale bewegingsrichting namelijk om en kunnen er printeronderdelen beschadigd raken.
Sommige substraten worden plakkerig wanneer ze worden blootgesteld aan hoge temperaturen, zoals sommige banners en films, en kunnen problemen hebben met het doorvoeren over de uitvoerplaat. In deze gevallen raadt HP aan om de spanningsmodus van de opwikkelspoel Always apply tension (Altijd spanning toepassen) en indien nodig de uitvoerspanning te verhogen.
Pagina 142
De opwikkelspoel laden voor tegeltoepassingen op pagina HP raadt u ook aan gebieden met gelijke hoeveelheden inkt vlak na elkaar af te drukken. Wanneer dit niet mogelijk is, drukt u de gebieden met verschillende soorten inkt als afzonderlijke taken af en wijzigt u de lengte van de taak met minder inkt in de RIP om ervoor te zorgen dat de afmetingen overeenkomen met de taak met een hoog inktgehalte.
Lengtevariaties treden vooral op bij de eerste meter die wordt afgedrukt. Om deze reden en om de beste lengtenauwkeurigheid en herhaalbaarheid te verkrijgen, raadt HP aan om een stabilisatieplot van de eerste meter af te drukken vóór de eerste tegeltaak na het laden van het substraat. Deze stabilisatieplot kan een afbeelding met een lage inktdichtheid zijn en moet samen met de tegeltaak worden geript.
In de praktijk is de vereiste correctiewaarde meestal negatief. TIP: U kunt gebruikmaken van de diagnostische afbeelding op http://IPaddress/hp/device/webAccess/ diagnostic/StraightnessOptimizationPlot.pdf (waarbij IPaddress het IP-adres van de printer is) voor hulp bij het bepalen van de correctiewaarde die u moet toepassen.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen onder meer zijn: korreligheid, streepvorming, kleurvariatie of -afwijking, en vegen of uitlopen van inkt. Algemeen advies bij afdrukken Volg de hier beschreven aanpak wanneer u een probleem hebt met de afdrukkwaliteit. Zorg ervoor dat het substraattype dat u selecteert op het bedieningspaneel en in uw RIP-software hetzelfde ●...
Afdrukkwaliteit optimaliseren Met behulp van deze toepassing kunt u de printer aanpassen wanneer deze niet volgens verwachting werkt. U kunt de toepassing starten door op het bedieningspaneel op (Afdrukkwaliteit optimaliseren) te tikken. De toepassing bevat diverse gedeelten met verschillende doelen: Generieke oplossingen waarmee u de printer aanpast.
Harde reiniging van printkoppen kan een einde maken aan ernstige vermindering van de afdrukkwaliteit. U ● kunt specifieke printkoppen selecteren voor reiniging. De volgende testplots zijn beschikbaar: Druk de Printhead status plot (Printkopstatusplot) af om de status van spuitmonden te controleren. ●...
Pagina 148
*& Als laatste redmiddel kunt u een printkop handmatig reinigen met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met gedeïoniseerd water. Voorzichtig reinigen, met minimale druk. VOORZICHTIG: Gebruik niet dezelfde doek voor het afvegen van de printkoppen van de optimizer en de andere printkoppen.
Pagina 149
een glans van minstens 91 cm breed, wordt aanbevolen voor maximale zichtbaarheid. Andere substraattypen laten mogelijk niet voldoende details zien om de streepjes van de optimalisatie duidelijk waar te nemen. De plot bestaat uit vlakvullingen (gevulde rechthoeken in elke kleur), gevolgd door kleine streepjes, één voor elke spuitmond op elke printkop.
Controleer de continuïteit van de dunne diagnostische lijnen op de uitlijningsstatusplot In één sectie worden gekleurde lijnen afgedrukt in overeenstemming met zwarte lijnen om de uitlijning van de ene kleur naar de andere te testen. In een ander deel is er een blok met tekst om de uitlijning tussen de achterwaartse en de voorwaartse doorgang van een primaire kleur te controleren.
Pagina 151
Daarna wordt er een generieke instelling gebruikt die is verstrekt voor elk substraattype. TIP: HP raadt aan om kalibratie van de substraatdoorvoer uit te voeren voordat u een nieuwe bannerrol met een afdrukmodus met 4 doorgangen start. Het kan ook de afdrukkwaliteit verbeteren met zwaar, gecoat papier.
Pagina 152
Als de lichtkolom niet recht is en van de ene waarde naar de andere waarde beweegt, schakelt u de ● substraatdoorvoersensor uit (in de instellingen voor doorvoer in het venster afdrukmodus). Start de plot opnieuw, selecteer de juiste waarde die is gedefinieerd door de witte lijn en voer deze in de geselecteerde afdrukmodus in.
Substraatdoorvoer tijdens het afdrukken aanpassen Als u niet meer dan zes doorgangen gebruikt, kunt u de substraatdoorvoer nauwkeuriger afstellen tijdens het afdrukken: Klik op het pictogram voor afdrukken en vervolgens op Adjustments (Aanpassingen) > Adjust substrate advance (Substraatdoorvoer aanpassen). Selecteer een wijzigingswaarde van –10 mm/m tot +10 mm/m. Verlaag de waarde om lichte strepen te corrigeren.
Pagina 154
Wanneer dit probleem zich voordoet: Controleer de status van de spuitmond van alle printkoppen, inclusief die voor transparante inkt. ● Druk de statusplot voor de printkoppen af. Zie Printkopstatusplot op pagina 141. – Reinig, indien nodig, de printkoppen. Zie De printkoppen reinigen op pagina 202.
Horizontale strepen Probeer de volgende oplossingen wanneer de afgedrukte afbeelding extra horizontale strepen bevat zoals in het voorbeeld (de kleur kan variëren): Probeer het volgende: Als u gebruikmaakt van een afdrukmodus met zes of minder doorgangen, probeert u het aantal doorgangen ●...
Als gevolg van onderhoudsroutines van de printkop tijdens het afdrukken, kan het zijn dat er kleine ● hoeveelheden vezels of inkt worden afgezet op de spuitmond, waardoor deze tijdelijk niet zal werken. Dit is zeer onwaarschijnlijk en kan slechts resulteren in een paar geïsoleerde banden. Het is ook zeer onwaarschijnlijk dat dit wordt herhaald binnen dezelfde of daaropvolgende afdruktaken.
Verhoog het aantal doorgangen. – Gebruik, indien van toepassing, de RIP om taken te groeperen, zodat de printertemperatuur tussen – taken stabieler blijft. Dikke verticale strook die niet overeenkomt met de vorm van de plaat; kan worden waargenomen op vinyl of ●...
Pagina 158
Gebruik de RIP om zijwaartse kleurstroken toe te voegen aan de zijkanten van de afdruk. De kleurstroken zijn ontworpen om alle spuitmonden van de printkoppen te gebruiken, zodat het probleem zich niet voordoet. OPMERKING: Deze optie is niet in alle RIP's aanwezig. Voeg handmatig zijwaartse kleurstroken toe voor het afdrukken.
De afdruk is misvormd in een gebogen vorm Dit kan zich voordoen als gevolg van een buigvervorming van het substraat. Substraat heeft buigvervorming op pagina 136. Gebrekkig uitgelijnde kleuren Wanneer de kleuren in een richting onjuist zijn uitgelijnd, kunnen de printkoppen onjuist zijn uitgelijnd. De printkoppen zijn mogelijk niet juist uitgelijnd als u de printkoppen lange tijd niet hebt uitgelijnd of wanneer het substraat is vastgelopen.
Het substraat is schuin geplaatst. Er wordt tijdens de laadprocedure een waarschuwing weergegeven als het ● substraat erg schuin ligt. Negeer deze niet. Het substraat ligt niet vlak in het afdrukgebied. Probeer de volgende mogelijke oplossingen: ● Verhoog het vacuümniveau in stappen van 5 mm H –...
Probeer de volgende suggesties: Controleer de status van de spuitmond van alle printkoppen, inclusief die voor transparante inkt. ● Druk de statusplot voor de printkoppen af. Zie Printkopstatusplot op pagina 141. – Reinig, indien nodig, de printkoppen. Zie De printkoppen reinigen op pagina 202.
Wanneer de symptomen alleen zichtbaar zijn in bepaalde delen van de afdruk die veel inkt gebruiken ● Verhoog de uithardingstemperatuur, verlaag de algehele inkthoeveelheid, verhoog het aantal passages en/of wijzig de vertragingscompensatie tussen de passages (in de RIP of het bedieningspaneel) om het drogen te verbeteren tijdens opeenvolgende passages.
Pagina 163
Vermijd afdrukken met een koude printer: druk niet meer dan 15 minuten vóór de tegeltaak 50 cm af. – Een statuscontrole van de spuitmond is voldoende om de printer op te warmen. Aangezien de grootste kleurverschillen optreden tussen de linker- en de rechterrand, is het effect soms zichtbaar wanneer de twee tegels naast elkaar worden gelegd.
Onjuiste uitlijning wit-naar-kleur Dit probleem doet zich alleen voor wanneer u een witte laag boven of onder de kleurlaag afdrukt. Het probleem is dat de witte laag niet is uitgelijnd met de kleurlaag, waardoor er een beetje wit buiten het kleurbeeld te zien is.
Door de doezelaar en kleuruitvloeiing bij hoge productiviteit te onderdrukken, worden tekst en beelddetails scherp weergegeven. HP Latex-optimalisatie zorgt ook voor het droog- en uithardingsproces van de HP Latex-inkten om te werken bij lagere temperaturen en energiezuiniger te zijn. Dit biedt extra voordelen: er kunnen brede substraten worden gebruikt en het stroomverbruik wordt verlaagd.
TIP: Wanneer u een printkop voor de eerste keer in een sleuf plaatst, raadt HP aan de printkop zichtbaar te markeren om de positie te bepalen, omdat de printkop op elk moment en om verschillende redenen uit de sleuf kan worden gehaald.
Pagina 167
Wanneer een printkop toch moet worden vervangen, wordt dat aangegeven op het bedieningspaneel. VOORZICHTIG: Vermijd aanraken van de pinnen, draden en het circuit bij het hanteren van de printkoppen omdat deze elementen gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Dergelijke apparaten worden ESD- gevoelige (elektrostatische ontlading) apparaten genoemd.
HP raadt voor optimaal gebruik aan originele HP ecokarton met inktcartridges te gebruiken. HP Latex-printsystemen, inclusief originele inkt en printkoppen van HP, zijn bij elkaar ontworpen en in elkaar gezet om ongelimiteerde afdrukkwaliteit, consistentie, prestaties, duurzaamheid en waarde te bieden bij elke afdruk.
Het ecokarton met inktcartridges van deze printer zijn ontworpen om te worden gebruikt tot ze leeg zijn. Bijvullen van inktcartridges voordat ze leeg zijn, kan storingen in de printer veroorzaken. Als dit gebeurt plaatst u een nieuwe cartridge (van HP of een compatibele cartridge) om het afdrukken te hervatten. Tips voor het inktsysteem Volg altijd de richtlijnen die hier worden beschreven voor de beste resultaten.
