Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Digitale Zoom; Fotografische Basisprincipes - Konica Minolta DIMAGE A200 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Digitale zoom

Memory
Met de digitale zoom verlengt u het bereik van de optische zoom.
De maximale vergroting is afhankelijk van de instelling voor digi-
DSP set
DSP
tale zoom en de stand van de optische zoom. De digitale zoom
Noise reductn On
kan niet worden gebruikt bij RAW en RAW&JPEG beeldkwaliteit,
Monitor amp.
Auto
UHS continu transport of de Flex Digitale Loep. De digitale zoom
Manual exp. Exp. priority
wordt geactiveerd in sectie 3 van het opnamemenu (blz. 84).
Digital zoom
Interpolate
On: 2x digitale vergroting. De uiteindelijke beeldgrootte is afhan-
kelijk van de beeldgrootte-instelling op de camera. Beelden van
3264 x 2448, 2560 x 1920, 2080 x 1560, en 1600 x 1200 worden
verkleind tot 1600 x 1200. Beelden van 3264 x 2176 worden ver-
kleind tot 1600 x 1064. Beelden van 640 X 480 pixels worden
niet in grootte veranderd.
Interpolate: tot 4x digitale vergroting. Beelden worden geïnterpo-
leerd naar de ingestelde beeldgrootte.
Off: digitale zoom is uitgeschakeld.
Druk rechts (+) op de schakelaar van de digitale zoom om in te
zoomen, druk links (-) om uit te zoomen. Als de digitale zoom
wordt geactiveerd verschijnt de vergrotingsfactor in beeld.
Tijdens het zoomen verschijnt de digitale zoomschaal kort. Er
wordt een enkel centraal AF-veld gebruikt.
Vergroting
Digitale zoomstand
Digitale zoomschaal
102
Opnamemenu

FOTOGRAFISCHE BASISPRINCIPES

Fotograferen is een waardevolle en aangename bezigheid. Met de moderne cameratechniek wordt u
gelukkig veel meet- en regelwerk uit handen genomen. Kennis van de nu volgende basisprincipes
zal u helpen uw foto's nog meer naar uw hand te zetten.
Het diafragma, de regelbare opening in het objectief, regelt niet
alleen de hoeveelheid doorgelaten licht, maar ook de scherpte-
diepte; dat is de zone voor en achter het onderwerp waarin alles
scherp wordt weergegeven. Hoe hoger het diafragmagetal, des te
groter is de scherptediepte. Dan is bijvoorbeeld alles vanaf 1,5 m
van de camera tot aan de horizon scherp. Bij een hoog diafrag-
magetal is de opening in het objectief klein, dus dat vraagt wel
om relatief lange sluitertijden. Dat is weer niet het geval bij een
laag diafragmagetal (een grote opening), dat een beperkte scherp-
tediepte geeft; dan is bijvoorbeeld alleen het onderwerp scherp
maar blijft de achtergrond onscherp. Een goede instelling voor
portretten, met een scherp onderwerp en een onscherpe achter-
grond.
Landschapsfoto's moeten vaak van voor tot achter scherp zijn en
vragen doorgaans dus om een hoog diafragmagetal voor veel
scherptediepte.
De scherptediepte verandert ook met de brandpuntsafstand. Hoe
korter de brandpuntsafstand (hoe groter de beeldhoek), des te
groter is de scherptediepte.
De sluiter regelt niet alleen de duur van de belichting maar bepaalt
ook in hoeverre beweging scherp (bevroren) worden weergege-
ven.
Korte sluitertijden worden gebruikt in actiefotografie om beweging
te bevriezen. Lange sluitertijden geven bewegingen in een waas
weer, denk bijvoorbeeld aan het stromen van een waterval. Bij
lange sluitertijden is een gebruik van een goed statief belangrijk.
De uitwerking van de gekozen sluitertijd is niet op het live-beeld
van de camera te zien.
Het grote voordeel van een digitale camera is wel dat u even een
opname kunt maken om te zien of alles naar wens is. Maak dus
bij werk waar het er erg op aan komt eerste testopnamen en
bekijk ze meteen met Snelweergave/Quick View (blz. 37). Bevalt
het beeld u niet, dan wist u het en probeert u het opnieuw met
een andere instelling van sluitertijd en/of diafragma.
103

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave