Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc. DiMAGE is een handelsmerk van Konica Minolta Photo Imaging, Inc. Apple, het Apple logo, Macintosh, Power Macintosh, Mac OS en het Mac OS logo zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer Inc. Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Correct en veilig gebruik Lithium-ion batterijen Deze camera werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithi- um-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en che- mische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken. GEVAAR •...
Algemene gebruikswaarschuwingen Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door. WAARSCHUWING • Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype. • Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
Pagina 5
Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand. • Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische dienst van Konica Minolta. • Maakt u portretten met flitslicht, dan mag het onderwerp niet dichterbij zijn dan 1 m, om oogbe-...
Pagina 6
LET OP • Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboard- kastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij ver- oorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof.
Pagina 7
Declaration on Conformity Tested To Comply With FCC Standards Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging U.S.A. Inc. FOR HOME OR OFFICE USE Address: 725 Darlington Avenue, Mahwah, NJ 07430 This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two condi- tions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interfe- rence received, including interference that may cause undesired operation.
Inhoud In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 30 en onder Weergave - basishandelingen op blz.
Pagina 10
Setup-menu ............................62 Navigeren door het setup-menu .....................62 Formatteren ..........................64 Monitor aanpassen........................65 Start-up LED..........................66 Informatieweergave bepalen ....................66 Monitor aan/uit ........................67 Directe weergave........................67 Eigen menu ..........................68 Persoonlijke instellingen ......................69 Flitscorrectie ........................70 Kleurverzadiging ......................70 Contrast ...........................70 Scherpte ..........................71 Sluitertijdbegrenzing ......................71 RGB-kleurkanalen......................72 Inleiding tot kleur........................72 Lichtmeetmethoden voor automatische belichting..............73 Geheugen bestandsnummers ....................74 Rode-ogen-reductie ........................74...
Pagina 11
USB-overspeelstand ..........................83 Systeemeisen ..........................83 Camera op een computer aansluiten..................84 Aansluiting met Windows 98 en 98SE ..................85 Automatische installatie....................85 Handmatige installatie .....................86 Map-indeling op de geheugenkaart ..................88 Camera van de computer loskoppelen...................90 Windows 98 en 98SE ......................90 Windows Me, 2000 Professional en XP ................90 Macintosh ........................91 PictBridge..........................92 Over printproblemen .......................94...
Benaming van de onderdelen * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk eraan de gemarkeerde onderdelen goed schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaanwij- zing (blz. 99). Ontspanknop Opstart/zelfontspannerlampje (blz. 42, 66) Zoekervenster* Flitser (blz.
Aan de slag Laden van de batterij Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 t/m 6 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij uitsluitend met behulp van de meegeleverde lader. Het is het beste de batterij voor elke opnameses- sie op te laden.
Plaatsen van een batterij Deze digitale camera maakt gebruik van een NP- 600 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz 3 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij verwisse- len, zet dan de camera uit. Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de zijkant van de camera om het deurtje te ontgren- delen (1).
Aanduiding batterijconditie Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie. De aanduiding verschijnt linksonder in de LCD-monitor wanneer de camera wordt aangezet. Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Batterij bijna leeg - de batterij moet zo snel mogelijk worden opgeladen. Is er onvoldoende energie om de camera te laten werken, dan zal het lampje naast de zoeker knipperen.
Lichtnetadapter (apart leverbaar) Zet de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat. Met de lichtnetadapter kunt u de camera vanuit het lichtnet van stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer de came- ra op de computer wordt aangesloten en bij inten- sief gebruik.
Plaatsen en verwijderen van een geheugenkaart Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat het lampje bij de zoeker uit is; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan. Om de camera te gebruiken moet er een SD- (Secure Digital)-geheugenkaart, een MultiMedia- kaart of een memory Stick in zijn geplaatst.
Over geheugenkaarten De responstijd bij opname en weergave is met een MultiMedia-kaart langer dan bij gebruik van een SD-geheugenkaart. Dat is geen mankement; het is het gevolg van de technische eigenschappen van de kaarten. Gebruikt u kaarten met een grote capaciteit, dan zullen sommige bewerkingen, zoals bij- voorbeeld wissen, meer tijd in beslag nemen.
Camera aan- en uitzetten Schuif de objectiefschuif in de aangegeven richting om de camera aan te zetten; het objectief komt automatisch naar buiten. Tijdens het naar buiten schuiven mag u het objectief niet aanraken of tegenhouden. Wilt u de camera uitzetten, duw dan de objectiefschuif naar het objectief toe;...
Taal, datum en tijd instellen Wordt de camera voor het eerst gebruikt, dan moeten de menutaal, de klok en de kalender van de camera worden ingesteld. Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid (1) verplaatst u de cur- sor en vermindert u instellingen. Door op de Set/Display-toets te drukken (2) worden instellingen bevestigd.
Opname – Basishandelingen Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en met 21 leest u hoe u de camera gebruikskaar maakt. Vasthouden van de camera Bekijk het beeld op de LCD-monitor of in de zoeker en houd de camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt.
Zoomobjectief gebruiken Deze camera is uitgerust met een 5,6 - 16,8 mm zoomobjectief. Het bereik is vergelijkbaar met 34 tot 102 mm op een kleinbeeldcamera. Het effect van de optische zoom is zichtbaar in de zoeker en de monitor. Om in te zoomen drukt u op de tele- zoomtoets.
Standaard opnamehandelingen Richt het AF-veld op het onderwerp. Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstel- vergrendeling (blz. 26) gebruiken. Is het onderwerp dichterbij dan 1 m in de groothoekstand of 3 m in de telestand, gebruik dan de LCD- monitor om de beelduitsnede te bepalen.
Scherpstelvergrendeling Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onder- werp zich buiten het midden en dus buiten het AF-veld bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook wor- den gebruikt in speciale situaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen (blz. 26). De scherp- stelvergrendeling werkt via de ontspanknop.
Scherpstelsignalen Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt aan- gegeven met het groene lampje naast de zoeker en het scherpstelsignaal op de monitor. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet. Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal op de monitor en het signaallampje naast de zoeker branden.
Display-toets – Opnamestand De Display-toets regelt wat de LCD-monitor laat zien. Elke keer dat u op de toets drukt wordt een vol- gende weergave-optie geactiveerd: u kunt kiezen uit complete weergave, alleen beeld, monitor uit. Monitor Standaard weergave Alleen live-beeld U kunt het stroomverbruik van de camera verminderen door de LCD-monitor uit te schakelen en de beelduitsnede via de zoeker te bepalen.
Flitsstanden De flitser kan worden gebruikt voor het maken van foto’s. Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de rechts-toets van de stuureenheid (1) totdat de gewenste flitsstand is verschenen. De actieve flitsstand wordt links bovenin de LCD- monitor weergegeven. Automatisch flitsen - de flitser wordt automa- tisch ontstoken bij weinig licht.
Flitsbereik – automatische werking De camera regelt de hoeveelheid flitslicht automatisch. Voor goed belichte opnamen is het noodza- kelijk dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Doordat de lichtsterkte van het objectief bij inzoomen afneemt is het flitsbereik in de telestand kleiner. Het flitsbereik is afhankelijk van de inge- stelde cameragevoeligheid (ISO), zie blz.
Macrostanden De scherpstelling voor macro-opnamen activeert u door op de links-toets van de stuureenheid te drukken(1). Wilt u Super Macro selecteren, zoom dan eerst het objectief uit tot de maximale tele- stand, en selecteer dan de gewenste stand met de stuureenheid. De actieve stand verschijnt links boven in de LCD-monitor.
Foto’s wissen Foto kunnen zowel in de opnamestand als in de weergavestand worden gewist. Wilt u een bestand wissen, druk dan op de wistoets. DELETE Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de wis-optie te selecteren. CANCEL SELECT Druk op de Set/Display-toets om verder te gaan. Was de optie Select geselecteerd, dan verschijnt het beeldselectiescherm.
Weergave – basishandelingen Beelden kunnen worden bekeken in de weergavestand. Hier krijgt u infor- matie over de basishandelingen voor weergave. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 52. Druk op de weergavetoets om de opgenomen beelden te bekijken. U kunt beelden direct vanuit de opnamestand bekijken of wanneer de objectief- schuif is gesloten.
Foto’s bekijken Gebruik in de weergavestand de links/rechts-toetsen van de stuureenheid (1) om de beelden op de geheugenkaart te doorlopen. Kijk voor het wissen van een bestand op blz. 31. Set/Display-toets – weergave Door op de display-toets te drukken wisselt u tussen stan- daard weergave en weergave van alleen het beeld.
Indexweergave Om de opgenomen foto’s in een 9-beeldindex te bekijken drukt u op de groothoek-zoomtoets (1). De beelden zijn per geheugenkaart gegroepeerd. Het opnamenummer van de foto’s wordt weerge- geven. Met de stuureenheid verplaatst u het rode kader binnen de index. Wilt u een omkaderd beeld in enkelbeeldweerga- ve bekijken, druk dan op de Set/Display-toets, de tele-zoomtoets of de ontspanknop.