Pagina 170
Ecokarton met inktcartridge verwijderen Voer de volgende procedure uit als u een ecokarton met inktcartridge wilt verwijderen. Op het bedieningspaneel van de printer tikt u op , (Inkt), daarna op Replace ink cartridges (Inktcartridges vervangen). U kunt ook op (Instellingen) tikken , daarna op Ink (Inkt) > Replace ink cartridges (Inktcartridges vervangen) drukken.
Pagina 171
VOORZICHTIG: Er is een humidor die de naald van de printer afdicht wanneer de inktcartridge wordt verwijderd. Als u merkt dat de naald niet wordt afgedicht door de humidor, neem dan contact op met uw service vertegenwoordiger om problemen met het inktsysteem te voorkomen. OPMERKING: Raak het uiteinde van de cartridge in de printer niet aan, aangezien het contactpunt bedekt kan zijn met inkt.
Pagina 172
HP raadt u aan de lege cartridge te vervangen door een nieuwe cartridge van HP. Er kleven meerdere nadelen aan het gebruik van nagevulde of niet-originele HP inktcartridges. Als het defect van de printer of de schade aan de printer is veroorzaakt door het gebruik van een niet-HP ●...
800-serie inktsysteem Informatie over HP Latex 800- en HP Latex 800W-printers. Ecokarton met inktcartridge De zeven grote ecokartonnen met inktcartridges van de printer voorzien de printkoppen van magenta, lichtmagenta, zwarte, gele, lichtcyaan, cyaan en optimalisatie-inkt.
Pagina 174
Elke cartridge bevat 3-liter HP Latex-inkt en bestaat uit een recycleerbare kartonnen doos met een zak erin. De cartridges worden op een plankje aan de onderkant van de printer bewaard. HP Latex-optimalisatie zorgt voor hoge kwaliteit en hoge snelheid. HP Latex-optimalisatie bestaat uit positief geladen (kationische) polymeren die gesuspendeerd zijn in een kleurloze inkt op waterbasis.
Pagina 175
Deze printer is ontworpen voor het gebruik van inktcartridges totdat deze leeg zijn. Het opnieuw vullen van cartridges voordat deze leeg zijn, kan leiden tot defecten aan de printer. Plaats als dit gebeurt een nieuwe cartridge (van HP of een compatibele cartridge) om te blijven afdrukken. Printkoppen De printkoppen zetten inkt af op het substraat.
Pagina 176
BELANGRIJK: Houd om het morsen van inkt te voorkomen de onderhoudscartridge verticaal wanneer u deze verwijdert. De onderhoudscartridge wordt gebruikt om de printkoppen te reinigen. U ontvangt een melding wanneer 92% van de onderhoudscartridge is gebruikt. De levensduur van deze verbruiksartikelen is afhankelijk van de gebruikte afdrukmodus.
Informatie wordt weergegeven over het condensniveau in de collector. Tik op de knop Empty (Legen) waarna op het bedieningspaneel wordt beschreven hoe u verder gaat. Als de collector leeg is, vergeet dan niet de teller opnieuw in te stellen door op de knop Reset (Resetten) te tikken.
Dit zijn de mogelijke statusberichten van de inktcartridge die u kunt zien op het bedieningspaneel: OK: De cartridge werkt normaal, er treden geen bekende problemen op. ● Missing (Ontbreekt): Er is geen cartridge aanwezig of de cartridge is niet goed in de printer geïnstalleerd. ●...
Pagina 179
Ecokarton met inktcartridge verwijderen Voer de volgende procedure uit als u een ecokarton met inktcartridge wilt verwijderen. Druk op het bedieningspaneel van de printer op , daarna op Replace large cartridges (Grote inktcartridges vervangen). U kunt ook op drukken en daarna op Ink supplies (Inktbenodigdheden) > Replace large cartridges (Grote cartridges vervangen).
Pagina 180
Draai de inktcartridge viermaal om (360 graden) om ervoor te zorgen dat de inkt voor gebruik goed gemengd is. BELANGRIJK: Voordat u een witte inktcartridge installeert, kantelt u deze 60 keer naar voren en naar achteren. Dit duurt nog geen 2 minuten. VOORZICHTIG: Als u een niet omgeschudde witte inktcartridge plaatst, kan dit leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit, storingen met de printkoppen of een defect aan het inkttoevoersysteem.
De uitlijningsinstellingen blijven behouden bij het wijzigen van substraten totdat de printkoppen opnieuw worden uitgelijnd. De HP Latex optimizer kan alleen worden uitgelijnd op bepaalde substraten, zoals zelfhechtend vinyl. Het patroon varieert naargelang het substraat. Om uitlijning van de printkop aan te vragen op het bedieningspaneel (als de uitlijning niet automatisch gebeurt), tikt u op Het proces duurt ongeveer 11 minuten en begint direct, tenzij...
(bijvoorbeeld A:9). De eerste blokken patronen afgedrukt op een grijze achtergrond worden gebruikt om de HP Latex optimalisatie en overcoat uit te lijnen. Deze zullen alleen zichtbaar zijn op bepaalde substraten, zoals zelfhechtend vinyl. Als het beste uitlijningspatroon niet kan worden bepaald, moet de standaardwaarde 10 worden gebruikt.
Om de correctiewaarden op het bedieningspaneel in te voeren, tikt u op , daarna op Advanced calibrations (Geavanceerde kalibraties) > Manual printhead alignment (Handmatige printkopuitlijning) > Optimizer + overcoat (Optimalisatie en overcoat) > Continue (Doorgaan). Voer iedere waarde in het venster met dezelfde letter in als het overeenkomstige patroon. Een printkop vervangen Hulp bij...
Pagina 184
Trek de vergrendeling aan de bovenkant van de wagen omhoog en laat weer los. Til de afdekplaat omhoog. Zo verkrijgt u toegang tot de printkoppen. Zet de blauwe hendel omhoog om een printkop te verwijderen. Gebruik de blauwe hendel om de printkop voorzichtig los te maken en trek de printkop vervolgens voorzichtig omhoog tot de printkop los komt uit de wagen.
Pagina 185
VOORZICHTIG: Als u een oude printkop wilt bewaren voor later gebruik, plaatst u het kapje en de dop opnieuw op de printkop. Plaats nooit een doorzichtig optimalisatiekapje of een witte dop op een printkop die geen optimalisatieprintkop is, of een oranje kapje of dop op een optimalisatieprintkop. Optimalisatieprintkoppen hebben doorzichtige kapjes en witte doppen, terwijl andere printkoppen oranje kapjes en doppen hebben.
Pagina 186
Printkop plaatsen Voer de volgende procedure uit als u een printkop moet plaatsen. Verwijder de oranje bescherming door deze naar beneden te trekken. OPMERKING: De beschermingskapjes van de optimalisatie zijn wit of doorzichtig. De printkop is zo ontworpen dat u deze alleen in de juiste sleuf kunt plaatsen. Controleer of de kleur van het etiket op de printkop overeenkomt met de kleur van het etiket op de wagensleuf waarin u de printkop plaatst.
Pagina 187
Plaats alle andere printkoppen die moeten worden geïnstalleerd, zorg ervoor dat de printkoppen volledig zijn geplaatst en sluit de afdekplaat van de wagen. Laat de grendel rusten op de afdekplaat van de wagen. Wanneer alle printkoppen correct zijn geplaatst en door de printer zijn geaccepteerd, geeft de printer een geluidssignaal.
Sluit de afdekking van de afdrukwagen. Op het bedieningspaneel verschijnt de bevestiging dat alle printkoppen correct zijn geplaatst. De printer controleert de printkoppen en bereidt deze voor. Het standaardproces, wanneer alle printkoppen zijn vervangen, kan tot 18 minuten duren. Wanneer de printer een probleem detecteert bij het voorbereiden van de printkoppen, duurt het proces langer, tot wel 30 minuten.
Wissel nooit kleuren uit. Dit kan de spuitmonden permanent beschadigen. HP raadt u aan het ● verpakkingsmateriaal van elke printkop (doos, set, spuitmondkapje en naaldendop) veilig op te bergen voor het geval dat. Bewaar elke printkop met de spuitmonden naar beneden gericht: dat wil zeggen, rustend op het ●...
Pagina 190
De onderhoudscartridge bevindt zich in een sleuf onder het bedieningspaneel, aan de voorkant van de printer. Open de deur. BELANGRIJK: Wanneer u een onderhoudscartridge verwijdert, mag u niet vergeten dat deze vol inkt zit. Daarom: Draag handschoenen. ● Verwijder hem voorzichtig en horizontaal om spatten te voorkomen. ●...
Pagina 191
Elke onderhoudscartridge is aan de voorkant voorzien van een lipje. Om de cartridge te verwijderen, schuift u deze eruit. Wanneer de cartridge voor de helft uitgeschoven is, houdt u hem met beide handen vast: hij is zwaar. BELANGRIJK: Schuif de cartridge er horizontaal uit om morsen te voorkomen omdat hij vol inkt zit. Bewaar de oude onderhoudscartridge.
Pagina 192
Verwijder de plastic afdekking van de nieuwe onderhoudscartridge. Plaats de onderhoudscartridge in de sleuf, zoals wordt aangegeven door de pijl. Druk de onderhoudscartridge naar binnen tot hij niet meer uit de sleuf uitsteekt. U zult merken dat de printer de cartridge opneemt: gebruik niet te veel kracht. OPMERKING: De nieuwe onderhoudscartridge wordt pas op het bedieningspaneel weergegeven nadat de deur is gesloten.
Afdrukken met witte inkt (alleen 700W- en 800W-modellen) Afdrukken met witte inkt is vooral handig om op niet-witte substraten af te drukken, zoals donkere, gekleurde, grijze of transparante substraten. De volgende standaard ontwerptechnieken kunnen worden gebruikt: Ondervloeiing: een effen rechthoek (of onregelmatige vorm) in witte inkt wordt als eerste laag afgedrukt en ●...
Pagina 194
BELANGRIJK: Voordat u een witte inktcartridge installeert, kantelt u deze 60 keer naar achteren en naar voren. Witte printkoppen moeten regelmatig handmatig worden gereinigd, naast het automatische onderhoud dat alle printkoppen krijgen. BELANGRIJK: Witte inktcartridges en witte printkoppen of witte extra printkoppen moeten permanent geïnstalleerd blijven om beschadiging van de printkop te voorkomen, zelfs als u op dat moment geen witte inkt gebruikt in uw opdrachten.
Pagina 195
OPMERKING: Om de betrouwbaarheid van de printkoppen te optimaliseren, kan het nodig zijn de witte printkoppen af te koelen. HP raadt aan de afkoelingsprocedure te volgen wanneer de printer daarom vraagt. Verwijder dan eerst de witte printkoppen uit de wagen.
Pagina 196
Open de opbergdoos en haal de twee witte extra printkoppen eruit. Controleer de bodemplaat van elke witte printkop. Als er inkt op zit (dit kan gebeuren door de automatische recirculatie), reinigt u deze voorzichtig met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met gedeïoniseerd of gedestilleerd water.