Filmopname Deze camera kan 320 x 240 digitale films met geluid opnemen op circa 180 KB/s. Selecteer de film- stand met de Mode-toets, zie vorige bladzij. De digitale zoom kan niet worden gebruikt, de monitor kan niet worden uitgeschakeld. Richt het midden van de monitor op het onderwerp en druk de ont- spanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen (1).
Navigeren door de opnamemenu’s Navigeren door het menu is eenvoudig. Druk op de menu-toets om het menu te laten verschijnen. Met de toetsen van de stuureenheid bestuurt u de cursor en verandert u de menu-instellingen. Informatie over het setup-menu vindt u op blz. 62. Kijk voor verandering van de instellingen op blz. 34. Druk op de menu-toets om het menu te activeren.
Pagina 37
Automatische opnamestand Handmatige opnameregeling Color Mode (Kleurinstelling), blz.39 Exposure modes (Belichtingsstanden), blz.48 Drive Mode (Transportstand), blz.40 Drive modes (Transportstanden), blz.40 Image size and quality (Beeldgr. en kwal.), blz.41 Image size and quality (Beeldgr. en kwal.), blz.41 Memory priority (Opslagprioriteit), blz.39 Memory priority (Opslagprioriteit), blz.39 Self timer (Zelfontspanner), blz.42 Self timer (Zelfontspanner), blz.42...
Onderwerpsselectie (Scene selection) In de opnamestand voor onderwerpsselectie kunt u standen kiezen waarin de camera zijn instellingen op bepaalde onderwerpen afstemt. Op blz. 34 leest u hoe u deze stand kiest. Selecteer in het onderwerpsselectiemenu de gewenste onderwerps- instelling. Kijk op blz. 36 voor informatie over menugebruik. Portret - geeft warme, zachte huidtinten en een lichte achtergrondonscherpte.
Kleurinstelling (Color mode) In de opnamestanden Auto en Handmatige opnameregeling kunt u de kleurinstelling via het menu regelen. Met de kleurinstelling regelt u of de foto in kleur wordt geregistreerd of in zwart-wit. Op blz. 34 leest u hoe u de gebruiksstand verandert. Selecteer in de opnamestanden Auto en Handmatige opnameregeling de gewenste kleurinstelling;...
Transportstanden (Drive modes) Met de transportstand regelt u de snelheid en methode waarmee foto’s worden opgenomen. De transportstand kan worden ingesteld in de menu’s Auto, Onderwerpsselectie en Handmatige opnamerege- ling. Op blz. 36 leest u over het werken met menu’s. Enkelbeeld - elke keer dat er op de ontspanknop wordt gedrukt maakt de camera een foto.
Beeldgrootte en -kwaliteit Een verandering in beeldgrootte en -kwaliteit is van invloed op het aantal pixels en de compressieverhouding. Beeldgrootte en kwaliteit kunnen worden ingesteld in de menu's van de Automatische opna- mestand, Onderwerpsselectie en Handmatige opnameregeling; zie voor menugebruik blz. 36. Compressie- Pixel-afmetingen Bestandsgrootte...
Zelfontspanner (Self timer) Met de zelfontspanner kunt u ervoor zorgen dat u zelf in beeld komt. Hij vertraagt een foto of de start van een filmclip met naar keuze 10 of 3 seconden. De zelfontspanner is beschikbaar in alle opnamemenu’s. Op blz.
Belichtingscorrectie (Exposure compensation) Met de belichtingscorrectie kunt u ervoor zorgen dat de opname lichter of donkerder wordt, over een bereik van ±2,0 LW (lichtwaarde) in stappen van 1/3 LW, in de standen voor Film/audio en Handmatige opnameregeling. De belichtingscorrectie wordt ingesteld in het menu (blz. 35). Kiest u een andere waarde dan 0.0, dan blijft de correctiewaarde als waarschuwing zichtbaar van de monitor.
Opnamestand film/audio (Movie/audio) In de opnamestand voor film/audio wordt het menu gebruikt om de keuze te maken tussen de opties voor film, geluid en audio-commen- taar. Op blz. 36 vindt u informatie over menugebruik. De geselecteer- de optie verschijnt in de linker benedenhoek van de monitor. Filmopname, blz.35 Audio-opname, blz.44 Audio-commentaar, blz.45...