Plaats de witte extra printkop in de wagen in plaats van de witte printkop. BELANGRIJK: Probeer geen afdrukken te maken zonder dat een volledige set printkoppen in de wagen is geïnstalleerd. BELANGRIJK: Als een onderdeel van de witte module defect is of als een witte cartridge leeg is, kan dit het recirculatieproces beïnvloeden.
De taak voorbereiden in de RIP Kies in de RIP de gewenste afdrukmodus. Deze selectie plaatst de witte laag, die in de toepassing is gedefinieerd, in de gewenste positie: Over, Onder of Spot (op hetzelfde niveau als de kleurlagen). Door een afdrukmodus met witte inkt toe te wijzen aan een taak zonder witte laag, wordt het hele afdrukgebied met wit bedekt.
Zet de tank weer op zijn plaats. Inktmengbak (alleen 700W) De inktmengbak moet om de 2 jaar of eerder worden vervangen. Op het bedieningspaneel wordt aangegeven wanneer vervanging nodig is. BELANGRIJK: De cartridge voor witte inkt moet op hetzelfde moment worden vervangen. Aanbevolen procedures voor witte inkt Deze aanbevolen procedures helpen u de efficiëntie van de inkt en de onderhoudscartridge te maximaliseren.
Pagina 200
Als de extra printkoppen in de rotatiekamer worden opgeslagen, volg dan deze aanbevelingen: Verwijder de printkoppen voorzichtig uit de wagen en leg een doek onder de naald om te voorkomen dat er ● inktdruppels op de wagen vallen. Controleer de bodemplaat van elke witte printkop. Als er inkt op zit (dit kan gebeuren door de automatische ●...
Pagina 201
Zelfonderhoud wordt automatisch geannuleerd als u tegelijkertijd een taak verzendt, maar het kan enkele minuten duren om een annulering te voltooien. Als u een cartridge voor witte inkt van 1 liter vervangt in een HP Latex 700W, controleert u de ●...
Reinig het aangegeven oppervlak met een pluisvrije doek. Als het mechanisme is geactiveerd en de naald is blootgesteld, duw dan voorzichtig zoals aangegeven tegen het mechanisme om het te ontgrendelen. Afdrukkwaliteit De kwaliteit van uw afdrukken behouden. Als u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, drukt u de statusplot voor de spuitmond af. ●...
Pagina 203
Controleer de substraatdoorvoer. Voer indien nodig een kalibratie van de substraatdoorvoer uit vanaf het ● bedieningspaneel. Als het resultaat niet tussen -2 en +2 ligt: Kijk op het venster voor de substraatdoorvoersensor. Als het venster vuil is, reinigt u dit aan beide zijden met een pluisvrije doek die is bevochtigd –...
Problemen met het inktsysteem oplossen Problemen met het inktsysteem zijn onder meer het niet kunnen plaatsen van een inktcartridge, het installeren van een niet-geschudde cartridge, plotselinge verandering van ondoorzichtigheid, het opnieuw plaatsen van een printkop, en systeemfouten met betrekking tot time-outs voor recirculatie, blokkades van de printkop en de dummy, en onjuiste kalibratie van PIP.
Verwijder de witte inktcartridge, schud deze en installeer deze opnieuw. Voer een harde printkopreiniging uit (zie Afdrukkwaliteit verbeteren op pagina 140) zes keer om de inkt uit de printkop en het inkttoevoersysteem te verwijderen. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw service vertegenwoordiger. Printkop opnieuw installeren Als u de printkop opnieuw moet installeren, voer dan de acties uit die hier worden beschreven.
Als het probleem hiermee niet is opgelost, vervangt u de inktcartridges. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw service vertegenwoordiger. Dummyblokkering: systeemfout 1027-0002-0145 Als deze systeemfout optreedt, voer dan de acties uit die hier worden beschreven. Verwijder de witte inktcartridge, schud deze en installeer deze opnieuw. Schud de dummyprintkoppen en installeer ze opnieuw.
Kan een printkop niet plaatsen Als deze situatie zich voordoet, voert u de hieronder beschreven acties uit. Controleer of u het juiste type printkop hebt (modelnummer). Controleer of u de oranje beschermingen hebt verwijderd van de printkop. OPMERKING: De printkopkapjes van de optimalisatie zijn wit of doorzichtig. Controleer of de kleur van het etiket op de printkop overeenkomt met de kleur van het etiket op de sleuf.
Plaats of sproei vloeistof niet rechtstreeks op het glas. De vloeistof kan onder het glas terechtkomen en het product beschadigen. HP raadt u aan een tank met perslucht te gebruiken om stof uit elektronische of elektrische delen te ●...
Tabel 11-1 Aanbevolen onderhoudshulpmiddelen die niet zijn meegeleverd (I) Keukentrap, voor algemeen gebruik Stofzuiger, compact of normaal, met Zaklamp, voor algemeen gebruik mondstukken Tabel 11-2 Aanbevolen onderhoudshulpmiddelen die niet zijn meegeleverd (II) Gedestilleerd water voor algemeen reinigen, Een platkopschroevendraaier Inbussleutels of isopropanol wanneer aangegeven OPMERKING: Als u gevestigd bent in een...
Het is mogelijk dat de printer een printkop niet herkent nadat deze is geïnstalleerd. Dit kan gebeuren vanwege inktafzetting op de elektrische contacten tussen de printkop en de printkopwagen. Onder deze omstandigheden raadt HP u aan om de elektrische contacten van de printkop te reinigen. Regelmatig reinigen van de contacten zonder zichtbare problemen wordt echter niet aangeraden.
Pagina 211
Haal een nieuw vochtig doekje uit de hoes. De doos van de wisser bevat een aantal doekjes. Wanneer alle doekjes zijn opgebruikt, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. Open de wagencontactwisser. Plaats het korte lipje van het doekje in de sleuf aan de voorkant van de wagencontactwisser. Hoofdstuk 11 Printeronderhoud...
Pagina 212
Sluit de wagencontactwisser om het doekje vast te zetten. Open de printkopwagenvergrendeling en verwijder de defecte printkop zoals is aangegeven op het bedieningspaneel. Zie Een printkop vervangen op pagina 176. Plaats de wagencontactwisser achter in de printkopsleuf. Veeg de elektrische contacten schoon door de wisser tussen de elektrische contacten achter in de sleuf en de stalen veer te plaatsen, met het doekje naar de elektrische contacten toe.
Pagina 213
Wrijf het doekje met lichte druk over de hele diepte van de flexibele connector tegen de contacten, tot de mechanische stop van de wisser de connector raakt. Zorg dat u alle contacten grondig reinigt, inclusief de contacten op het onderste punt van de connector. Gebruik hetzelfde doekje en maak de onderste strip elektrische contacten op de printkop schoon (tenzij...
Pagina 214
Laat beide connectoren even drogen en plaats vervolgens de printkop weer in de wagen. Zie Een printkop vervangen op pagina 176. Nadat het reinigen is voltooid, opent u de wagencontactwisser door aan het lipje van het doekje te trekken. Verwijder het vuile doekje uit de wagencontactwisser. Gooi het vuile doekje op een veilige plaats weg om te voorkomen dat er inkt terechtkomt op uw handen of kleding.
Dit beïnvloedt de prestaties van de printer. VOORZICHTIG: De printkoppen kunnen beschadigd raken als ze gedurende lange tijd niet worden afgedekt. HP raadt daarom aan dit proces te voltooien en de printer binnen 10 minuten opnieuw op te starten.
Pagina 216
VOORZICHTIG: Pas op dat u tijdens het reinigen niet de kunststof codeerstrook boven op de stang beschadigt. Verplaats de wagen handmatig naar de andere kant van de printer. Reinig de rechterkant van de wagenstang van de printkop onder de rechter afdekplaat zoals beschreven in stap 4.
Schakel de printer in. De codeerstrook reinigen (PMK13) Het reinigen van de codeerstrook is een essentieel onderdeel van het onderhoud van de printer en kan vele systeemfouten oplossen. Systeemfouten 0086-0003-0059 of 0086-0010-0084 zijn fouten die gerelateerd zijn aan een foutieve ●...
Duw de uithardingsmodule omlaag. Schakel de printer in. De plaat en het venster van de substraatdoorvoersensor reinigen (PMK19) U moet de afdrukplaat reinigen na elke 40 liter gebruikte inkt (het bedieningspaneel herinnert u hieraan met een melding) en tevens wanneer u een van de volgende symptomen opmerkt: Inkt gaat vlekken bij...
Verwijder al het substraat uit de printer. Zie Rol uit printer verwijderen op pagina Schakel de printer uit. Til de uithardingsmodule omhoog. Gebruik een pinnetje van 1 mm om elke opening in de afdrukplaat schoon te maken. Zorg ervoor dat u de pin helemaal naar achteren doorduwt.
Pagina 220
Gebruik een schone, absorberende, pluisvrije doek om eventuele natte inkt grondig van de snijrail en plaat te vegen. Gebruik een droge borstel om droge, losse inktresten uit de snijrail te verwijderen. Gebruik dezelfde droge borstel om droge, losse inktresten van het plaatoppervlak te verwijderen. Maak een schone doek een beetje vochtig met een industriële allesreiniger (bijvoorbeeld Simple Green) om de resterende droge inktresten van de plaat te vegen.
Gebruik de vochtige doek om de resterende droge inktresten van de snijrail te verwijderen. Veeg de sensor schoon met een wattenstaafje om natte inkt te verwijderen. Het is een zeer klein rechthoekig venster in de tweede plaat van rechts. Als er inkt onder het venster is, verwijder dan de plaat en reinig de onderkant van het venster op dezelfde manier.
Pagina 222
Draai het bedieningspaneel omhoog. Open de deur van de onderhoudscartridge. Til de uithardingsmodule op en verplaats de wagen naar het midden van het afdrukgebied. Het smeervilt vervangen (PMK18)
Pagina 223
Schroef drie olievulschroeven aan de linkerkant van de wagen los. Verwijder de olieverdeler. Schroef de viltklemschroef aan de rechterkant van de wagen los. Hoofdstuk 11 Printeronderhoud...
Pagina 224
Trek de vilthouder naar buiten. Verwijder het smeervilt. Vervang het smeervilt door de smeerviltset (Y0U21-67014) te installeren en volg daarna de verwijderingsstappen in omgekeerde volgorde. Beweeg de wagen niet. Reinig de linkerzijde van de wagenstang met een schone doek die is bevochtigd met een industriële allesreiniger (bijvoorbeeld Simple Green).
Reinig de rechterkant van de wagenstang met een schone doek die is bevochtigd met een industriële allesreiniger. Vergeet niet het gedeelte onder de rechter afdekplaat te reinigen. Reinig de rechterkant van de codeerstrook met een pluisvrije doek die is bevochtigd met gedestilleerd water of een industriële allesreiniger.
Open de opbergdoos en verwijder de printkoppen aan de binnenkant (extra of witte printkoppen). VOORZICHTIG: HP raadt aan deze handelingen zonder onderbreking uit te voeren, omdat de naalden anders aan de lucht worden blootgesteld en de inkt dan kan uitdrogen. Het onderhoud kan het best worden uitgevoerd wanneer de printkoppen op de wagen zijn geïnstalleerd.