Audio commentaar (Audio caption) Deze camera kan een audio-opname aan een foto toevoegen, in de opnamestand voor film/audio. Op blz. 34 leest u hoe u de opnamestand selecteert. Audio-commentaar kiest u via het menu, zie blz. 36 en 44. Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om de foto op te roepen waaraan u het audio-commentaar wilt toevoegen.
Witbalans (White balance) Met de witbalans-instelling kan de camera bij verschillende soorten licht voor een neutrale kleurweer- gave zorgen. Er zijn één automatische en vier vaste witbalansinstellingen voor Audio/film en Handmatige opnameregeling beschikbaar. De witbalans-instelling wordt geregeld in het menu. Selecteer de optie White balance in het menu van Film/audio of de Handmatige opnameregeling.
Cameragevoeligheid (Camera sensitivity) (ISO) In het menu van de Handmatige opnameregeling kan de gevoeligheid van de camera handmatig wor- den ingesteld. Op blz. 34 leest u hoe u instellingen wijzigt. Selecteer in het menu van de Handmatige opnameregeling de instel- ling voor de cameragevoeligheid (ISO).
Belichtingsstanden De belichtingsstand kan worden gewijzigd in de stand Handmatige opnameregeling, via het menu. Op blz. 34 ziet u hoe u de opnamestand verandert. Selecteer in het menu van de Handmatige opnameregeling de belich- tingsstand. Op blz. 36 vindt u informatie over menugebruik. Een aan- duiding bovenin de monitor geeft de actieve belichtingsstand aan.
Druk op de neer-toets om een van de twee diafragma- waarden te kiezen. Welke waarden er verschijnen is afhankelijk van de zoomstand. Wanneer u de ontspanknop half indruk verschijnt de slui- tertijd die wordt gekozen om een goede belichting te ver- krijgen.
Scherpstelstanden De scherpstelstand kan worden gewijzigd in de stand Handmatige opnameregeling, via het menu. Op blz. 34 ziet u hoe u de opnamestand verandert. Selecteer in het menu van de Handmatige opnameregeling de scherpstelstand. Op blz. 36 vindt u informatie over menugebruik. Een aanduiding bovenin de monitor geeft de actieve scherpstelstand aan.
Autofocus en belichtingsvergrendeling In de stand voor Handmatige opnameregeling kunt u autofocus (AF) en automatische belichting (AE) individueel vergrendelen, bijvoorbeeld voor het maken van opnameseries. Houd de ontspanknop half ingedrukt. Het scherpstelsignaal, de slui- tertijd en het diafragma verschijnen op de monitor. Druk op de linker stuurtoets om de scherpstelling te ver- grendelen;...
Weergave - geavanceerde handelingen De basisfuncties van deze stand worden beschreven onder Weergave - Basishandelingen op blz. 32 tot 34. In dit gedeelte vindt u hoe u filmclips en audiobestanden kunt afspelen, hoe u audiocommen- taar kunt wissen. Bovendien krijgt u informatie over de geavanceerde weergavefuncties. Films en audio afspelen Filmclips (blz.
Audiocommentaar wissen Audiocommentaar (blz. 45) kan in de weergavestand worden gewist. Roep het bestand met het audiocommentaar op de druk op de wistoets. Gebruik de op/neer-toets van de stuureenheid om de DELETE AUDIO CAPTION wis-optie te selecteren. Met de optie Audio wist u het audio-commentaar, met de optie Audio &...
Navigeren door het weergavemenu Navigeren door het menu is eenvoudig. U roept het menu op door op de menu-toets te drukken. Met de stuureenheid verplaatst u de cursor en verandert u menu-instellingen. Met de Set/Display-toets voert u de menu-commando's uit. Functie-opties.
Beeldselectiescherm Wanneer we de selectie-optie gebruiken verschijnt het beeldselectiescherm. Met de stuureenheid plaatst u het rode selectiekader rond het te selecteren beeld. Druk op de Set/Display-toets om het bestand te selecte- ren; geselecteerde bestanden hebben een gele rand. Is een bestand gemarkeerd met een gele rand, dan kunt u de selectie opheffen door opnieuw op de Set/Display-toets te drukken.