Pagina 227
Controleer de plastic naalden en verwijder eventueel achtergebleven inkt met een zachte, pluisvrije doek die met gedestilleerd water is bevochtigd. Gebruik een droge doek om het resterende water op de plastic naalden te drogen. Hoofdstuk 11 Printeronderhoud...
Leg de printkoppen in de opbergdoos. Zet de opbergdoos terug in het opslagsysteem. De plastic naalden in de printkopsleuf vervangen Naalden moeten alleen worden vervangen als ze zijn beschadigd. VOORZICHTIG: De schroeven mogen niet meer dan drie keer opnieuw worden geïnstalleerd. Verwijder de beschadigde plastic naald door deze van bovenaf met een tang los te trekken.
Neem een nieuwe plastic naald uit het plastic onderdeel of uit de onderhoudsset voor gebruikers. Plaats de nieuwe plastic naald van bovenaf en trek er van onderaf aan met een tang. Monteer het plastic onderdeel en draai de zes schroeven weer vast. De inktmengbak vervangen (PMK15) De inktmengbak moet om de 2 jaar worden vervangen, zo niet eerder.
Degene die de reiniging doet, moet de juiste certificaten van HP verkrijgen: zie http://www.hp.com/go/latex700-800/curing-certification/ LET OP: HP is niet aansprakelijk voor eventueel letsel als de instructies voor deze handeling niet worden opgevolgd. Service-onderhoud Tijdens de levensduur van de printer kunnen onderdelen die continu worden gebruikt, versleten raken.
Pagina 231
Deze meldingen geven aan dat bepaalde onderdelen bijna versleten zijn. U kunt misschien nog even doorgaan met afdrukken. De exacte tijd is afhankelijk van het gebruik van de printer. HP raadt u echter sterk aan contact op te nemen met uw service vertegenwoordiger en een onderhoudsafspraak te plannen. De onderhoudstechnicus kan dan de versleten onderdelen ter plaatse vervangen, wat de levensduur van de printer zal verlengen en een continue, veilige en optimale werking mogelijk zal maken.
Met dit programma kunt u onderdelen vervangen op het moment dat u daar tijd voor hebt. Eenvoudig, gebruiksvriendelijk Een Support Specialist van HP voert een diagnose uit en bepaalt of een vervangend onderdeel nodig is voor ● een defect hardwareonderdeel.
De ventilatoreenheid van de deflector vervangen Dit onderdeel kan door de gebruiker worden gerepareerd. Hoofdstuk 12 Onderdelen in Customer Self-Repair...
Pagina 256
De ventilatoreenheid van de deflector vervangen...
Pagina 257
Hoofdstuk 12 Onderdelen in Customer Self-Repair...
De afdekking van de printkoppen vervangen Dit onderdeel kan door de gebruiker worden gerepareerd. Schakel de printer uit. De afdekking van de printkoppen vervangen...
Pagina 267
Open de afdekking van de afdrukwagen. Open de vergrendeling en trek deze omhoog. Plaats de nieuwe afdekking van de printkoppen. Sluit de klep van de afdrukwagen. Hoofdstuk 12 Onderdelen in Customer Self-Repair...
De functies van de printer worden bestuurd door software in de printer. Deze software wordt ook firmware genoemd. Van tijd tot tijd stelt HP firmware-updates beschikbaar. Deze updates verbeteren de functionaliteit en de functies van de printer. Firmware-update met behulp van een USB-flashdrive Wanneer u de printer voor het eerst installeert, wordt u mogelijk gevraagd de firmware bij...
deze op uw harde schijf op te slaan. Selecteer daarna het gedownloade .fmw-bestand en klik op Update (Bijwerken). Wanneer u slechts langzaam vooruitgang boekt bij het uploaden van de firmware naar de printer, kan het probleem te wijten zijn aan het gebruik van een proxyserver. Probeer in dat geval direct toegang te krijgen tot de geïntegreerde webserver, zonder tussenkomst van de proxyserver.
In dit geval raadt HP aan dat u minimaal 3 uur wacht voordat u de printer aanzet of de inktcartridges installeert om het condensaat te laten verdampen.
Pagina 271
Verwijder de schroef boven op de tilstukken, die zich aan de linker- en rechterkant van de achterkant van de printer bevinden, en verwijder vervolgens de tilstukken uit de printer. Verwijder de schroeven uit de inkttoevoerlade. Hoofdstuk 14 De printer verplaatsen of opslaan...
Pagina 272
Herhaal hetzelfde proces in de tegenovergestelde volgorde als u de tilstukken eruit haalt en opslaat in de opslagpositie. TIP: HP raadt aan te beginnen met de rechterkant van de printer en de inkttoevoerlade in de afdrukpositie op de juiste manier aan te passen. Inkttoevoerlade voorbereiden (alleen 800-serie)
In dit geval raadt HP aan dat u minimaal 3 uur wacht voordat u de printer aanzet of de inktcartridges installeert om het condensaat te laten verdampen.
HP 832 1 L optimalisatie Latex ecokarton met inktcartridge HP 832 1 L overcoat Latex ecokarton met inktcartridge HP 832 1 L wit Latex ecokarton met inktcartridge (alleen voor HP Latex 700W) HP 832 inktmengbak (alleen voor HP Latex 700W)
HP Latex inktcollector Instructies voor verwijderen HP biedt vele gratis en handige manieren voor het recyclen van uw gebruikte originele HP inktbenodigdheden. Bovendien biedt HP een gratis programma voor zakelijke klanten om reclamemateriaal te retourneren dat is afgedrukt met geselecteerde en hiervoor in aanmerking komende recyclebare grootformaat-substraten van HP.