Kopiëren & Verplaatsen (Copy & Move) U kunt bestanden van de ene naar de andere geheugenkaart kopiëren en verplaatsen. Om deze optie in het weergavemenu te kunnen kiezen moeten er twee geheugenkaarten in de camera zitten. Controleer voordat u begint of de bestemmingskaart voldoende opslagruimte heeft. Gebruik de op/neer-toetsen om de functie-opties te selecteren en druk op de Set/Display-toets om de optie te veranderen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Gebruik de links/rechts-toetsen om “Yes” te markeren. “No” stopt de COPY? handelingen. Druk op de Set/Display-toets om het instellen te voltooi- Raakt de bestemmingskaart vol terwijl er bestanden worden gekopieerd of verplaatst, dan verschijnt de melding “memory full”. Controleer welke bestanden werden gekopieerd of verplaatst en herhaal de handelingen met een andere bestemmingskaart.
DPOF Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u foto’s rechtstreeks vanuit uw digitale camera printen. Na aanmaken van een DPOF-bestand kunt u de geheugenkaart in een DPOF-compatible printer steken of wegbrengen naar een printservice die DPOF-gebruik mogelijk maakt. Gebruik de op/neer-toetsen om de functie-opties te selecteren en druk op de Set/Display-toets om de optie te veranderen.
Pagina 59
Werd de Select-optie opgegeven, dan wordt het beeldselectiescherm geopend. Selecteer de te printen beelden door een rode rand om de thumbnail (miniatuurbeeldje) in de index te plaatsen en op de menu- toets te drukken; een geel kader geeft aan dat het beeld is geselec- teerd.
Beveiliging (Protect) U kunt belangrijke bestanden beveiligen. Een beveiligd bestand kan door geen van de wisfuncties van de camera worden gewist. De formatteerfunctie (blz. 64) wist echter alle bestanden, of ze nu ver- grendeld zijn of niet. Gebruik de op/neer-toetsen om de functie-opties te selecteren en druk op de Set/Display-toets om de optie te veranderen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Gebruik de links/rechts-toetsen om “Yes” te markeren. “No” stopt de PROTECT? handelingen. Druk op de Set/Display-toets om het instellen te voltooi- Bij beveiligde bestanden verschijnt de beveiligingsaanduiding. Diashow (Slide show) U kunt de bestanden op de geheugenkaarten automatisch in volgorde laten weerge- ven;...
Setup-menu Navigeren door het setup-menu U kunt het setup-menu openen vanuit het opname- en het weergavemenu. Vanuit de opnamestand - druk op de Mode-toets (1). Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid (2) om de setup-stand te selec- teren. Druk op de Set/Display-toets (3) om het menu te openen. Vanuit de weergavestand - druk op de Mode-toets (1) om het menu te openen.
Pagina 63
Format Voor het formatteren van een geheugenkaart in de camera (blz. 64). Voor het instellen van de weergave door de camera Monitor adjustment (Monitoraanpassing), blz. 65 Monitor Start-up LED, blz. 66 Monitor on/off (Monitor aan/uit), blz. 67 Information display (Informatieweergave), blz. 66 Instant playback (Directe weergave), blz.
Formatteren (Format) Formatteert u een geheugenkaart, dan wordt alle informatie die erop staat gewist. Met de formatteerfunctie wist u alle informatie op de geheugenkaart. Breng voordat u een kaart for- matteert de informatie die erop staat over naar de computer of een ander opslagmedium. Beveiligen van beeldbestanden geeft geen bescherming tegen verlies bij formatteren.
Monitor aanpassen (Monitor adj.) Kleur en helderheid van de monitor zijn instelbaar in het setup-menu. Kijk onder Navigeren door het setup-menu over openen en gebruik van het menu (blz. 62). Gebruik de links/rechts-toetsen om de menusectie voor de monitor te selecteren.
Start-up LED Start-up LED De start-up LED brandt wanneer de camera wordt ingeschakeld. Via het setup-menu kunt u de LED aan- en uitzetten. Kijk onder Navigeren door het setup-menu over openen en gebruik van het menu (blz. 62). Gebruik de links/rechts-toetsen om de menu-sectie van de monitor te selecteren.
Monitor aan/uit (Monitor on/off) Wanneer in de opnamestand de monitor na opstarten van de camera standaard uit staat, zal de moni- tor na inschakeling toch kort moment aan gaan. De monitor wordt bij weergave en menugebruik inge- schakeld. U kunt de monitor aan- en uitzetten met de Set/Display-toets (blz. 27). Kijk onder Navigeren door het setup-menu over openen en gebruik van het menu (blz.
Eigen menu (Custom) Met de optie Custom kunt u bepalen welke functies in het menu van de Handmatige opnameregeling worden opgenomen. De werking van de camera kan naar eigen smaak worden aangepast om de kwa- liteit te sturen, zie de volgende bladzijden. Kijk onder Navigeren door het setup-menu over openen en gebruik van het menu (blz.
Persoonlijke instellingen (Custom setup) In het menu van de Handmatige opnameregeling kunnen aanpassingen in flitsbelichting, kleurverza- diging, contrast, scherpte en kleur worden opgeslagen in twee geheugenregisters, indien geactiveerd in het setup-menu (blz. 68). Ook de sluitertijdbegrenzing kan worden opgegeven. Kijk bij Navigeren door het opnamemenu voor openen en gebruik van het menu (blz.
Flitscorrectie (Flash compensation) Met de flitscorrectie kunt u de flitsdosering van de ingebouwde flitser verhogen/verla- gen met ±1 LW. Op blz. 82 vindt u informatie over het begrip LW (lichtwaarde). Op blz. 68 en 69 vindt u meer informatie over de Persoonlijke instellingen. De flitscorrectie wordt ingesteld in het menu van de Handmatige opnameregeling.
Scherpte (Sharpness) Met de verscherping accentueert of verzacht u de detaillering van het beeld in vijf niveaus. Veranderingen werken door in het live-beeld, maar zijn soms moeilijk te zien. Op de com- putermonitor ziet u het verschil duidelijk. Zie blz. 68 en 69 voor informatie over de Persoon- lijke instellingen.
RGB kleurkanalen (RGB color chanels) De rode, groene en blauwe kleurkanalen zijn regelbaar in vijf niveaus. Veranderingen zijn zichtbaar in het live-beeld. Zie blz. 68 en 69 voor meer infor- matie over de Persoonlijke instellingen. De kleur kan worden gecorrigeerd in het menu van de Handmatige opnameregeling.
Lichtmeetmethoden (AE) Met de stand AE bepaalt u de wijze van lichtmeting. Kijk onder Navigeren door het setup-menu over openen en gebruik van het menu (blz. 62). Gebruik de links/rechts-toetsen om de menu-sectie Rec. set te selec- teren. Gebruik de op/neer-toetsen om de optie AE te selecteren. Druk op de Set/Display-toets om om te schakelen tussen centrumge- richte meting en spotmeting.
File-number memory (File-number memory) Staat het geheugen voor de bestandsnummers aan, dan krijgt het eerste nummer dat wordt opgesla- gen een nummer dat 1 hoger is dan het nummer van het laatst opgeslagen bestand, ongeacht het aantal bestanden op de kaart. Bevat een nieuw geplaatste kaart een hoger bestandsnummer, dan wordt het nummer van het opgeslagen bestand 1 hoger dan het hoogste nummer van de kaart.
De flitsaanduiding geeft aan of de rode-ogen-reduc- Automatisch flitsen met rode-ogen-red. tie wordt gebruikt. Meer over de flitsstanden leest u Invulflits met rode-ogen-reductie op blz. 28. Digitale zoom (Digital zoom) De digitale zoom verlengt het telebereik van de optische zoom met 2x en 3x. Hoewel de met digitale zoom opgenomen beelden worden geïnterpoleerd om de beeldgrootte aan te houden, kan de beeld- kwaliteit mogelijk ongelijk zijn aan die van beelden zonder digitale zoom;...
Geluid (Sound) De geluidssignalen van deze camera kunnen worden in- en uitgeschakeld. Kijk onder Navigeren door het setup-menu over openen en gebruik van het menu (blz. 62). Gebruik de links/rechts-toetsen om de menu-sectie Sound te selec- teren. Gebruik de op/neer-toetsen om de optie Sound te selecteren. Druk op de Set/Display-toets om de optie aan of uit te zetten.
USB-Overspeelmethode (USB transfer mode) U dient de USB-overspeelmethode in te stellen afhankelijk van wat er met de foto’s gaat gebeuren: worden ze overgespeeld naar een computer, of worden ze rechtstreeks geprint. De optie Data Storage dient te worden geselecteerd voor het overspelen van beeldinformatie van de camera naar een com- puter, of voor gebruik van de DiMAGE Viewer software.
Alles terugzetten (Initialize) Met deze functies laat u de camera terugkeren naar de standaardinstellingen. Kijk onder Navigeren door het setup-menu over openen en gebruik van het menu (blz. 62). Gebruik de links/rechts-toetsen om de menu-sectie Basic setup te selecteren. Gebruik de op/neer-toetsen om de optie Initialize te selecteren. Druk op de Set/Display-toets om verder te gaan.