Pagina 276
HP 873-serie 3-liter Latex cartridges voor de HP Latex 800-printer moet worden verwijderd volgens de instructies op de verpakking van de cartridge. Verwijder de volgende benodigdheden en accessoires conform landelijke, regionale en lokale voorschriften: HP Latex 700/800-gebruikersonderhoudsset ● Accessoire voor textielset voor HP latex 700/800 ●...
Overige problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u praktische adviezen met betrekking tot mogelijke problemen die niet eerder in de gebruikersgids zijn behandeld. De printer krijgt geen IP-adres Als uw netwerk geen DHCP-server heeft, kan de printer niet automatisch een IP-adres ophalen. In dat geval moet u het IP-adres van de printer handmatig instellen op de volgende manier.
In Firefox 3.0 voor Windows gaat u naar Tools (Extra) > Options (Opties) > Network (Netwerk) > Connection ● (Verbinding) > Settings (Instellingen) en schakelt u het selectievakje Direct connection to the Internet (Directe verbinding met internet) in. Als het selectievakje Manual proxy configuration (Handmatige proxyconfiguratie) is ingeschakeld, kunt u ook het IP-adres van de printer toevoegen aan de lijst met uitzonderingen waarvoor de proxyserver niet wordt gebruikt.
In sommige zeer onwaarschijnlijke gevallen kan de substraatvoorinstelling die u gebruikt, beschadigd zijn ● als gevolg van problemen met de overdrachtsynchronisatie. Probeer af te drukken met een generieke voorinstelling; Als dit goed afdrukt, kunt u het probleem oplossen door de problematische voorinstelling te verwijderen uit de substraatbibliotheek op het bedieningspaneel en in de RIP-software.
Enkele symptomen zijn: De melding Receiving (Bezig met ontvangen) verschijnt niet op het bedieningspaneel wanneer u een ● afbeelding naar de printer hebt verzonden. De printer geeft een foutmelding weer wanneer u probeert af te drukken, zoals fout 0007:0089 of ●...
Customer Involvement Program test (Test klantbetrokkenheidsprogramma): Controleer de verbinding van de ● printer met het CIP. HP Media Locator configuration settings (Configuratie-instellingen HP Medialocator): Controleer of u toegang ● krijgt tot de online voorinstellingenbibliotheek. U kunt deze tests ook starten vanuit de geïntegreerde webserver: selecteer Support (Ondersteuning) >...
Pagina 282
Tabel 16-2 Waarden van XX voor apparaat 0 (printer) Waarde Apparaat E-box Energiebeheer Leiding en kabel Uitharden Drogen Servicestation Inkttoevoersysteem Printkoppen Dampverwijdering Substraatvacuüm BIOS, formatter, harde schijf Printer-id Printkopreinigingsrol Lijnsensor van wagen Kleursensor van wagen Substraatpad Gebruikersinterface Scan-assysteem en -wagen Printkop-primers Interne firmware Systeem...
Pagina 283
Zij komen zeer zelden voor, omdat het om onvoorziene foutcondities gaat. Nadat een van deze gevallen aan HP is gemeld en geanalyseerd, is het niet meer geheel onverwacht, zodat het minder waarschijnlijk is dat het opnieuw gebeurt. Nadat u de printer opnieuw hebt opgestart, moet u eerst controleren of u de nieuwste firmwareversie hebt: werk deze zo nodig bij, wat het probleem kan oplossen.
700-serie. Daarnaast twee HP 832 witte ecokarton met inktcartridge voor wit voor 700 W-printers 800-serie printers: Acht 3 liter HP 873 ecokarton inktcartridges, één voor elke kleur (zwart, cyaan, magenta, ●...
Fysiek geheugen (DRAM) 1 GB Vaste schijf 500 GB Voedingsspecificaties Bijzonderheden van de enkelfasige lijnspecificaties van de printer. Tabel 17-8 Enkelfasige lijnspecificaties HP Latex 700-serie HP Latex 800-serie Aantal netsnoeren Ingangsspanning 200-240 V (twee draden en beschermende aarding) Ingangsfrequentie 50/60 Hz Geheugenspecificaties...
In dit geval raadt HP aan dat u minimaal 3 uur wacht voordat u de printer aanzet of de inktcartridges installeert om het condensaat te laten verdampen.
Pagina 288
Tabel 17-10 Geluidsspecificaties voor de printer Type Status Waarde Geluidsniveau Afdrukken 60 dB (A) Gereed (stand-by) 38 dB (A) Slaapstand < 20 dB (A) Geluidsvermogen Afdrukken 7,8 B (A) Gereed (stand-by) 5,5 B (A) Slaapstand < 4 B (A) Geluidsspecificaties...
Overzicht van veelvoorkomende afdrukproblemen In deze tabel staan veelvoorkomende problemen en de parameters die kunnen worden gewijzigd om het probleem te verhelpen. Ook worden er mogelijke neveneffecten weergegeven. Lees het betreffende hoofdstuk in deze handleiding voor een gedetailleerdere behandeling van een specifiek probleem. Tabel A-1 Veelvoorkomende problemen met afdrukken Probleem...
Pagina 290
Tabel A-1 Veelvoorkomende problemen met afdrukken (vervolg) Probleem Parameter Wijzigen Mogelijke neveneffecten Korreligheid die wordt veroorzaakt Printkoppen uitlijnen door uitvloeiing in lage tot normale Aantal doorgangen Vergroten Langzamer afdrukken vlakvullingen Optimalisatieniveau Vergroten Verminderde glans in donkere vlakvullingen. Sommige substraten hebben geen effect op uitvloeiing. Overweeg het gebruik van de geavanceerde optimalisatieplot om het beste optimalisatieniveau te...