Pagina 79
Belichtingsmethode Programma-automatiek blz. 48 Belichtingscorrectie blz. 43 Witbalans Auto blz. 46 Cameragevoeligheid (ISO) Auto blz. 47 Scherpstelmethode Autofocus blz. 50 Opnamemethode film/audio Filmopname blz. 44 Eigen instellingen blz. 68 Flitscorrectie blz. 70 Kleurverzadiging blz. 70 Contrast blz. 70 Scherpte blz. 71 RGB-kleurkanalen Rood, groen en blauw kanaal terug op 0.
Taal (Language) Welke taal in de menu’s wordt gebruikt kan worden ingesteld. Kijk onder Navigeren door het setup- menu over openen en gebruik van het menu (blz. 62). Gebruik de links/rechts-toetsen om de menu-sectie Basic-setup te selecteren. Gebruik de op/neer-toetsen om de optie Language te selecteren. Druk op de Set/Display-toets om verder te gaan.
Datum instellen (Date setup) U kunt de klok en de kalender van de camera instellen. Kijk onder Navigeren door het setup-menu over openen en gebruik van het menu (blz. 62). Gebruik de links/rechts-toetsen om de menu-sectie Basic setup te selecteren. Gebruik de op/neer-toetsen om de optie Date setup te selecteren.
Fotografische basisprincipes Het diafragma van het objectief bepaalt niet alleen de belichting, maar ook de scherptediepte: de ruimte tussen het dichtsbijzijn- de scherp weergegeven object en het verste gelegen scherp weergegeven object. Hoe hoger het diafragmagetal, des te gro- ter is de scherptediepte. Een hoog diafragmagetal laat echter minder licht door dan een laag diafragmagetal en vraagt dus om een langere sluitertijd.
Windows 98, 98SE, Me, 2000 Professional en XP home en professional. Mac OS 9.0 ~ 9.2.2 en Mac OS X 10.1.3 - 10.1.5, 10.2.1 ~ 10.2.8, 10.3 ~10.3.3. Kijk op de Konica Minolta website voor de meest recente compatibiliteitsinformatie: Noord- Amerika: http://www.konicaminolta.us/...
Camera op een computer aansluiten Wanneer u de camera op een computer aansluit moet de batterij volledig geladen zijn. Gebruik van de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) is aanbevolen boven het gebruik van de batterij. Gebruikers van Windows 98 of 98SE dienen eerst de teksten op blz. 85 te lezen over de installatie van de noodzake- lijke USB-driver voordat ze de camera op een computer willen aansluiten.
Aansluiting met Windows 98 en 98 SE De driver hoeft maar éénmaal te worden geïnstalleerd. Kan de driver niet automatisch worden geïn- stalleerd, dan kunt u de installatie handmatig uitvoeren met de wizard voor nieuwe hardware; kijk hier- voor in de instructies op de nu komende bladzijden. Tijdens de installatie dient u de Windows 98 CD- ROM in de CD-ROM-drive te plaatsen als het besturingssysteem daarom vraagt.
Handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer (blz. 84). Sluit u de camera op de computer aan, dan detecteert de computer een nieuw apparaat; de wizard voor nieuwe hardware verschijnt.
Pagina 87
De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de driver bevestigen. Een van deze drie drivers kan worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf, of USBSTRG.inf. De letter die de CD-ROM-drive aangeeft varieert per com- puter. Klik op “Next” om de driver in het systeem te installe- ren.
Mapindeling op de geheugenkaart Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeld- bestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis naar de com- puter of een map van de computer te slepen. G530-SD Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer wissen.
Pagina 89
1 hoger, bijvoorbeeld van 100KM009 naar 101KM009. KM staat voor Konica Minolta, 009 is de code voor de DiMAGE G530 camera. Het bestandsnummer in de naam van het beeldbestand zal soms niet overeenstemmen met het num- mer van het in de camera weergegeven beeldbestand.
Camera van de computer loskoppelen Ontkoppel de camera nooit wanneer de informatie tussen camera en computer wordt uitge- wisseld. Windows 98 / 98 Second Edition Controleer of er geen bestanden worden overgespeeld. Ontkoppel de USB-kabel. Windows Me, 2000 Professional en XP Klik om de camera te ontkoppelen eerst op het symbool voor het ontkoppelen van hardware, op de taakbalk.
In het venster verschijnen de apparaten die u kunt stoppen. Markeer het apparaat dat u wilt stoppen en klik op “Stop.” Er verschijnt een bevestigingsscherm met de apparaten die worden gestopt. Door op “OK” te klikken stopt u het apparaat. Een derde en laatste scherm verschijnt;...
PictBridge Controleer of de USB-overspeelmethode in het setup-menu is ingesteld op PictBridge. Sluit de camera aan op een PictBridge compatible printer met de USB-kabel van de camera. De grote stekker van de camera wordt aangesloten op de printer. Steek de kleine stekker van de kabel in de camera; de camera scha- kelt zich automatisch in en start de PictBridge verbinding op.
Pagina 93
Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Paper size papiergrootte te selecteren. Welke opties beschikbaar Printer setup 2" x 3" card zijn verschilt per printer. De optie Printer setup gebruikt 100mmX150mm de grootte die met de printer is ingesteld. Postcard 4"...
Opmerkingen over printfouten Doet zich tijdens het printen een klein probleem voor, zoals het op raken van het papier, volg dan de voor de printer aanbevolen procedure; op de camera hoeft u niets te doen. Doet zich een ingrijpen- der printerfout voor, druk dan op de menu-toets om de printroutine af te breken. Kijk in de gebruiks- aanwijzing van de printer voor de te volgen procedure voor het probleem.
Geheugenkaart verwisselen – Data-overspeelmethode Verwijder nooit de geheugenkaart als er bestanden worden overgespeeld – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen. Windows 98 en 98 Second Edition 1. Ontkoppel de USB-kabel. 2. Verwissel de geheugenkaart. 3. Sluit de USB-kabel opnieuw aan om de USB-verbinding tot stand te brengen. Windows ME, 2000 Professional en XP 1.
Appendix Problemen oplossen Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande pro- blemen of defecten of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren kunt u het beste contact opnemen met de Technische Dienst van Konica Minolta. Oplossing Probleem Symptoom Oorzaak Batterij is leeg.
Let goed op dat het onderwerp zich binnen het scherpstel- Onderwerp is te dichtbij. bereik bevindt (blz. 25) of ge- bruik de macrostand (blz. 30). Groen lampje naast zoeker Een van de speciale knippert. Gebruik de scherpstelvergren- scherpstelsituaties doet deling om scherp te stellen op zich voor, waarin de Opnamen zijn een ander onderwerp op gelij-...
Verwijderen van de driver software – Windows 1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind camera en computer door middel van de USB-kabel met elkaar. 2. Klik met de rechter muisknop op “Deze computer”. Selecteer “Eigenschappen” uit de menu-lijst. Windows XP: ga vanuit het Start-menu naar het Configuratiescherm.
Onderhoud en opslag Lees dit hoofdstuk in z’n geheel door, zodat u uw camera optimaal zult kunnen gebruiken. Bij een juist gebruik zult u lang plezier van uw camera hebben. Camera-onderhoud • Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken. •...
• Gebruik van de kaart buiten zijn levensduur. Het kan nodig zijn een kaart op den duur te vervangen. Konica Minolta is niet aansprakelijk voor verlies of schade aan informatie. Het is altijd aan te bevelen van bestanden backups te maken.
Voor belangrijke evenementen en reizen • Controleer de werking van de camera, maak testopnamen en koop reservebatterijen. • Konica Minolta draagt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies als gevolg van een defect aan de apparatuur Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden • Deze camera is ontworpen voor gebruik in temperaturen van 0°C tot 50°C.
Technische gegevens Aantal effectieve pixels: 5,0 miljoen CCD: 1/2.5-type interline primary-color CCD met totaal 5,4 miljoen pixels. Cameragevoeligheid (ISO): Automatisch en handmatig, ISO 50, 100, 200, 400 Breedte/hoogteverhouding: Objectiefconstructie: 7 elementen in 6 groepen. Maximale lensopening: f/2,8 - f/4,9 Brandpuntsafstand: 5,6 - 16,8 mm (kleinbeeld-equivalent: 34 - 102 mm) Scherpstelbereik: Groothoek: 0,5 m - oneindig (macro: 5 cm - onein-...
Pagina 103
Batterij: Konica Minolta NP-600 lithium-ion batterij. Batterijprestaties (opname): Circa 185 opnamen: gebaseerd op CIPA standaard met: NP-600 lithium-ion batterij, LCD-monitor aan, maximale beeldgrootte (5 M), normale beeld- compressie, geen directe weergave, geen audio, flits gebruikt bij 50% van de foto’s.